Commentaar van art. 87, WIB 92 (bijwerking)

Bijwerkingen van 01.01.2010

TITEL II: PERSONENBELASTING

HOOFDSTUK II: GRONDSLAG VAN DE BELASTING

Afdeling IV: Beroepsinkomen

Onderafdeling IV: Toekenning en toerekening van een deel van de beroepsinkomsten aan de echtgenoot

Art. 87, WIB 92

I. VOORWOORD

87/0

II. WETTEKSTEN

87/1

III. ALGEMEEN

87/2

IV. BEPERKING

87/3

V. UITZONDERINGEN

87/4

VI. PRAKTISCHE BEREKENINGSREGELS

A. Eerste hypothese : slechts één echtgenoot heeft beroepsinkomsten

B. Tweede hypothese : beide echtgenoten hebben beroepsinkomsten

87/5-8

87/5

87/6-8

VII. IN AANMERKING TE NEMEN BEROEPSINKOMSTEN

A. Voorafgaande opmerkingen

B. Geen van de echtgenoten heeft beroepsverliezen

C. Ten minste één echtgenoot heeft beroepsverliezen

87/9-21

87/9-10

87/11-12

87/13-21

VIII. AARD VAN HET HUWELIJKSQUOTIENT

87/22-24

Art. 87, WIB 92

I. VOORWOORD

Nummer 87/0

Met het oog op een rationele indeling van de te behandelen stof, worden de art. 87, 88 en 89, WIB 92, samen besproken. De commentaar op art. 86, WIB 92, omvat een gedeelte van de commentaar op art. 89, WIB 92.

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

II. WETTEKSTEN

Nummer 87/1

Art. 87.– Wanneer een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd en slechts één van de echtgenoten beroepsinkomsten heeft verkregen, wordt een deel daarvan toegerekend aan de andere echtgenoot, behalve wanneer daardoor de aanslag wordt verhoogd.

Dat deel bedraagt 30 pct. van die inkomsten, doch mag niet hoger zijn dan 6.700 EUR.

Art. 88.– Wanneer een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd en de beroepsinkomsten van één echtgenoot minder bedragen dan 30 pct. van het totale bedrag van de beroepsinkomsten van beide echtgenoten, wordt hem van de beroepsinkomsten van de andere echtgenoot een zodanig deel toegerekend dat de som van zijn eigen beroepsinkomsten en het toegerekend deel 30 pct. van dat totale bedrag bereikt, doch niet hoger is dan 6.700 EUR. Deze bepaling wordt niet toegepast wanneer daardoor de aanslag wordt verhoogd.

Art. 89.– Voor het toekennen en het toerekenen van een deel van de beroepsinkomsten aan de echtgenoot, worden de beroepsinkomsten die afzonderlijk worden belast buiten beschouwing gelaten.

Wanneer de beroepsinkomsten van een van de echtgenoten vallen onder twee of meer in artikel 23 bedoelde categorieën en een deel van die beroepsinkomsten wordt toegekend of toegerekend aan de andere echtgenoot, wordt dat deel evenredig samengesteld uit beroepsinkomsten van dezelfde

categorieën.

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

III. ALGEMEEN

Nummer 87/2

Krachtens de art. 87 en 88, WIB 92, kan aan de echtgenoot die geen of geringe beroepsinkomsten heeft verkregen, een deel van de beroepsinkomsten (winst, baten, bezoldigingen, pensioenen) van de andere echtgenoot worden toegerekend waarop bepaalde fiscale aftrekken mogelijk zijn; dat deel wordt bovendien los van de andere inkomsten tegen zijn eigen tarief belast.

Het deel van de beroepsinkomsten dat aldus aan de andere echtgenoot wordt toegerekend, wordt "huwelijksquotiënt" genoemd.

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

IV. BEPERKING

Nummer 87/3

De beroepsinkomsten van de echtgenoot met het laagste beroepsinkomen mogen, ingevolge de

toerekening van het huwelijksquotiënt, niet meer dan 30 % van het totale beroepsinkomen van het

gezin bedragen, noch 6.700 EUR overschrijden.

