Commentaar van art. 509, WIB 92

Art. 509, WIB 92

I. WETTEKST

509/0

II. ALGEMEEN

509/1-3

III. AFTREKBARE BELASTINGEN

509/4-15

A. Belastingen die bij overgangsmaatregel als beroepskosten aftrekbaar zijn door binnenlandse kapitaalvennootschappen en door buitenlandse vennootschappen en lichamen

509/4-5

B. Belastingen die bij overgangsmaatregel als beroepskosten aftrekbaar zijn door binnenlandse personenvennootschappen

509/6-7

C. Belastingen die bij overgangsmaatregel als beroepskosten aftrekbaar zijn door natuurlijke personen die onderworpen zijn aan de PB of aan de BNI/nat.pers.

509/8-15

I. WETTEKST

Nummer 509/0

Art. 509. - Aftrekbare beroepskosten zijn, wanneer zij tijdens het belastbare tijdperk werden gedaan :

1° door kapitaalvennootschappen en door vennootschappen, verenigingen, inrichtingen of instellingen als vermeld in artikel 227 : de belastingen die zouden aftrekbaar zijn van de inkomsten belastbaar in de bedrijfsbelasting van een aanslagjaar dat 1963 voorafgaat, indien zij tijdig waren gevestigd en ten laste genomen, alsook de grondbelasting van het aanslagjaar 1962 betreffende onroerende goederen die belegd zijn in een onderneming waarvan het boekjaar in 1962 voor 31 december eindigt;

2° door vennootschappen als bedoeld in artikel 95, zoals dit bestond voor het werd opgeheven door de wet van 4 augustus 1986 houdende fiscale bepalingen : de belastingen die zouden aftrekbaar zijn van de inkomsten belastbaar in de bedrijfsbelasting van een aanslagjaar dat 1964 voorafgaat, indien zij tijdig waren gevestigd en ten laste genomen, alsook de onroerende voorheffing van het aanslagjaar 1963 betreffende onroerende goederen die belegd zijn in een onderneming waarvan het boekjaar in 1963 voor 31 december eindigt;

3° door rijksinwoners of niet-rijksinwoners respectievelijk bedoeld in de artikelen 3 of 227, 1° : de belastingen die zouden aftrekbaar zijn van de inkomsten belastbaar in de bedrijfs- en de aanvullende personele belasting van een aanslagjaar dat 1964 voorafgaat, indien zij tijdig waren gevestigd en ten laste genomen.

II. ALGEMEEN

Nummer 509/1

Art. 509, WIB 92, regelt de overgang van het stelsel van aftrekbaarheid van de inkomstenbelastingen naar het stelsel van de niet-aftrekbaarheid.

Het geeft een opsomming van sommige belastingen die bij wijze van overgangsmaatregel als beroepskosten aftrekbaar zijn van de in de PB, de Ven.B of de BNI belastbare inkomsten.

Die belastingen zijn gerangschikt in drie groepen naargelang ze betrekking hebben op :

1° de binnenlandse kapitaalvennootschappen en de buitenlandse vennootschappen en lichamen;

2° de binnenlandse personenvennootschappen;

3° de rijksinwoners en de niet-rijksinwoners.

Nummer 509/2

De krachtens het overgangsstelsel aftrekbare belastingen moeten worden in mindering gebracht van de inkomsten van het belastbare tijdperk tijdens hetwelk ze door de belastingplichtige zijn betaald of gedragen of tijdens hetwelk ze de aard van zekere en vaststaande schulden hebben verkregen en als zodanig zijn geboekt.

Nummer 509/3

De terugbetalingen van belastingen die voorheen terecht als beroepskosten zijn afgetrokken, moeten worden beschouwd als inkomsten van het belastbare tijdperk waarin ze zijn ontvangen of, in bepaalde gevallen, worden in mindering gebracht van de kosten van dat tijdperk (zie 509/12 en 15).

