Commentaar van art. 232, WIB 92

HOOFDSTUK III - Samenvoeging van sommige inkomsten

Afdeling I - Maatstaf van heffing

Art. 232, WIB 92

I. WETTEKST

232/0

II. VOORAFGAANDE OPMERKINGEN

232/1

III. ALGEMEEN

232/2

IV. NIET-RIJKSINWONERS DIE AAN EEN REGULARISATIE ZIJN ONDERWORPEN OP HET TOTALE BEDRAG VAN HUN INKOMSTEN UIT IN BELGIE GELEGEN ONROERENDE GOEDEREN

232/3-5

A. Toepassingsregels

232/3

B. Niet-regularisatie voor "bescheiden" onroerende inkomsten

232/4-5

V. NIET-RIJKSINWONERS DIE AAN EEN REGULARISATIE ZIJN ONDERWORPEN OP HET TOTALE BEDRAG VAN HUN INKOMSTEN UIT IN BELGIE GELEGEN ONROERENDE GOEDEREN, VAN HUN IN BELGIE VERKREGEN BEROEPSINKOMSTEN EN VAN HUN MEERWAARDEN OP BELANGRIJKE DEELNEMINGEN

232/6-7

A. Toepassingsregels

232/6

B. Uitzondering

232/7

VI. NIET AAN EEN REGULARISATIE ONDERWORPEN NIET-RIJKSINWONERS

232/8-9

I. WETTEKST

Nummer 232/0

Art. 232. - Voor belastingplichtigen vermeld in artikel 227, 1°, wordt de belasting gevestigd :

1° op het totale bedrag van hun inkomsten uit in België gelegen onroerende goederen, wanneer die belastingplichtigen inkomsten verkrijgen uit verhuurde onroerende goederen of uit de vestiging of de overdracht van een recht van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten;

2° op het totale bedrag van hun inkomsten uit in België gelegen onroerende goederen, van hun in België verkregen beroepsinkomsten en van de in artikel 228, § 2, 9°, h vermelde meerwaarden, wanneer zij :

a) in België over één of meer inrichtingen beschikken vermeld in artikel 229;

b) in België inkomsten verkrijgen als vermeld in artikel 228, § 2, 3°, a en e, 4°, 5°, 6°, 7° en 9°, h.

In de gevallen als vermeld in het eerste lid, 1°, wordt de belasting evenwel niet gevestigd wanneer het totale bedrag van de inkomsten van onroerende goederen lager is dan 100.000 frank.

II. VOORAFGAANDE OPMERKINGEN

Nummer 232/1

Ongeacht de toestand waarin de belastingplichtige zich bevindt ten opzichte van de BNI/nat.pers., moeten de inkomsten van roerende goederen en kapitalen (met uitzondering van die welke bij toepassing van art. 37, WIB 92 als beroepsinkomsten worden aangemerkt) en de diverse inkomsten (met uitzondering van de in art. 228, § 2, 9°, h, WIB 92 bedoelde meerwaarden) nooit worden "samengeteld" om de grondslag van de belasting vast te stellen.

Derhalve mag de belastingtoestand van niet-rijksinwoners eventueel dan ook slechts worden geregulariseerd op basis van ofwel het totale bedrag van hun inkomsten van onroerende goederen ofwel op basis van het samengetelde bedrag van hun inkomsten van onroerende goederen, hun beroepsinkomsten en de door hen verwezenlijkte belastbare meerwaarden op belangrijke deelnemingen. Wanneer de belanghebbenden bovendien inkomsten van roerende goederen en kapitalen en/of diverse inkomsten (behalve meerwaarden op belangrijke deelnemingen) in België verkrijgen, is de belasting in verband met deze laatste inkomsten gelijk aan de verschillende voorheffingen die erop betrekking hebben en, in voorkomend geval, aan de bijzondere aanslag van art. 301, WIB 92 op meerwaarden die ter gelegenheid van een overdracht onder bezwarende titel zijn verwezenlijkt op in België gelegen gebouwde en ongebouwde onroerende goederen of op zakelijke rechten met betrekking tot zulke onroerende goederen (deze aanslag wordt ingevorderd door de Administratie van de BTW, Registratie en Domeinen).

III. ALGEMEEN

Nummer 232/2

Met het oog op de belastingheffing in de BNI/nat.pers. van hun in België behaalde of verkregen inkomsten, moeten de niet-rijksinwoners in drie wel onderscheiden categorieën worden ingedeeld :

1° de niet-rijksinwoners die aan een regularisatie zijn onderworpen op het totale bedrag van hun inkomsten uit in België gelegen onroerende goederen (art. 232, eerste lid, 1°, WIB 92);

2° de niet-rijksinwoners die aan een regularisatie zijn onderworpen op het totale bedrag van hun inkomsten uit in België gelegen onroerende goederen, van hun in België verkregen beroepsinkomsten en van hun meerwaarden op belangrijke deelnemingen (art. 232, eerste lid, 2°, WIB 92).

De BNI/nat.pers. in verband met de door de in 1° en 2° bedoelde belastingplichtigen eventueel in België verkregen andere inkomsten is gelijk aan de verschillende voorheffingen (en eventueel aan de bijzondere aanslag van art. 301, WIB 92 - zie 232/1) welke op die andere inkomsten betrekking hebben (zie art. 248, WIB 92);

3° de niet-rijksinwoners die niet aan een regularisatie zijn onderworpen en voor wie de BNI/nat.pers. gelijk is aan de verschillende voorheffingen die betrekking hebben op de niet-regulariseerbare inkomsten en aan de bijzondere aanslag van art. 301, WIB 92 zie art. 248, WIB 92);

Elk van deze drie categorieën wordt hierna afzonderlijk besproken.

