Artikel 435, WIB 92

Art. 435, § 1, tweede lid, en § 3, eerste lid, is van toepassing voor alle situaties waarin de berichten bedoeld in artikel 433, § 1, WIB 92 verzonden worden na 01.01.2024 (art. 79 en 81, 1ste lid, W 28.12.2023 - B.S. 29.12.2023; Numac: 2023048795)

[Art. 435 is opgeheven bij de wet van 13.04.2019 (B.S. 30.04.2019; Numac: 2019041000) uitgezonderd voor de gevallen bedoeld in artikel 138 van die wet]


§ 1. Wanneer de in artikel 433 bedoelde akte verleden is, geldt de in artikel 434 bedoelde kennisgeving als beslag onder derden in handen van de notaris op de bedragen en waarden die hij krachtens de akte onder zich houdt voor rekening of ten bate van de belastingschuldige en geldt als verzet tegen de prijs in de zin van artikel 1642 van het Gerechtelijk Wetboek in de gevallen waarin de notaris gehouden is de bedragen en waarden overeenkomstig de artikelen 1639 tot 1654 van het Gerechtelijk Wetboek te verdelen.

Onverminderd de rechten van derden, is de notaris, wanneer de in artikel 433 bedoelde akte verleden is, ertoe gehouden onder voorbehoud van toepassing van de artikelen 1639 tot 1654 van het Gerechtelijk Wetboek, de bedragen en waarden die hij krachtens de akte onder zich houdt voor rekening of ten bate van de belastingschuldige, uiterlijk de zevende werkdag die volgt op het verlijden van de akte, aan de in artikel 434 bedoelde ontvanger te storten tot beloop van het bedrag van de belastingen en bijbehoren dat hem ter uitvoering van artikel 434 ter kennis werd gebracht en in zoverre deze belastingen en bijbehoren een zekere en vaststaande schuld in de zin van artikel 410 vormen.

Daarenboven, wanneer de aldus door beslag onder derden getroffen sommen en waarden minder bedragen dan het totaal van de sommen verschuldigd aan de ingeschreven schuldeisers en aan de verzetdoende schuldeisers, hierin begrepen de ontvanger, moet de notaris, op straffe van persoonlijke aansprakelijkheid voor het overschot, uiterlijk de eerste werkdag die volgt op het verlijden van de akte hierover informeren aan:

1° de dienst belast met informatie- en communicatietechnologie van de Federale Overheidsdienst Financiën, op elektronische wijze;

2° de ontvanger bedoeld in artikel 434 bij een aangetekende brief, wanneer de notaris omwille van overmacht of een technische storing de inlichtingen niet kan verstrekken overeenkomstig de bepaling onder 1° of wanneer hij het bericht bedoeld in artikel 433, § 1, bij aangetekende brief heeft verzonden.

De datum van de inlichting is, naar gelang het geval, de datum van ontvangstmelding meegedeeld door de dienst belast met informatie- en communicatietechnologie van de Federale Overheidsdienst Financiën, of de datum van verzending van de aangetekende brief.

§ 2. Wanneer eenzelfde inlichting achtereenvolgens wordt verzonden overeenkomstig de procedures voorzien respectievelijk in paragraaf 1, derde lid, 1° en 2°, dan zal de inlichting opgesteld overeenkomstig paragraaf 1, derde lid, 2°, slechts primeren wanneer de verzendingsdatum ervan de verzendingsdatum van de inlichting opgesteld overeenkomstig paragraaf 1, derde lid, 1°, voorafgaat.

§ 3. Onverminderd de rechten van derden, kan de overschrijving of de inschrijving van de akte, niet aan de Staat tegengeworpen worden indien de inschrijving van de wettelijke hypotheek geschiedt binnen zeven werkdagen vanaf de datum van de inlichting bedoeld in paragraaf 1, vierde lid.

Alle niet-ingeschreven schuldvorderingen waarvoor slechts na het verstrijken van de in paragraaf 1, derde lid, bepaalde termijn wordt beslag gelegd of verzet aangetekend, zijn zonder uitwerking ten opzichte van de schuldvorderingen inzake belastingen en bijbehoren, welke ter uitvoering van artikel 434 werden ter kennis gebracht.

§ 4. De Koning bepaalt de praktische toepassingsvoorwaarden van dit artikel.