Rekening houdend met de indexatie, wordt het bedrag van 6.700 EUR als volgt verhoogd:

Aanslagjaar

Geïndexeerd bedrag

2008

8.720 EUR

2009

8.880 EUR

2010 en 2011

9.280 EUR

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

V. UITZONDERINGEN

Nummer 87/4

Gehuwden en wettelijk samenwonenden die, voor een bepaald aanslagjaar, afzonderlijk belast worden krachtens art. 126, § 2, WIB 92, (zie commentaar op dat artikel), kunnen in geen geval aanspraak maken op de bepalingen van de art. 87 tot 89, WIB 92.

Anderzijds kan het gebeuren dat de toerekening van het huwelijksquotiënt in bepaalde bijzondere gevallen tot een hogere belasting leidt dan die welke door de echtgenoten zou verschuldigd zijn indien er geen huwelijksquotiënt was toegerekend. Om te vermijden dat de toerekening van het

huwelijksquotiënt nadelig is voor de belastingplichtigen, bepalen de art. 87, eerste lid, en 88, tweede lid, WIB 92 uitdrukkelijk dat het huwelijksquotiënt niet wordt toegepast wanneer daardoor de aanslag wordt verhoogd.

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

VI. PRAKTISCHE BEREKENINGSREGELS

A. EERSTE HYPOTHESE: SLECHTS EEN ECHTGENOOT HEEFT BEROEPSINKOMSTEN

Nummer 87/5

Het betreft hier het geval waarin één van de echtgenoten geen beroepsinkomsten heeft verkregen of er geen meer heeft (b.v. omdat zij door de aanrekening van zijn beroepsverliezen zijn opgeslorpt).

In dit geval wordt het beroepsinkomen (zie 87/9 tot 21) van de andere echtgenoot verminderd met 30% van dit inkomen met een maximum van 6.700 EUR (te indexeren bedrag - zie 87/3).

Indien de echtgenoot aan wie een huwelijksquotiënt zou moeten worden toegerekend reeds een meewerkinkomen heeft dat volledig is opgeslorpt door de aanzuivering van beroepsverliezen, moet het huwelijksquotiënt:

- tot nul worden teruggebracht indien het minder bedraagt dan het meewerkinkomen;

- in de andere gevallen met het meewerkinkomen worden verminderd (voor meer details wordt

verwezen naar 87/17).

Het aldus vastgestelde bedrag vormt het huwelijksquotiënt dat aan de echtgenoot zonder beroepsinkomsten wordt toegerekend; het wordt tevens van de beroepsinkomsten van de andere echtgenoot afgetrokken.

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

B. TWEEDE HYPOTHESE: BEIDE ECHTGENOTEN HEBBEN BEROEPSINKOMSTEN

Voorafgaande opmerking

Nummer 87/6

Voor de toepassing van de hierna volgende regels wordt het meewerkinkomen als een persoonlijk beroepsinkomen van de meewerkende echtgenoot beschouwd.

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

Eerste geval

Nummer 87/7

Het beroepsinkomen (zie 87/9 tot 21) van elk van de echtgenoten bedraagt meer dan 6.700 EUR (te indexeren bedrag – zie 87/3).

Het huwelijksquotiënt is in dit geval gelijk aan nul.

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

Tweede geval

Nummer 87/8

Het beroepsinkomen (zie 87/9 tot 21) van ten minste één van de echtgenoten bedraagt minder dan 6.700 EUR (te indexeren bedrag – zie 87/3).

In dit geval wordt als volgt gehandeld:

1° de beroepsinkomsten van beide echtgenoten samentellen;

2° 30% van dit totaal nemen en in voorkomend geval beperken tot 6.700 EUR (te indexeren bedrag – zie 87/3);

3° het sub 2° verkregen resultaat verminderen met de beroepsinkomsten van de echtgenoot met

het laagste beroepsinkomen;

4° als het verschil positief is vormt het in principe het huwelijksquotiënt.

Indien de echtgenoot die een huwelijksquotiënt toegerekend krijgt reeds een meewerkinkomen heeft dat gedeeltelijk opgeslorpt is door de aanzuivering van beroepsverliezen, moet het in 4° verkregen verschil nog worden verminderd met het deel van het meewerkinkomen dat voor de aanzuivering van de beroepsverliezen heeft gediend (voor meer details wordt verwezen naar 87/17).

Het huwelijksquotiënt wordt vervolgens:

- afgetrokken van de belastbare beroepsinkomsten van de echtgenoot van wie de inkomsten het

hoogst zijn;

- als eigen beroepsinkomen toegevoegd aan de beroepsinkomsten van de andere echtgenoot.