III. AFTREKBARE BELASTINGEN

A. BELASTINGEN DIE BIJ OVERGANGSMAATREGEL ALS BEROEPSKOSTEN AFTREKBAAR ZIJN DOOR BINNENLANDSE KAPITAALVENNOOTSCHAPPEN EN DOOR BUITENLANDSE VENNOOTSCHAPPEN EN LICHAMEN

1. Beginsel

Nummer 509/4

Art. 509, 1°, WIB 92, veroorlooft de binnenlandse kapitaalvennootschappen en de aan de BNI/ven. onderworpen buitenlandse vennootschappen en lichamen als beroepskosten af te trekken, de belastingen die zouden aftrekbaar geweest zijn van de inkomsten belastbaar in de BB van een aj. dat 1963 voorafgaat, indien ze tijdig waren gevestigd en ten laste genomen, alsook de GB van het aj. 1962 betreffende onroerende goederen die werden gebruikt voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid van een onderneming waarvan het boekjaar in 1962 voor 31 december eindigt.

2. Aftrekbare belastingen

Nummer 509/5

De krachtens art. 509, 1°, WIB 92, aftrekbare belastingen zijn :

1° de aanslagen van de aj. 1961 en vorige (met inbegrip van de navorderingen van rechten over die aanslagjaren) in :

- de BB en de erop geldende VA;

- de BB van 5 % op geheime commissielonen;

2° de aanslagen in de GB :

- van de aj. 1961 en vorige (met inbegrip van de navorderingen van rechten over die aanslagjaren);

- van het aj. 1962 (met inbegrip van de navorderingen van rechten over dit aanslagjaar) :

  • hetzij in de mate dat de GB 20 % van het KI te boven gaat (zie art. 45, 9° - vóór zijn wijziging bij art. 11, W 23.12.1974 (V 1385 - Bull. 526) - en het toenmalige art. 109, 2°, WIB - oud);
  • hetzij volledig indien de GB betrekking heeft op een onroerend goed dat belegd was in een onderneming die haar boekjaar in 1962 vóór 31 december afsloot;

3° de aanslagen - ongeacht het aj. waartoe zij behoren - in :

- de MB - met inbegrip van de 5 opcentiemen, art. 83ter, SWIB - op dividenden die betrekking hebben op een balans afgesloten vóór 31.12.1962;

- de door de vennootschap gedragen MB op :

  • inkomsten van leningen, schuldvorderingen en deposito's betaald tot 31.12.1962;
  • roerende inkomsten van buitenlandse oorsprong geïnd tot aan de afsluitingsdatum van het boekjaar 1961 of 1961-1962;

- de bijkomende MB van 40 % (art. 34, § 4, SWIB) gedragen door de vennootschap.

[Krachtens art. 245 - oud, KB/WIB, moet het gedeelte van deze bijkomende MB die betrekking heeft op het gedeelte van de interesten dat overeenkomstig art. 50, 1°, WIB, wordt in aanmerking genomen voor het bepalen van de belastbare grondslag van het aj. 1963, bij gezegde grondslag worden gevoegd en wordt het verrekend met de Ven.B, en zulks tot het bedrag van deze belasting.]

In de mate dat zij betrekking hebben op de bovenbedoelde aanslagen, zijn de belastingverhogingen en de nalatigheidsinteresten ingevolge laattijdige betaling eveneens aftrekbaar van de in de Ven.B belastbare winsten.

B. BELASTINGEN DIE BIJ OVERGANGSMAATREGEL ALS BEROEPSKOSTEN AFTREKBAAR ZIJN DOOR BINNENLANDSE PERSONENVENNOOTSCHAPPEN

1. Beginsel

Nummer 509/6

Art. 509, 2°, WIB 92, laat de binnenlandse personenvennootschappen toe als beroepskosten af te trekken, de belastingen die zouden aftrekbaar geweest zijn van de inkomsten belastbaar in de BB van een aj. dat 1964 voorafgaat, indien zij tijdig waren gevestigd en ten laste genomen, alsook de OV van het aj. 1963 betreffende onroerende goederen die werden gebruikt voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid van een onderneming waarvan het boekjaar in 1963 voor 31 december eindigt.

