Commentaar van art. 513, WIB 92
Art. 513, WIB 92
513/0 | |
513/1 | |
513/2 | |
513/3-4 | |
513/5 | |
513/6 | |
513/7 | |
513/8 | |
513/9 | |
513/10 | |
513/11 |
Nummer 513/0
Art. 513. - Wanneer de verkoopprijs wordt herbelegd in de hierna vermelde vormen en termijnen, worden, in afwijking van artikel 24, eerste lid, 2°, de meerwaarden verwezenlijkt vanaf 1 januari 1990 op effecten die ten laatste op 31 december 1989 zijn uitgegeven of gewaarborgd door openbare instellingen en die op het ogenblik van de verwezenlijking sedert meer dan vijf jaar in het bezit zijn, aangemerkt als winst van het belastbare tijdperk waarin zij zijn verwezenlijkt en voor elk van de vijf volgende belastbare tijdperken en dat ten belope van één zesde van hun bedrag voor elk van die belastbare tijdperken.
De herbelegging van de verkoopprijs van de effecten moet worden verricht in nieuwe effecten waarvan de duur ten minste vijf jaar bedraagt en die uitgegeven of gewaarborgd zijn door openbare instellingen opgenomen onder nr 1 van de Prijscourant opgemaakt door de administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen, overeenkomstig de koninklijke besluiten van 16 december 1926 en 31 maart 1936, voor het vaststellen van de waarde der openbare effecten, aandelen en schuldbrieven.
De herbelegging dient uiterlijk te zijn gedaan binnen drie maanden na de datum van de verwezenlijking van de effecten.
De als herbelegging verkregen effecten moeten gedurende ten minste vijf jaar worden behouden.
Om voorgaand stelsel te kunnen genieten moeten de betrokken instellingen bij hun aangifte betreffende het belastbare tijdperk waarin de effecten zijn verwezenlijkt en voor elk van de vijf volgende belastbare tijdperken een opgave voorleggen waarvan het model door de Minister van Financiën of zijn afgevaardigde wordt vastgesteld voor de toepassing van artikel 47.
Ingeval van overdracht van de herbelegde effecten vóór het verstrijken van de termijn van vijf jaar of in geval van stopzetting van de werkzaamheid wordt, bij gebrek aan herbelegging in de voorgeschreven vormen en termijnen of bij niet voorleggen van de vereiste opgave, het nog niet belaste gedeelte van de verwezenlijkte meerwaarde aangemerkt als een belastbare winst van het belastbare tijdperk waarin, naar het geval, de herbeleggingstermijn is verstreken, de vereiste opgave niet wordt ingediend, de als herbelegging verkregen effecten worden overgedragen of de werkzaamheid wordt stopgezet.
Nummer 513/1
Meerwaarden die vanaf 1.1.1990 worden verwezenlijkt op effecten die ten laatste op 31.12.1989 door overheidsinstellingen zijn uitgegeven of gewaarborgd en die op het ogenblik van de verwezenlijking ervan sedert meer dan vijf jaar in het bezit zijn van de belastingplichtige, kunnen gespreid worden belast.
Die gespreide belasting is evenwel slechts mogelijk mits de verkoopprijs van de effecten in de gestelde vormen en termijnen wordt herbelegd.
Nummer 513/2
Voor de toepassing van het stelsel van gespreide belasting, komen alleen meerwaarden in aanmerking die tijdens de exploitatie worden verwezenlijkt op effecten die belegd zijn in een nijverheids-, handels- of landbouwbedrijf. Het stelsel geldt dus niet voor meerwaarden op effecten die door natuurlijke personen worden verwezenlijkt in het kader van de uitoefening van een vrij beroep, ambt, post of winstgevende bezigheid.
De gespreide belasting is bovendien alleen van toepassing op meerwaarden die vanaf 1.1.1990 zijn verwezenlijkt bij de verkoop van effecten die ten laatste op 31.12.1989 zijn uitgegeven of gewaarborgd door overheidsinstellingen. Hier zijn voornamelijk de door de Staat of door overheidsinstellingen uitgegeven of gewaarborgde effecten bedoeld (zie Senaat, zitting 1989-1990, Memorie van toelichting, stuk 806-1, blz. 61).
Bovendien is vereist dat de effecten op de datum van de verkoop sedert meer dan vijf jaar in het bezit van de belastingplichtige zijn geweest.
Nummer 513/3
De verwezenlijkte meerwaarden worden slechts gespreid belast indien een bedrag gelijk aan de verkoopprijs van de effecten wordt herbelegd in :
- nieuwe effecten;
- waarvan de duur (de looptijd) ten minste vijf jaar bedraagt;
- en die zijn uitgegeven of gewaarborgd door overheidsinstellingen die voorkomen in nr 1 van de Prijscourant, opgemaakt door de Administratie van de BTW, registratie en domeinen onder de titel "Door de Staat uitgegeven of gewaarborgde leningen".
De herbelegging moet binnen drie maanden na de datum van verkoop van de effecten plaatsvinden. De als herbelegging verkregen effecten moeten gedurende ten minste vijf jaar worden behouden.
Nummer 513/4
Voor zover uiteraard aan alle andere voorwaarden is voldaan komen eveneens als herbelegging in aanmerking de effecten waarop een zogenaamde "call" rust welke zou kunnen worden uitgeoefend tijdens de eerste vijf jaar na de uitgifte van het effect. Ingeval van de effectieve uitoefening van dergelijke "call", waardoor de effecten voor het verstrijken van de termijn van vijf jaar worden terugbetaald, zijn de richtlijnen opgenomen in nr 513/7, eerste lid, tweede gedachtestreep, van toepassing.