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

VII. IN AANMERKING TE NEMEN BEROEPSINKOMSTEN

A. VOORAFGAANDE OPMERKINGEN

Nummer 87/9

In tegenstelling tot het meewerkinkomen wordt het huwelijksquotiënt niet berekend op het nettoinkomen van één welbepaalde beroepswerkzaamheid, maar wel op het totaal van de gezamenlijk belastbare beroepsinkomsten (de beroepsinkomsten die afzonderlijk worden belast, worden buiten beschouwing gelaten voor het berekenen van het huwelijkquotiënt – cf. art. 89, WIB 92).

Gelet op de mogelijkheid die een aantal belastingplichtigen reeds hebben om een deel van hun eigen beroepsinkomsten aan de meewerkende echtgenoot toe te kennen, past het overigens met die toekenning rekening te houden bij de berekening van het huwelijksquotiënt.

Bovendien moet onderscheid worden gemaakt tussen gevallen waarin één van de echtgenoten aftrekbare beroepsverliezen heeft en de andere gevallen.

In dit verband wordt nog eens herhaald (zie 87/5 tot 87/8) dat indien één van de echtgenoten een meewerkinkomen heeft gekregen dat geheel of gedeeltelijk door beroepsverliezen is opgeslorpt, het toe te rekenen huwelijksquotiënt in dezelfde mate moet worden verminderd.

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

Nummer 87/10

De logica verzet zich ertegen dat een echtgenoot die van de andere echtgenoot een meewerkinkomen uit een bepaalde werkzaamheid heeft gekregen, aan deze laatste op zijn beurt een meewerkinkomen uit een andere werkzaamheid toekent.

In dezelfde gedachtengang kan ook niet aanvaard worden dat één van de echtgenoten enerzijds aan de andere echtgenoot een meewerkinkomen toekent en anderzijds van diezelfde echtgenoot een huwelijksquotiënt toegerekend krijgt.

Wederkerige toekenningen (als meewerkinkomen en/of als huwelijksquotiënt) zijn derhalve uitgesloten.

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

B. GEEN VAN DE ECHTGENOTEN HEEFT BEROEPSVERLIEZEN

Nummer 87/11

Het betreft hier gevallen waarin de art. 23, § 2, 2° en 3°, en 129, WIB 92, voor geen van beide echtgenoten toepassing vinden.

Vooraleer eventueel een huwelijksquotiënt toe te rekenen, moet voor elk van de echtgenoten afzonderlijk als volgt worden gehandeld:

1° de gezamenlijk belastbare inkomsten uit iedere beroepswerkzaamheid (d.w.z. de inkomsten verkregen uit iedere beroepswerkzaamheid, na aftrek van de beroepskosten die op deze inkomsten drukken, de afzonderlijk belastbare inkomsten en het deel van de winst of baten dat om economische redenen is vrijgesteld - zie eveneens commentaar op art. 23, WIB 92) vaststellen;

2° in voorkomend geval het meewerkinkomen toekennen;

3° de beroepsinkomsten samentellen.

Daarna, naargelang het geval, handelen zoals aangegeven in 87/5 of in 87/6 tot 8, met uitzondering van het bepaalde in het voorlaatste lid van 87/5 en 87/8, dat hier zonder voorwerp is.

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

Voorbeeld (aj. 2011)

Nummer 87/12

Gezin waarin beide echtgenoten werknemers zijn. De bezoldigingen bedragen:

- voor echtgenoot 1: 25.000 EUR

- voor echtgenoot 2: _5.000 EUR

- totaal: 30.000 EUR

Huwelijksquotiënt:

30.000 EUR x 30 % = 9.000 EUR

Daar echtgenoot 2 reeds een inkomen van 5.000 EUR heeft, moet het huwelijksquotiënt worden

beperkt tot:

9.000 EUR – 5.000 EUR = 4.000 EUR.

Na toerekening van het huwelijksquotiënt moeten de beroepsinkomsten (bezoldigingen) als volgt

worden aangerekend:

Echtgenoot 1: 25.000 EUR - 4.000 EUR = 21.000 EUR;

Echtgenoot 2: 5.000 EUR + 4.000 EUR = 9.000 EUR.