2. Aftrekbare belastingen

Nummer 509/7

De krachtens art. 509, 2°, WIB 92, aftrekbare belastingen zijn :

1° de aanslagen van de aj. 1962 en vorige (met inbegrip van de navorderingen van rechten over deze aanslagjaren) in :

- de BB - met inbegrip van de 5 opcentiemen, art. 83ter, SWIB - en de op deze aanslagen geldende VA;

- de BB van 5 % op geheime commissielonen;

- de aanslagen in de GB van de aj. 1962 en vorige (met inbegrip van de navorderingen van rechten over deze aanslagjaren);

- de aanslagen in de OV van het aj. 1963 (met inbegrip van de navorderingen van rechten over dit aj.) voor hun volledig bedrag, indien de OV betrekking heeft op onroerende goederen die waren gebruikt voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid van een onderneming waarvan het boekjaar in 1963 afsloot vóór 31 december (zie het toenmalige art. 109, 2°, WIB - oud, indien het boekjaar afsloot op 31.12.1963);

3° de aanslagen - ongeacht het aj. waaraan ze gehecht zijn -in :

- de MB - met inbegrip van de 5 opcentiemen, art. 83ter, SWIB - op inkomsten van belegde kapitalen die betrekking hebben op een balans afgesloten vóór 31.12.1963;

- de door de vennootschap gedragen MB op :

  • inkomsten van leningen, schuldvorderingen en deposito's betaald tot 31.12.1962;
  • roerende inkomsten van buitenlandse oorsprong geïnd tot aan de afsluiting van het boekjaar 1962 of 1962-1963;

- de bijkomende MB van 40 % (art. 34, § 4, SWIB) gedragen door de vennootschap (zie evenwel verwijzing (*) bij 509/5).

In de mate dat zij betrekking hebben op de bovenbedoelde aanslagen, zijn de belastingverhogingen en de nalatigheidsinteresten ingevolge laattijdige betaling eveneens aftrekbaar van de in de Ven.B belastbare winsten.

C. BELASTINGEN DIE BIJ OVERGANGSMAATREGEL ALS BEROEPSKOSTEN AFTREKBAAR ZIJN DOOR NATUURLIJKE PERSONEN DIE ONDERWORPEN ZIJN AAN DE PB OF AAN DE BNI/NAT.PERS.

1. Beginsel

Nummer 509/8

Art. 509, 3°, WIB 92, laat de natuurlijke personen die onderworpen zijn aan de PB of aan de BNI/nat.pers. toe als beroepskosten af te trekken, de belastingen die zouden aftrekbaar geweest zijn van de inkomsten belastbaar in de BB of in de APB van een aj. dat 1964 voorafgaat, indien zij tijdig waren gevestigd en ten laste genomen.

2. Belastingen die zouden aftrekbaar geweest zijn van de in de BB belastbare inkomsten

Nummer 509/9

Als beroepskosten mogen worden afgetrokken de belastingen die zouden aftrekbaar geweest zijn van de inkomsten belastbaar in de BB voor een aj. dat 1964 voorafgaat.

Nummer 509/10

De in 509/9 vermelde belastingen bevatten inzonderheid :

1° de BB van de aj. 1962 en vorige op beroepsinkomsten van de jaren 1961 (of boekjaren 1961-1962) en vorige, alsmede de op die BB gevestigde gemeentebelasting (BB/Gem.);

2° GB betreffende tot beroepsdoeleinden aangewende onroerende goederen of gedeelten ervan;

3° de belastingverhogingen alsook de nalatigheidsinteresten ingevolge laattijdige betaling, in de mate waarin die verhogingen of interesten betrekking hebben op belastingen of rechten die aftrekbaar zijn als beroepskosten.

Nummer 509/11

De belastingen waarvan sprake is in 509/9 en 10, zijn eventueel aftrekbaar boven de in art. 51, WIB 92, bepaalde forfaitaire beroepskosten.

