Commentaar van art. 508bis, WIB 92

Art. 508bis, WIB 92

I. WETTEKST

508bis/0

II. ALGEMEEN

508bis/1-2

III. VRIJGESTELDE PENSIOENEN, RENTEN, KAPITALEN EN AFKOOPWAARDEN VAN INDIVIDUELE LEVENSVERZEKERINGEN

508bis/3-5

IV. VRIJGESTELDE INKOMSTEN UIT PENSIOENSPAREN

508bis/6-8

I. WETTEKST

Nummer 508bis/0

Art. 508bis [Tekst van toepassing met ingang van aj. 1993.]. - Onverminderd de toepassing van artikel 34 zijn vrijgesteld, de pensioenen, renten, kapitalen, spaartegoeden en afkoopwaarden :

1° indien de belastingplichtige of de persoon wiens rechtverkrijgende hij is, het levensverzekeringscontract individueel heeft gesloten en geen vrijstelling of belastingvermindering is toegepast overeenkomstig bepalingen die voor het aanslagjaar 1990 van toepassing waren, en de aftrekken niet zijn verleend als vermeld in artikel 81, 1° en 2°, zoals het bestond alvorens door artikel 80 van de wet van 28 december 1992 te zijn opgeheven;

2° indien zij voortkomen uit een spaarrekening of uit een spaarverzekeringscontract waarvoor geen aftrek van de stortingen is verkregen ingevolge artikel 104, eerste lid, 10°, zoals het bestond alvorens door artikel 81, 2°, van de wet van 28 december 1992 te zijn opgeheven.

II. ALGEMEEN

Nummer 508bis/1

Het door de W 28.12.1992 ingevoerde nieuwe belastingstelsel van het lange termijnsparen, dat bepaalde aftrekken heeft omgezet in belastingverminderingen (zie art. 145/1 tot 145/20, WIB 92), heeft - wat betreft de gevallen waarin pensioenen, renten, kapitalen en afkoopwaarden van individuele levensverzekeringen en pensioenen, renten, kapitalen, spaartegoeden en afkoopwaarden van het pensioensparen zijn vrijgesteld als beroepsinkomsten - eveneens een wijziging noodzakelijk gemaakt van art. 39,2°, a en 3°, WIB 92, alsook de invoering van een overgangsmaatregel die in art. 508bis, WIB 92, is opgenomen.

Nummer 508bis/2

Inzake de vrijstelling van de voormelde pensioenen, renten enz. wanneer de respectievelijk in de art. 145/1, 2° en 3° en 145/17, 1° en 2°, WIB 92, en in art. 145/1, 5°, WIB 92, bedoelde verminderingen niet zijn verleend op vanaf 1.1.1992 betaalde bijdragen en betalingen, wordt verwezen naar de commentaar op art. 39, WIB 92.

III. VRIJGESTELDE PENSIOENEN, RENTEN, KAPITALEN EN AFKOOPWAARDEN VAN INDIVIDUELE LEVENSVERZEKERINGEN

Nummer 508bis/3

Art. 508bis, 1°, WIB 92, bepaalt dat de pensioenen, renten, kapitalen en afkoopwaarden gevormd door middel van persoonlijke bijdragen van aanvullende verzekering tegen ouderdom en vroegtijdige dood (individuele levensverzekeringen met inbegrip van schuldsaldoverzekeringen) waarvoor geen vrijstelling of belastingvermindering is toegepast overeenkomstig bepalingen die voor het aj. 1990 van toepassing waren (d.w.z. krachtens art. 30bis, 3°, SWIB, of de art. 54, 2°, b, en 3° en87bis, WIB) en waarvoor geen enkele aftrek van het totale beroepsinkomen is verleend op grond van art. 13, hervormingswet 1988 of van (het door art. 80, W 28.12.1992 opgeheven) art. 81, 1° en 2°, WIB 92, vrijgesteld zijn als beroepsinkomsten.

Ter zake betreft het inkomsten gevormd door middel van premies van individuele levensverzekeringscontracten die respectievelijk in 1988 of vroeger en in 1989 tot en met 1991 werden betaald of gestort.

Nummer 508bis/4

De art. 39, 2°, a en 508bis, 1°, WIB 92, verlengen dus het reeds vroeger bestaande principe dat de pensioenen, renten enz. die voortvloeien uit een individuele levensverzekering, zijn vrijgesteld als beroepsinkomsten wanneer de premies op geen enkel moment aanleiding hebben gegeven tot een fiscaal voordeel onder om het even welke vorm (aftrek van beroepsinkomsten of belastingvermindering).

Nummer 508bis/5

De gehele of gedeeltelijke vrijstelling of belastingvermindering (krachtens art. 30bis, 3°, SWIB, en de art. 54, 2°, b en 3° en 87bis, WIB), aftrek (op grond van art. 13, hervormingswet 1988 of van art. 81, 1° en 2°, WIB 92) of belastingvermindering (overeenkomstig de art. 145/1, 2° en 3°, 145/17, 1° en 2°, of 516, WIB 92), brengt echter de latere belastbaarheid van het gehele kapitaal of van al de renten mee.

IV. VRIJGESTELDE INKOMSTEN UIT PENSIOENSPAREN

Nummer 508bis/6

Art. 508bis, 2°, WIB 92, bepaalt dat de pensioenen, renten, kapitalen, spaartegoeden en afkoopwaarden die voortkomen uit een spaarrekening of uit een spaarverzekeringscontract waarvoor geen aftrek van de stortingen is verkregen ingevolge (het door art. 81, 2°, W 28.12.1992 opgeheven) art. 104, eerste lid, 10°, WIB 92, zijn vrijgesteld als beroepsinkomsten.

Ter zake betreft het inkomsten die zijn gevormd door premies van een spaarverzekering die voor 1.1.1992 zijn betaald en door betalingen voor het aanleggen van een individuele of collectieve spaarrekening die voor 1.1.1992 zijn gedaan.

Nummer 508bis/7

Uit de art. 39, 3° en 508bis, 2°, WIB 92, die de continuïteit verzekeren inzake de vrijstelling van pensioenen, renten, kapitalen, spaartegoeden en afkoopwaarden van het pensioensparen, volgt dat de inkomsten uit pensioensparen - zoals voorheen - zijn vrijgesteld als beroepsinkomsten wanneer de premies of stortingen op geen enkel moment aanleiding hebben gegeven tot een fiscaal voordeel onder om het even welke vorm (aftrek van het totale netto-inkomen of belastingvermindering).

Nummer 508bis/8

Wanneer voor ten minste een storting of premie de aftrek (krachtens art. 104, eerste lid, 10°, WIB 92) of de belastingvermindering (op grond van art. 145/1, 5°, WIB 92) is gevraagd en - al is het slechts gedeeltelijk - is verkregen, wordt het gehele kapitaal, spaartegoed enz. belastbaar bij de betaling, toekenning of overdracht aan de belastingplichtige zelf of aan derden.