Commentaar van art. 35, WIB 92

I. WETTEKST

35/0

II. BEDOELDE INKOMSTEN

35/1

III. AANSLAGREGELING

35/2-5

I. WETTEKST

Nummer 35/0

Art. 35. - Pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen, die aan beide echtgenoten samen worden betaald of toegekend, worden aangemerkt als inkomsten van de echtgenoot in wiens beroepswerkzaamheid zij voor het geheel of voor het grootste gedeelte hun oorsprong vinden.

II. BEDOELDE INKOMSTEN

Nummer 35/1

Het betreft inzonderheid rustpensioenen die als gezinspensioen worden toegekend overeenkomstig:

- art. 10, § 1, a, KB nr. 50 van 24.10.1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;

- art. 9, § 1, 1°, KB nr. 72 van 10.11.1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen.

III. AANSLAGREGELING

Nummer 35/2

Voor de invoering van art. 32quater, WIB (thans art. 35, WIB 92), heeft de administratieve rechtspraak steeds voorgehouden dat, gelet op de bewoordingen van art. 32bis, WIB (thans art. 34, § 1, WIB 92), het gezinspensioen belastbaar was op naam van die echtgenoot wiens beroepswerkzaamheid aan de oorsprong van dit pensioen lag.

Nummer 35/3

In zijn arrest van 27.4.1982, inzake Keller, heeft het Hof van beroep te Brussel gesteld dat gezegd pensioen door de echtgenoten, ieder voor de helft, werd verkregen en dat het bijgevolg voor de helft op naam van ieder van hen moest worden belast.

Nummer 35/4

Het volgen van deze rechtspraak zou hebben geleid tot het toestaan van een fiscale voorkeurbehandeling aan de meerderheid van de verkrijgers van een gezinspensioen, wat niet alleen in strijd zou zijn met de wil van de wetgever, maar tevens een discriminatie zou verwekken t.o.v. de andere gezinnen die slechts over één beroepsinkomen beschikken.

Nummer 35/5

Art. 32quater, WIB (thans art. 35, WIB 92) regelt dit probleem door te bepalen dat het gezinspensioen een inkomen vertegenwoordigt van de echtgenoot in wiens beroepswerkzaamheid dat pensioen voor het geheel of voor het grootste gedeelte zijn oorsprong vindt.