Artikel 87, KB/WIB 92

Art. 87, 3°bis, treedt in werking op 01.12.2022 en is van toepassing op de vanaf die datum betaalde of toegekende premies. (art. 1 en 3, KB 13.11.2022 - B.S. 25.11.2022; Numac: 2022034147)

Behoudens de door de wet en door internationale overeenkomsten bepaalde vrijstellingen, is de bedrijfsvoorheffing aan de bron verschuldigd op:

a) beroepsinkomsten als vermeld in artikel 23, § 1, 4° en 5°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 die de in de artikelen 3, 179 of 220 van hetzelfde Wetboek vermelde personen als schuldenaar, bewaarder, mandataris of tussenpersoon in België of in het buitenland betalen of toekennen.

b) beroepsinkomsten als vermeld in artikel 23, § 1, 4° en 5°, van voormeld Wetboek die in de artikelen 227 van hetzelfde Wetboek vermelde niet-inwoners in België of in het buitenland betalen of toekennen, voor wie die inkomsten beroepskosten zijn in de zin van artikel 237 van hetzelfde Wetboek.

2° bezoldigingen die volledig of hoofdzakelijk bestaan uit fooien of dienstpercenten, door de cliënteel betaald aan personen die in België krachtens een arbeidsovereenkomst tewerkgesteld zijn door belastingschuldigen als vermeld in artikel 86;

2°bis winst en baten als vermeld in artikel 90, eerste lid, 1°bis, van hetzelfde Wetboek;

3° prijzen, subsidies, renten of pensioenen als vermeld in artikel 90, eerste lid, 2°, van hetzelfde Wetboek;

3°bis premies als vermeld in artikel 90, eerste lid, 2°bis, van hetzelfde Wetboek;

4° uitkeringen of kapitalen als vermeld in artikel 90, eerste lid, 3° en 4°, van hetzelfde Wetboek, die rijksinwoners betalen of toekennen aan niet-rijksinwoners;

4°bis persoonlijke vergoedingen uit de exploitatie van een uitvinding, als vermeld in artikelen 90, eerste lid, 12°, en 228, § 2, 9°, k, van hetzelfde Wetboek, betaald of toegekend aan onderzoekers;

5° hierna vermelde inkomsten wanneer zij aan niet-inwoners als vermeld in artikel 227 van hetzelfde Wetboek, worden betaald of toegekend:

a) winst en baten als vermeld in artikel 90, eerste lid, 1°, van hetzelfde Wetboek;

b) commissielonen, provisies, vacatiegelden, toelagen, erelonen en alle andere vergoedingen wegens prestaties of diensten van welke aard ook, zomede auteurs-reproduktie- en andere gelijkaardige rechten, die in artikel 86 vermelde personen toevallig of niet in België, in het kader van hun beroepswerkzaamheid of van hun voorwerp, betalen of toekennen aan welke personen ook voor wie die retributies in artikel 23, § 1, 2°, van hetzelfde Wetboek vermelde baten zijn;

c) winst als vermeld in artikel 228, § 2, 3°, b, van hetzelfde Wetboek;

d) inkomsten vermeld in artikel 228, § 2, 8°, van hetzelfde Wetboek;

e) winst als vermeld in artikel 228, § 2, 3°, d, van hetzelfde Wetboek;

f) inkomsten vermeld in artikel 228, § 3, van hetzelfde Wetboek;

6° presentiegelden door in artikel 86 vermelde personen betaald of toegekend aan welke personen ook voor wie die presentiegelden baten zijn als vermeld in artikel 23, § 1, 2°, van hetzelfde Wetboek;

7° het geheel van de winst en de baten die overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 29, §1, en 364 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 worden geacht te zijn toegekend aan niet-inwonende vennoten of leden van vennootschappen of verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid, vermeld in artikel 229, §3, van hetzelfde Wetboek.

8° meerwaarden die door niet-inwoners als vermeld in artikel 227, 1° of 2°, van hetzelfde Wetboek worden verwezenlijkt bij de overdracht onder bezwarende titel van in België gelegen onroerende goederen of van zakelijke rechten met betrekking tot zulke goederen, voor zover die meerwaarden begrepen zijn in de in artikel 228, § 2, 3°, a, en 4° van hetzelfde Wetboek vermelde winst of baten.

9° vergoedingen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van winst of van baten, zelfs indien ze op een vorige beroepswerkzaamheid betrekking hebben.