Parlementaire vraag nr. 640 van de heer Steven Matheï van 24.09.2021
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2020-2021, QRVA 55/067 d.d. 26.10.2021, blz. 211
Belastingvermindering kinderopvang
VRAAG (van de heer Matheï)
Artikel 145-35 van het Wetboek Inkomstenbelastingen 1992 (WIB92) bepaalt dat belastingplichtigen beroep kunnen doen op de belastingvermindering van 45 % voor kinderopvang. De programmawet van 20 december 2020 verhoogde onder andere het jaarlijks te indexeren maximumbedrag naar 13,70 euro (voor inkomstenjaar 2021) per oppasdag en per kind. De eerste voorwaarde opgenomen in het WIB92 betreft het feit dat de uitgaven betrekking moeten hebben op het vergoeden van kinderoppas in de Europese Economische ruimte buiten de normale lesuren tijdens dewelke het kind onderwijs volgt. Eind mei 2021 bereikte de Franse Gemeenschapsregering een akkoord over een hervorming van de schoolvakanties vanaf 2022. De zomervakantie zal er worden ingekort en de herfst- en krokusvakantie zullen verlengd worden. Door deze hervorming zal er niet langer sprake zijn van een uniforme vakantieregeling in ons land. Bovendien kan men er niet zomaar vanuit gaan dat personen die in Wallonië of Brussel wonen per definitie hun kinderen naar school laten gaan in het onderwijs van de Franse Gemeenschap.
1. Zal deze afwijkende vakantieregeling voor de Franse Gemeenschap zorgen voor extra attesten die de belastingplichtigen moeten invullen voor de belastingvermindering voor kinderopvang? Zo ja, op welke manier kan de administratieve last voor de betrokken belastingplichtigen zoveel mogelijk beperkt worden? Zo ja, op welke manier zullen de gemeenschappen geresponsabiliseerd worden en betrokken worden in het verlichten van de administratieve last voor de burger? Zo nee, op welke manier zal de administratie controleren of de aangegeven uren kinderopvang buiten de lesuren tijdens dewelke het kind onderwijs volgt vallen?
2. Op welke manier zal worden omgegaan met kinderen die tijdens het schooljaar in een ander onderwijssysteem terecht komen? De opvangkosten die gemaakt werden tijdens de schoolvakanties zullen mogelijk afwijken van de initiële planning indien men verandert van onderwijssysteem. Zullen deze kosten aanvaard worden?
ANTWOORD (van de Minister van Financiën)
1. Er is geen bijkomende administratieve last voor de belastingplichtigen.
De administratie heeft toegang tot de schoolvakantiekalenders die door elke gemeenschap op het internet zijn gepubliceerd. In geval van twijfel over de attesten die door een bepaalde organisatie zijn afgegeven voor periodes die overeenkomen met de schoolperiodes in een of andere gemeenschap, kan de administratie een onderzoek instellen op basis van deze schoolkalenders en de betrokken ouders zo nodig om aanvullende informatie verzoeken. In 2019 was er al een verschil van een week tussen het begin van de paasvakantie voor leerlingen van de Vlaamse gemeenschap en die van de Franse gemeenschap. De administratie heeft bij die gelegenheid geen bijzondere problemen ondervonden bij de controle van de belastingvermindering voor de uitgaven voor kinderoppas door de ouders van leerlingen uit de twee gemeenschappen.
2. De vraag is mij niet volledig duidelijk. Indien u de situatie beoogt waarbij er uitgaven werden gedaan voor een opvangactiviteit waaraan het kind uiteindelijk niet kan deelnemen omwille van de gewijzigde schoolvakantie, dan komen die uitgaven niet in aanmerking voor de belastingvermindering. Er heeft dan immers geen opvang plaatsgevonden. De opvanginstanties mogen voor die uitgaven ook geen attesten uitreiken.