Parlementaire vraag nr. 316 van mevrouw Veerle Wouters van 06.04.2012
Parlementaire vraag nr. 316 van mevrouw Veerle Wouters dd. 06.04.2012
Vragen en Antwoorden, Kamer 2011-2012, nr. 65 van 15.05.2012, blz. 81
Personenbelasting
Autokosten
Reiskosten voor woon-werkverkeer
Beroepskosten
Werkelijke beroepskosten
Voordeel van alle aard
Bedrijfsvoorheffing
Belastbare grondslag in de PB
VRAAG
Een werknemer of bedrijfsleider kan een kosteloos ter beschikking gestelde bedrijfswagen aanwenden voor zuivere privéverplaatsingen, het woon-werkverkeer en/of beroepsmatige verplaatsingen eigen aan de werkgever of vennootschap. Voor 1 januari 2012 werd hij nooit op de beroepsmatige kilometers belast. Sinds die datum wordt hij op de cataloguswaarde van het gehele voertuig belast zodra hij de bedrijfswagen voor privéverplaatsingen en/of woon-werkverkeer aanwendt ongeacht of hij de bedrijfswagen ook beroepsmatig gebruikt. Neem een nieuwe bedrijfswagen die op diesel rijdt. Hij heeft een CO2-uitstoot van 95 g/km. Stel dat de cataloguswaarde 40.000 euro bedraagt. De werknemer of bedrijfsleider rijdt 110 km heen en terug gedurende 120 werkdagen (=13.200 km), 22.000 beroepsmatige kilometers en 4.800 zuivere privékilometers.
1. Bent u akkoord dat vanaf 1 januari 2012 in voorgaand voorbeeld het voordeel van alle aard voor de bedrijfswagen gelijk is aan 40.000 euro x 5,5% x 6/7 = 1.885,71 euro ?
2. Bedraagt de aftrek van de werkelijke beroepskosten voor het woon-werkverkeer 1.980 euro (110 km/dag x 120 dagen x 0,15 euro/km) te beperken tot 1.885,71 euro ingevolge artikel 66, § 5, derde lid, WIB 92 ?
3. Mag de werknemer of de bedrijfsleider het aandeel van niet-vergoede beroepsmatige kilometers in het voordeel van alle aard voor de bedrijfswagen, naar analogie met wat geldt voor het voordeel van alle aard dat voorkomt uit een lening zonder intrest (cf. artikel 52/48 Com.IB 92), bovenop het bedrag vermeld in vraag 2 als beroepskost aftrekken? In ons voorbeeld zou de kostprijs van de beroepsmatige kilometers op 22.000/40.000 km x 1.885,71 euro of 1.037,14 euro worden geraamd.
4. a) Mag de werkgever overeenkomstig artikel 31/36, tweede alinea Com.IB 92 een forfaitaire kilometervergoeding van 7.374,4 euro (22.000 km x 0,3352 euro/km) toekennen aan de werknemer of de bedrijfsleider voor de beroepsmatige kilometers, die kosten eigen aan de werkgever of de vennootschap zijn ?
b) Zijn bijgevolg de vergoede kilometers in hoofde van de werknemer of bedrijfsleider daardoor niet aan te merken als een belastbare bezoldiging en evenmin een aftrekbare beroepskost ?
5. Mag de werkgever het voordeel van alle aard opnemen in het vak 17 "Bijdragen in de reiskosten", rubriek c) "Ander vervoermiddel" van de fiche 281.10 zodat de werknemer aanspraak maakt op het vrijgestelde sociaal voordeel van 370 euro (aanslagjaar 2013) in zoverre hij zijn werkelijke beroepskosten niet bewijst ?
6. Kan een vergoeding overeenkomstig vraag 4 voor de kilometers eigen aan de werkgever en de sociale vrijstelling overeenkomstig vraag 5 voor het woon-werkverkeer gecombineerd worden ?
7. a) Kan uw administratie op grond van het nieuwe artikel 344, § 1, WIB 92 de "juiste" heffing opleggen door de overeenkomstig vraag 4 vergoede kilometers als bezoldiging te belasten, de aftrek als beroepskost overeenkomstig vraag 3 in de plaats te stellen, met verlies van het vrijgestelde sociale voordeel van vraag 5 tot gevolg ?
b) Wat is naar uw mening in casu de doelstelling van de wetgever met betrekking tot de aftrek van de beroepskosten van bezoldigingen, de kostenregeling eigen aan de werkgever en het vrijgestelde sociale voordeel ?
c) Dienen de doelstellingen per bepaling te worden beoordeeld zonder samenhang met andere bepalingen aangezien het nieuwe artikel 344, § 1, tweede lid, WIB 92 spreekt van een "doelstelling van een bepaling" (enkelvoud) ?