3. Terugbetalingen van voorheen als beroepskosten afgetrokken belastingen

Nummer 509/12

Er wordt aan herinnerd dat de terugbetalingen bekomen tijdens een belastbaar tijdperk in de PB, die betrekking hebben op belastingen die vroeger terecht als beroepskosten zijn afgetrokken :

- moeten worden aangemerkt als een belastbare winst van het jaar of boekjaar waarin de belastingplichtige een zekere en vaststaande vordering op de teruggave verkrijgt, wanneer zij zijn verleend aan een exploitant van een nijverheids-, handels- of landbouwonderneming (zie 24/42);

- moeten worden afgetrokken van de werkelijke beroepskosten van het belastbare tijdperk tijdens hetwelk ze zijn gedaan wanneer zij zijn verleend aan personen die bezoldigingen verkrijgen als bedoeld in art. 20, 2°, WIB (thans art. 23, § 1, 4°, WIB 92) of aan beoefenaars van vrije beroepen, ambten, posten of andere winstgevende bezigheden;

- moeten worden afgetrokken van het bedrag van de boven de forfaitaire beroepskosten aftrekbare belastingen (zie 509/11) - zonder dat het negatief verschil tussen de gedane betalingen en de ontvangen terugbetalingen van genoemd forfait mag worden afgetrokken - wanneer zij zijn verleend aan belastingplichtigen die aanspraak maken op dat forfait.

4. Belastingen die zouden aftrekbaar geweest zijn van de in de APB belastbare inkomsten

a) Algemeen

Nummer 509/13

De hierna opgesomde belastingen (met uitzondering van alle belastingverhogingen, nalatigheidsinteresten, boeten en kosten) mogen als beroepskosten worden afgetrokken, op voorwaarde dat zij betrekking hebben op de aj. 1962 en vorige (met inbegrip van de navorderingen van rechten over die aanslagjaren) :

- de APB;

- de GB betreffende onroerende goederen die niet beroepsmatig aangewend zijn;

- de NCB;

- de BB en de GB betreffende vroeger beroepsmatig aangewende onroerende goederen, door de belastingplichtige betaald tijdens een belastbaar tijdperk waarin hij geen beroepswerkzaamheid meer heeft uitgeoefend (tenzij die belastingen vroeger als beroepskosten zouden aangenomen geweest zijn, als zekere en vaststaande schulden).

b) Voorwaarden van aftrek

Nummer 509/14

De aftrek van de in 509/13 vermelde belastingen is ondergeschikt aan twee voorwaarden :

1° die belastingen mogen niet reeds tevoren afgetrokken zijn voor de vaststelling van het nettobedrag van de vier categorieën van belastbare inkomsten;

2° die belastingen zijn slechts aftrekbaar van de inkomsten van het belastbare tijdperk tijdens hetwelk zij effectief zijn betaald of gedragen (zie 509/2).

c) Terugbetalingen van belastingen van dezelfde aard als die vermeld in 509/13

Nummer 509/15

Het bedrag van de als overgangsmaatregel aftrekbare belastingen (zie 509/13) moet worden verminderd met de tijdens het belastbare tijdperk verkregen terugbetalingen van belastingen van dezelfde aard betreffende de aj. 1962 en vorige.

Er moet op dezelfde wijze worden gehandeld met de BB en de GB betreffende vroeger beroepsmatig aangewende onroerende goederen, die betrekking hebben op de aj. 1962 en vorige en die, na te zijn afgetrokken tijdens de uitoefening van de beroepswerkzaamheid van de belastingplichtige, worden terugbetaald tijdens een belastbaar tijdperk waarin de belastingplichtige geen beroepswerkzaamheid meer uitoefent.

Wanneer de in aanmerking te nemen terugbetaalde belastingen de aftrekbare betaalde belastingen overtreffen, moet het verschil niet bij het beroepsinkomen worden gevoegd, noch in mindering worden gebracht van de andere als beroepskosten aftrekbare kosten.