Artikel 29, WIB 92

Art. 29, § 2, 5°, treedt in werking op de eerste dag van de achttiende maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad (01.09.2021) (art. 16 en 39, W 04.02.2020 - B.S. 17.03.2020; Numac: 2020020347)


§ 1. In vennootschappen of verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid, andere dan deze bedoeld in artikel 2, § 1, 5°, a, eerste lid, tweede streepje, die winst of baten verkrijgen, worden de opnemingen van de vennoten of leden en hun deel in de verdeelde of onverdeelde winst of baten, als winst of baten van de vennoten of leden aangemerkt.

§ 2. Voor de toepassing van § 1, worden geacht verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid te zijn:

1° (...)

2° vennootschappen erkend als landbouwonderneming, als bedoeld in artikel 8:2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, en die de rechtsvorm hebben van een vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap, behalve indien deze voor de heffing van de vennootschapsbelasting hebben gekozen; de Koning bepaalt de voorwaarden waaraan de keuze en het behoud ervan zijn onderworpen;

3° Europese economische samenwerkingsverbanden;

4° de vennootschappen onder firma voortkomende uit de omvorming van een economisch samenwerkingsverband bij toepassing van artikel 41 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen op voorwaarde dat de activiteiten van de vennootschap onder firma uitsluitend tot doel hebben om de economische bedrijvigheid van haar vennoten te vergemakkelijken of te ontwikkelen, dan wel de resultaten van die bedrijvigheid te verbeteren of te vergroten; daarenboven moet de bedrijvigheid van de vennootschap onder firma aansluiten bij deze van haar vennoten en van ondergeschikte betekenis zijn;

5° verenigingen van medeëigenaars die krachtens artikel 3.86, § 1, van het Burgerlijk Wetboek rechtspersoonlijkheid bezitten.