Parlementaire vraag nr. 168 van de heer Peeters van 03.05.1978
Vr. en Antw., Kamer
Ereloonnota's bij vrije beroepen
VRAAG
Sommige beoefenaars van vrije beroepen dienen hun ereloonnota's slechts op te nemen in hun BTW-aangifte wanneer zij deze nota's van hun klanten uitbetaald krijgen.
Wanneer deze personen hun activiteit stopzetten hebben zij meestal nog een stel achterstallige nota's te ontvangen. Hoe dienen deze ontvangsten geboekt:
1° in de BTW-aangiften;
2° in de directe belastingen;
3° wat dient er gedaan om te vermijden dat de aangiften hiervan later aanleiding geven tot betwisting (bijvoorbeeld van de sociale verzekeringskassen) over de juiste datum van stopzetting?
ANTWOORD
1° De titularissen van vrije beroepen bedoeld door het geacht Lid die hun beroepsactiviteit hebben stopgezet zijn voor wat betreft de toepassing van de BTW-Wetgeving, niet meer gehouden tot de indiening van maand- of kwartaalaangiften.
Wanneer zij na de stopzetting nog een bedrag aan BTW ontvangen van hun klanten, moeten zij deze belasting aan de Staat betalen door het aanbrengen en onbruikbaar maken van gehele fiscale plakzegels op een document dat zij moeten opstellen op het einde van ieder burgerlijk kwartaal waarin hen BTW werd betaald.
Dit document bevat de volgende meldingen: naam en voornamen van de persoon die het document opstelt, zijn adres, het bedoelde kwartaal, het totaal bedrag van de ontvangen sommen en het totaal bedrag van de BTW die betrekking heeft op deze sommen. Het wordt, ten laatste op het einde van de maand die volgt op het verlopen burgerlijk kwartaal, bezorgd aan de hoofdcontroleur van de BTW in wiens ambtsgebied de indiener gevestigd is.
2° De honoraria, commissielonen, enz., die de gewezen beoefenaars van een vrij beroep, een ambt of een post, na de stopzetting van hun beroepswerkzaamheid hebben ontvangen, geven aanleiding tot de uitreiking van een ontvangstbewijs en tot een inschrijving in het dagboek (art. 226, §§ 1 en 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen).
Het totale bedrag van die ontvangsten moet in de volledige aangifte in de personenbelasting (nr. 276.11) afzonderlijk worden vermeld in vak VII, 4, a) en in vak XIII, A, 1.
3° Wanneer iemand een werkzaamheid waarvoor hij belastingplichtige is stopzet, moet hij daarvan binnen vijftien dagen aangifte doen op het controlekantoor van de belasting over de toegevoegde waarde waaronder hij ressorteert.
Wat de personenbelasting betreft is de betrokkene ertoe gehouden de datum van stopzetting der beroepswerkzaamheid te vermelden in vak II, 2, van de volledige aangifte (nr. 276.11), tenzij de stopzetting samenvalt met het einde van het kalenderjaar.
De taxatiediensten van de Administratie der Directe Belastingen delen overigens aan de sociale verzekeringskassen de datum van stopzetting van de beroepswerkzaamheid van de betrokken belastingplichtigen mede.
Ereloonnota's bij vrije beroepen
VRAAG
Sommige beoefenaars van vrije beroepen dienen hun ereloonnota's slechts op te nemen in hun BTW-aangifte wanneer zij deze nota's van hun klanten uitbetaald krijgen.
Wanneer deze personen hun activiteit stopzetten hebben zij meestal nog een stel achterstallige nota's te ontvangen. Hoe dienen deze ontvangsten geboekt:
1° in de BTW-aangiften;
2° in de directe belastingen;
3° wat dient er gedaan om te vermijden dat de aangiften hiervan later aanleiding geven tot betwisting (bijvoorbeeld van de sociale verzekeringskassen) over de juiste datum van stopzetting?
ANTWOORD
1° De titularissen van vrije beroepen bedoeld door het geacht Lid die hun beroepsactiviteit hebben stopgezet zijn voor wat betreft de toepassing van de BTW-Wetgeving, niet meer gehouden tot de indiening van maand- of kwartaalaangiften.
Wanneer zij na de stopzetting nog een bedrag aan BTW ontvangen van hun klanten, moeten zij deze belasting aan de Staat betalen door het aanbrengen en onbruikbaar maken van gehele fiscale plakzegels op een document dat zij moeten opstellen op het einde van ieder burgerlijk kwartaal waarin hen BTW werd betaald.
Dit document bevat de volgende meldingen: naam en voornamen van de persoon die het document opstelt, zijn adres, het bedoelde kwartaal, het totaal bedrag van de ontvangen sommen en het totaal bedrag van de BTW die betrekking heeft op deze sommen. Het wordt, ten laatste op het einde van de maand die volgt op het verlopen burgerlijk kwartaal, bezorgd aan de hoofdcontroleur van de BTW in wiens ambtsgebied de indiener gevestigd is.
2° De honoraria, commissielonen, enz., die de gewezen beoefenaars van een vrij beroep, een ambt of een post, na de stopzetting van hun beroepswerkzaamheid hebben ontvangen, geven aanleiding tot de uitreiking van een ontvangstbewijs en tot een inschrijving in het dagboek (art. 226, §§ 1 en 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen).
Het totale bedrag van die ontvangsten moet in de volledige aangifte in de personenbelasting (nr. 276.11) afzonderlijk worden vermeld in vak VII, 4, a) en in vak XIII, A, 1.
3° Wanneer iemand een werkzaamheid waarvoor hij belastingplichtige is stopzet, moet hij daarvan binnen vijftien dagen aangifte doen op het controlekantoor van de belasting over de toegevoegde waarde waaronder hij ressorteert.
Wat de personenbelasting betreft is de betrokkene ertoe gehouden de datum van stopzetting der beroepswerkzaamheid te vermelden in vak II, 2, van de volledige aangifte (nr. 276.11), tenzij de stopzetting samenvalt met het einde van het kalenderjaar.
De taxatiediensten van de Administratie der Directe Belastingen delen overigens aan de sociale verzekeringskassen de datum van stopzetting van de beroepswerkzaamheid van de betrokken belastingplichtigen mede.