ANTWOORD (van de heer Vanackere, vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken)
1. Voor zover de bedrijfswagen op 1 januari 2012 voor het eerst werd ingeschreven en ter beschikking gesteld, luidt het antwoord bevestigend.
2. Gelet op het antwoord op vraag 1, luidt ook hier het antwoord bevestigend.
3. Het antwoord luidt ontkennend. De vergelijking met de door het geachte lid aangehaalde bepaling in het nr. 52/48 Com.IB 92 gaat hier niet op. Het voordeel van alle aard vloeit namelijk voort uit het persoonlijk gebruik van een kosteloos door de werkgever ter beschikking gesteld voertuig en de berekening van het voordeel staat los van het aantal voor persoonlijk gebruik afgelegde kilometers en houdt geen enkel verband met een al dan niet beroepsmatig gebruik van dat voertuig.
4. a) Gelet op het feit dat de werkgever kosteloos een voertuig ter beschikking stelt aan zijn werknemer/bedrijfsleider voor zijn beroepsmatige verplaatsingen, kan de eventuele forfaitaire kilometervergoeding die de werkgever/onderneming daarbovenop toekent niet als een eigen kost van de werkgever/vennootschap als bedoeld in het nr. 31/36, Com.IB 92 worden aangemerkt.
b) De door het geachte lid beoogde kilometervergoeding moet worden aangemerkt als een belastbare bezoldiging van werknemers of bedrijfsleiders in de zin van artikel 31, 2e lid, 1°, WIB 92, respectievelijk artikel 32, 2e lid, 1°, WIB 92 die door de werkgever of vennootschap als beroepskost kan worden afgetrokken voor zover daarvoor de nodige individuele fiches worden overgelegd overeenkomstig de bepalingen van artikel 57, WIB 92.
5. In het door het geachte lid beoogde geval waar er sprake is van gemengd gebruik moet het voordeel op de fiche 281.10 worden opgedeeld in, enerzijds, een bedrag ten belope van maximaal 370,00 euro voor het aanslagjaar 2013, in te vullen in het vak 17 "Bijdragen in de reiskosten" - rubriek c) "Ander vervoermiddel". Concreet betekent dit dat de vrijstelling ten belope van maximum 370,00 euro voor aanslagjaar 2013 kan worden toegepast op het voordeel van alle aard, voor zover de werknemer geen aanspraak maakt op zijn werkelijke beroepskosten. Anderzijds moet ook het verschil worden ingeschreven van de waarde van het volgens de nieuwe berekeningswijze forfaitair vastgestelde voordeel verminderd met het maximum van 370,00 euro, in te vullen in het vak 9 - rubriek c) "Voordelen van alle aard". Voor de goede orde wordt de aandacht van het geachte lid erop gevestigd dat het hier geen vrijstelling van een sociaal voordeel betreft (artikel 38, § 1, 1e lid, 11°, WIB 92), maar een vrijstelling van de tussenkomst in de woon-werkverplaatsingen (artikel 38, § 1, 1e lid, 9°, c, WIB 92). Om die opdeling te kunnen maken moet vaststaan dat de werknemer het ter beschikking gesteld voertuig effectief voor zijn woon-werkverplaatsingen gebruikt. Bij de berekening van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing mag de werkgever rekening houden met de hiervoor beoogde vrijstelling ten belope van maximaal 370,00 euro voor aanslagjaar 2013 op voorwaarde dat de werknemer aan zijn werkgever schriftelijk bevestigt dat hij bij zijn aangifte in de inkomstenbelastingen voor het betrokken jaar geen aanspraak zal maken op zijn werkelijke beroepskosten.
6. De in vraag 4 beoogde vergoeding is een belastbare bezoldiging. Zij kan niet als een vergoeding voor de terugbetaling van eigen kosten van de werkgever worden aangemerkt en evenmin als een vergoeding die door de werkgever is toegekend als terugbetaling of betaling van reiskosten van de woonplaats naar de plaats van tewerkstelling, zodat de in artikel 38, § 1, 1e lid, 9°, c, WIB 92 beoogde vrijstelling daarop niet kan worden toegepast.
7. Gelet op de antwoorden op de vragen nrs 3, 4 en 5 is vraag nr. 7 zonder voorwerp.