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

C. TEN MINSTE EEN ECHTGENOOT HEEFT BEROEPSVERLIEZEN

Nummer 87/13

Het betreft hier de gevallen waarin art. 23, § 2, 2° en/of 3°, WIB 92, bij ten minste één echtgenoot toepassing vindt.

Vooraleer eventueel een huwelijksquotiënt toe te rekenen, moet voor elk van de echtgenoten afzonderlijk als volgt worden gehandeld:

1° de gezamenlijk belastbare inkomsten uit iedere beroepswerkzaamheid (d.w.z. de inkomsten verkregen uit iedere beroepswerkzaamheid, na aftrek van de beroepskosten die op deze inkomsten drukken, de afzonderlijk belastbare inkomsten en het deel van de winst of baten dat om economische redenen is vrijgesteld - zie eveneens (commentaar op art. 23, WIB 92) vaststellen;

2° in voorkomend geval de toekenning aan de meewerkende echtgenoot (meewerkinkomen) bepalen.

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

Nummer 87/14

Bij de echtgenoot die het meewerkinkomen toekent:

1° het meewerkinkomen in mindering brengen van de inkomsten die op die beroepswerkzaamheid betrekking hebben;

2° vervolgens, naargelang het geval:

- ofwel de beroepsinkomsten van de verschillende werkzaamheden samentellen;

- ofwel die beroepsinkomsten compenseren met de aftrekbare beroepsverliezen van het belastbare tijdperk (art. 23, § 2, 2°, WIB 92) en van vorige belastbare tijdperken (art. 23, § 2, 3°, WIB 92).

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

Nummer 87/15

Bij de meer werkende echtgenoot:

1° eerst de beroepsverliezen (art. 23, § 2, WIB 92) aftrekken van de beroepsinkomsten met uitzondering van het meewerkinkomen;

2° vervolgens:

- ofwel het meewerkinkomen aan de nog resterende beroepsinkomsten toevoegen;

- ofwel de overblijvende beroepsverliezen van het meewerkinkomen aftrekken.

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

Nummer 87/16

Indien na de in 87/14 en 87/15 vermelde bewerkingen bij één echtgenoot een beroepsverlies overblijft, wordt het huwelijksquotiënt enkel berekend op basis van de resterende beroepsinkomsten van de andere echtgenoot, d.w.z. zonder rekening te houden met het niet aangezuiverde beroepsverlies. Dat verlies zal later o.m. van het huwelijksquotiënt worden afgetrokken (zie voorbeelden in 87/20 en 87/21).

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

Nummer 87/17

De aandacht wordt erop gevestigd dat de aftrek van beroepsverliezen (van hetzelfde belastbare tijdperk en van vorige belastbare tijdperken) naargelang het geval, in twee of drie fasen kan geschieden:

1° bij de echtgenoot die een meewerkinkomen heeft gekregen gebeurt de eerste aftrek van het totaal van zijn eigen beroepsinkomsten met uitzondering van het meewerkinkomen; bij de andere echtgenoot gebeurt die aftrek eveneens van het totaal van zijn beroepsinkomsten maar hier na aftrek van het meewerkinkomen;

2° in voorkomend geval wordt de aftrek van de beroepsverliezen bij de echtgenoot die een meewerkinkomen heeft gekregen vervolgens op dat meewerkinkomen verdergezet;

3° indien de echtgenoot die het meewerkinkomen ontvangen heeft ook nog een huwelijksquotiënt toegerekend krijgt en de beroepsverliezen van die echtgenoot na de hierboven vermelde eerste twee fasen nog niet volledig aangezuiverd zijn, zal het nog niet aangezuiverde deel van de beroepsverliezen vervolgens van en maximaal ten belope van het huwelijksquotiënt worden afgetrokken (de echtgenoot die het huwelijksquotiënt toerekent kan in dit stadium per definitie geen nog te recupereren beroepsverliezen meer hebben.

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

Nummer 87/18

Het huwelijksquotiënt wordt naargelang het geval berekend volgens het bepaalde in 87/5 of 87/8. Er wordt aan herinnerd dat het aldus verkregen resultaat steeds moet worden verminderd met het deel van de beroepsverliezen dat van het meewerkinkomen is afgetrokken.

Deze regel beantwoordt aan de bedoeling van de wetgever dat de toerekening van een deel van de beroepsinkomsten van één der echtgenoten aan de andere in de vorm van een huwelijksquotiënt, slechts als een aanvulling van het meewerkinkomen mag gebeuren voor zover beide bestanddelen samen niet hoger zijn dan 30% (met een absoluut maximum van 6.700 EUR – te indexeren bedrag – zie 87/3) van het totale beroepsinkomen van het gezin.