Nummer 513/5
Wanneer aan de gestelde voorwaarden is voldaan, worden de verwezenlijkte meerwaarden - eventueel onder aftrek van het vrijgestelde monetaire gedeelte - telkens voor 1/6 belast tijdens het belastbare tijdperk waarin ze zijn verwezenlijkt en tijdens de vijf volgende belastbare tijdperken.
Aangezien de bedoelde effecten geen financiële vaste activa zijn (zie art. 171, 4°, a, WIB 92) zijn inzake PB de meerwaarden gezamenlijk (dus tegen het progressieve tarief) belastbaar.
Nummer 513/6
Om het hierboven bedoelde keuzestelsel te kunnen genieten moet de belastingplichtige, bij zijn aangifte in de inkomstenbelastingen over het belastbare tijdperk waarin de meerwaarden zijn verwezenlijkt en over elk van de vijf volgende belastbare tijdperken, een ingevulde en ondertekende opgave275 K voegen.
Die opgave, waarvan het model in nr 513/11 is opgenomen, bevat voornamelijk gegevens betreffende :
1° de meerwaarden : datum van vervreemding en van belegging van de vervreemde effecten, berekening van de meerwaarden, in voorkomend geval uit te splitsen in het monetaire en het niet-monetaire gedeelte, enz.;
2° de opgave van de herbeleggingen : datum, omschrijving en bedrag;
3° de berekening van het voor het belastbare tijdperk belastbare deel van de meerwaarden.
VII. VERVAL VAN DE GESPREIDE BELASTING
Nummer 513/7
Het voordeel van de gespreide belasting vervalt met ingang van het belastbare tijdperk :
- waarin de herbeleggingstermijn van drie maanden is verstreken zonder dat de vereiste herbelegging is gedaan (indien de termijn, zonder dat de herbelegging is gedaan, is verstreken in het belastbare tijdperk waarin de meerwaarde is verwezenlijkt, kan de belastingplichtige uiteraard geen aanspraak maken op de gespreide belasting);
- waarin de als herbelegging verkregen effecten op enige wijze worden vervreemd voor het verstrijken van een termijn van vijf jaar vanaf de datum van de verkrijging;
- waarvoor geen opgave 275 K wordt ingediend;
- waarin de beroepswerkzaamheid wordt stopgezet.
In die gevallen wordt het nog niet-belaste gedeelte van de meerwaarde volledig onder de belastbare winst van het in het vorig lid vermelde belastbare tijdperk opgenomen.
VIII. BIJZONDERHEDEN INZAKE VEN.B
Nummer 513/8
Om het voormelde stelsel van de gespreide belasting te kunnen genieten wordt niet uitdrukkelijk vereist dat moet voldaan zijn aan de in art. 190, WIB 92, bedoelde onaantastbaarheidsvoorwaarde.
Derhalve kunnen zich de volgende mogelijkheden voordoen :
1° het bedrag van de voorlopig vrijgestelde meerwaarden wordt niet naar afzonderlijke rekeningen van het passief overgeboekt;
2° het bedrag van de voorlopig vrijgestelde meerwaarde wordt op afzonderlijke rekeningen van het passief geboekt en naargelang de belastbaarheid ervan aan die rekeningen onttrokken.
A. EERSTE MOGELIJKHEID : HET BEDRAG VAN DE VOORLOPIG VRIJGESTELDE MEERWAARDE WORDT NIET OP AFZONDERLIJKE REKENINGEN VAN HET PASSIEF GEBOEKT
Nummer 513/9
Indien de verwezenlijkte niet-monetaire meerwaarde niet op afzonderlijke rekeningen van het passief wordt geboekt, wordt het voorlopig vrijgestelde bedrag van die meerwaarde (d.w.z. 5/6 van de totale meerwaarde) tijdens het boekjaar van de verwezenlijking van de effecten samen met de andere "niet belastbare bestanddelen" (vrijstelling voor aanvullend personeel voor wetenschappelijk onderzoek, vrijgestelde giften, enz.) van de winst van dat belastbare tijdperk afgetrokken.
Voor elk van de vijf volgende belastbare tijdperken moet in de regel telkens 1/6 van de meerwaarde (en het saldo ervan bij verval van de gespreide belasting - zie nr 513/7) als een "verworpen uitgave" in de maatschappelijke winst van die tijdperken worden opgenomen. Dat deel van de meerwaarde wordt aan de gewone aanslag in de Ven.B onderworpen.
Die toevoeging aan de maatschappelijke winst moet evenwel worden beperkt tot de voorheen verleende aftrek.
B. TWEEDE MOGELIJKHEID : HET BEDRAG VAN DE VOORLOPIG VRIJGESTELDE MEERWAARDE WORDT OP AFZONDERLIJKE REKENINGEN VAN HET PASSIEF GEBOEKT EN NAARGELANG DE BELASTBAARHEID ERVAN AAN DIE REKENINGEN ONTTROKKEN
Nummer 513/10
In dergelijk geval worden zoals voor de vrijgestelde meerwaarden die wel aan de voorwaarden van art. 190, WIB 92, zijn onderworpen, de passiefrekeningen waarop het vrijgestelde bedrag (t.t.z. 5/6) van die meerwaarde is geboekt, aangemerkt als rekeningen van vrijgestelde reserves die in de opgave van de vrijgestelde reserves (opgave 328S) moeten worden ingeschreven.
Nummer 513/11
...