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

Nummer 87/19

Indien, ondanks de toekenning van een meewerkinkomen en/of een huwelijksquotiënt, na de toepassing van de drie in 87/17 uiteengezette fasen nog een beroepsverlies overblijft, wordt dat verlies later van de inkomsten van de andere echtgenoot afgetrokken (zie commentaar op art. 129, WIB 92).

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

Voorbeeld 1

Nummer 87/20

Gezin waarin echtgenoot 1 een vrij beroep uitoefent. Echtgenoot 2 helpt hem bij zijn werkzaamheid en exploiteert tevens een kleine handelszaak.

Gegevens:

Echtgenoot 1 :

- Bruto-Honoraria :

55.000 EUR

- Werkelijke beroepskosten :

26.250 EUR

- Investeringsaftrek :

3.750 EUR

- Toekenning meewerkinkomen :

2.500 EUR

- Vorig verlies :

Echtgenoot 2 :

- Brutowinst :

17.500 EUR

- Werkelijke beroepskosten :

10.000 EUR

- Vrijgestelde bestanddelen :

0 EUR

- Vorig verlies

8.000EUR

Echtgenoot 1

Echtgenoot 2

Baten

Winst

Baten

Bruto-inkomsten

55.000 EUR

17.500 EUR

Beroepskosten

- 26.250 EUR

- 10.000 EUR

Verschil

28.750 EUR

7.500 EUR

Investeringsaftrek

- 3.750 EUR

…………0 EUR

25.000 EUR

7.500 EUR

Vorig verlies (echtgenoot 2)

(*)- 7.500 EUR

Verschil

25.000 EUR

0 EUR

Meewerkinkomen

- 2.500 EUR

0 EUR

2.500 EUR

22.500 EUR

0 EUR

2.500 EUR

Vorige verliezen

- 5.000 EUR

0 EUR

- 500 EUR

Verschil

17.500 EUR

0 EUR

2.000 EUR

(*) vorig verlies van echtgenoot 2 :

8.000 EUR

Afgetrokken van de winst van echtegenoot 2:

7.500 EUR

Nog te compenseren verlies

500 EUR

Aan echtegenoot 2 toe te rekenen huwelijksquotiënt

(19.500 EUR x 30 % - 2.500 EUR – 2.500 EUR =

3.350 EUR

(**) Beroepsinkomsten van echtgenoot 2:

2.000 EUR

Doel van het meewerkinkomen dat door een (vorig) beroepsverlies is opgeslorpt :

500 EUR

Totaal :

2.500 EUR

Beroepsinkomsten na toerekening van het huwelijksquotiënt

Echtgenoot 1

Conjoint 2

Baten

Winst

Baten

Overdracht :

17.500 EUR

0 EUR

2.000 EUR

Huwelijksquotiënt

- 3.350 EUR

+ 3.350 EUR

14.150 EUR

0 EUR

5.350 EUR

5.350 EUR

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

Voorbeeld 2

Nummer 87/21

Zelfde gegevens als in het eerste voorbeeld, maar het vorig verlies van echtgenoot 2 bedraagt 16.500 EUR.

Echtgenoot 1

Echtgenoot 2

Baten

Winst

Baten

Bruto-inkomsten

55.000 EUR

17.500 EUR

Beroepskosten

- 26.250 EUR

- 10.000 EUR

Verschil

28.750 EUR

7.500 EUR

Investeringsaftrek

- 3.750 EUR

…………0 EUR

25.000 EUR

7.500 EUR

Vorig verlies (echtgenoot 2)

(*)- 7.500 EUR

Verschil :

25.000 EUR

0 EUR

Meewerkinkomen :

- 2.500 EUR

0 EUR

2.500 EUR

22.500 EUR

0 EUR

2.500 EUR

Vorige verliezen

- 5.000 EUR

0 EUR

- 2.500 EUR

Verschil :

17.500 EUR

0 EUR

0 EUR

(*) Vorig verlies van echtgnoot 2 :

16.500 EUR

Afgetrokken van de winst van de echtgenoot 2 :

- 7.500 EUR

Nog te compenseren verlies :

9.000 EUR

Deel dat van het meewerkinkomen kan worden afgetrokken 2.500 EUR

Voor de berekening van het huwelijksquotiënt in aanmerking te nemen beroepsinkomsten

- echtgenoot 1 :

17.500 EUR

- echtgenoot 2 :

0 EUR

Totaal :

17.500 EUR

Aan echtgenoot 2 toe te rekenen huwelijksquotiënt :

(17.500 EUR x 30 % - 2.500 EUR (**) = 5.250 EUR – 2.500 EUR =

2.750 EUR

(**) Beroepsinkomsten van echtgenoot 2 :

0 EUR

Deel van het meewerkinkomen dat door een (vorig) beroepsverlies is opgeslorpt :

2.500 EUR

Totaal :

2.500 EUR

Echtgenoot 1

Echtgenoot 2

Baten

Winst

Baten

Overdracht :

17.500 EUR

0 EUR

0 EUR

Huwelijksquotiënt

- 2.750 EUR

0 EUR

+ 2.750 EUR

14.750 EUR

0 EUR

2.750 EUR

Vorig verlies (echtgenoot 2)

- 2.750 EUR

Verschil

14.700 EUR

0 EUR

0 EUR :

Toepassing van art. 129, WIB 92 (aanrekening van verliezen tussen echtgenoten)

(*)- 3.750 EUR

11.000 EUR

(*) Vorig verlies van echtgenoot 2 :

16.500 EUR

Afgetrokken van de winst van echtgenoot 2 :

- 7.500 EUR

Van het meewerkinkomen afgetrokken :

- 2.500 EUR

Nog te compenseren verlies :

6.500 EUR

Deel van het huwelijksquotiënt kan worden afgetrokken :

- 2.750 EUR

Saldo dat op de inkomsten van de man moet worden aangerekend :

3.750 EUR

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

VIII. AARD VAN HET HUWELIJKSQUOTIENT

Nummer 87/22

Het huwelijksquotiënt wordt beschouwd als een eigen inkomen van de echtgenoot aan wie het wordt toegerekend.

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

Nummer 87/23

Daar het huwelijksquotiënt van het totale beroepsinkomen van de echtgenoot met de hoogste beroepsinkomsten wordt afgenomen, wordt aangenomen dat het evenredig is samengesteld uit dezelfde bestanddelen als die welke bij de toekennende echtgenoot voorkomen. Dit betekent dat als die echtgenoot inkomsten van verschillende categorieën (winst, baten van een vrij beroep, pensioenen, enz.) en/of van verschillende oorsprong (Belgische inkomsten, bij verdrag vrijgestelde of tegen verlaagd tarief belastbare buitenlandse inkomsten) heeft verkregen, het huwelijksquotiënt geacht wordt in dezelfde verhoudingen uit diezelfde bestanddelen te zijn samengesteld.

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001

Voorbeeld (aj. 2011)

Nummer 87/24

Gezin waarin slechts 1 echtgenoot beroepsinkomsten heeft verkregen (uit verschillende beroepswerkzaamheden). Voor de berekening van het huwelijksquotiënt moeten de volgende inkomsten in aanmerking worden genomen:

Belgische inkomsten

Buitenlandse inkomsten (belastbaar tegen verlaagd tarief)

Buitenlandse inkomsten (bij verdrag vrijgesteld)

Handelswinst :

7.500 EUR

Bezoldigingen van bedrijfsleider :

25.000 EUR

Pensioen :

5.000 EUR

Voor de berekening van het huwelijksquotiënt in aanmerking te nemen beroepsinkomsten:

7.500 EUR + 25.000 + 5.000 EUR = 37.500 EUR

Het huwelijksquotiënt wordt beperkt tot 9.280 EUR en is samengesteld uit:

- tegen verlaagd tarief belastbare winst van

buitenlandse oorsprong:

9.280 EUR x 7.500 EUR/37.500 EUR = 1.856 EUR

- Belgische bezoldigingen van bedrijfsleider:

9.280 EUR x 25.000 EUR/37.500 EUR = 6.187 EUR

- bij verdrag vrijgestelde pensioenen van buitenlandse

oorsprong:

9.280 EUR x 5.000 EUR/37.500 EUR = 1.237 EUR

- totaal: 9.280 EUR

Bijwerkingsdatum : 22.04.2011

Wijzigingsdatum : W. 10.08.2001