IV. NIET-RIJKSINWONERS DIE AAN EEN REGULARISATIE ZIJN ONDERWORPEN OP HET TOTALE BEDRAG VAN HUN INKOMSTEN UIT IN BELGIE GELEGEN ONROERENDE GOEDEREN

A. TOEPASSINGSREGELS

Nummer 232/3

Wanneer niet-rijksinwoners in België inkomsten verkrijgen uit verhuurde onroerende goederen of uit de vestiging of de overdracht van een recht van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten, zijn zij aan een regularisatie in de BNI/nat.pers. onderworpen op het totale bedrag van hun inkomsten uit in België gelegen onroerende goederen (met inbegrip van de inkomsten van niet-verhuurde onroerende goederen).

Het is terzake zonder belang of die inkomsten voortkomen van onroerende goederen welke door de huurder tot privé-doeleinden, dan wel voor het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid worden gebruikt.

Het belastbare bedrag van de inkomsten van onroerende goederen wordt vastgesteld overeenkomstig de inzake PB geldende regels (zie terzake 228/2 tot 5).

Ingeval een niet-rijksinwoner een in België gelegen onroerend goed gemeubileerd verhuurt, is de belasting op de huur met betrekking tot de meubels gelijk aan de RV.

B. NIET-REGULARISATIE VOOR "BESCHEIDEN" ONROERENDE INKOMSTEN

Nummer 232/4

Overeenkomstig art. 232, tweede lid, WIB 92 moet evenwel voor niet-rijksinwoners die in principe aan een regularisatie in de BNI/nat.pers. zijn onderworpen op het totale bedrag van hun inkomsten uit in België gelegen onroerende goederen (cf. art. 232, eerste lid, 1°, WIB 92 - zie 232/3), geen aanslag worden gevestigd, wanneer het totale bedrag van hun inkomsten van onroerende goederen lager is dan 100.000 F (dit bedrag wordt niet geïndexeerd).

Om te beoordelen of het grensbedrag van 100.000 F is bereikt, moet het netto-inkomen van onroerende goederen in aanmerking worden genomen, d.w.z. het inkomen dat overblijft na toepassing van de art. 13 tot 16, WIB 92, met dien verstande dat de in art. 16, § 1, WIB 92 vermelde woningaftrek niet van toepassing is voor niet-inwoners zonder tehuis in België (cf. art. 235, 1°, WIB 92).

Art. 232, tweede lid, WIB 92, moet per aanslag worden beoordeeld. Voor gehuwde personen die zich niet in één van de in art. 128, eerste lid, WIB 92, bedoelde gevallen bevinden is de grens van 100.000 F dan ook van toepassing, ongeacht het huwelijksvermogenstelsel van de echtgenoten (PV nr. 256, 7.10.1992, Volksv. Simonet, Bull. 724, blz. 333).

Nummer 232/5

Wanneer er geen aanslag in de BNI/nat.pers. moet worden gevestigd omdat het totale bedrag van de in art. 232, eerste lid, 1°, WIB 92 beoogde inkomsten van onroerende goederen lager is dan 100.000 F, is de belasting gelijk aan de OV (zie ook 248/14 tot 19).

V. NIET-RIJKSINWONERS DIE AAN EEN REGULARISATIE ZIJN ONDERWORPEN OP HET TOTALE BEDRAG VAN HUN INKOMSTEN UIT IN BELGIE GELEGEN ONROERENDE GOEDEREN, VAN HUN IN BELGIE VERKREGEN BEROEPSINKOMSTEN EN VAN HUN MEERWAARDEN OP BELANGRIJKE DEELNEMINGEN

A. TOEPASSINGSREGELS

Nummer 232/6

Op het totale bedrag van hun inkomsten uit in België gelegen onroerende goederen, van hun in België verkregen beroepsinkomsten en van hun meerwaarden op belangrijke deelnemingen zijn belastbaar in de BNI/nat.pers. :

1° de niet-rijksinwoners die een nijverheids-, handels- of landbouwonderneming exploiteren en die voor het uitoefenen van hun beroepswerkzaamheid in België over één of meer inrichtingen beschikken (cf. art. 228, § 2, 3°, WIB 92). Voor de bepaling van de uitdrukking "Belgische inrichting" : zie commentaar op art. 229, WIB 92 [Niet-inwonende vennoten of leden van een burgerlijke vennootschap of een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid worden geacht over een Belgische inrichting te beschikken voor de toepassing van art. 228, § 2, 3°, WIB 92 art. 229, § 3, WIB 92)];

2° de niet-rijksinwoners die in België inkomsten verkrijgen van één of meer van de hiernavermelde categorieën :

- winst die zelfs zonder bemiddeling van een Belgische inrichting voortkomt uit de vervreemding of de verhuring van in België gelegen onroerende goederen of uit de vestiging of de overdracht van een recht van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten (cf. art. 228, § 2, 3°, a, WIB 92 - zie 228/24);

- winst die zelfs zonder bemiddeling van een Belgische inrichting voortkomt uit de hoedanigheid van vennoot in vennootschappen, samenwerkingsverbanden of verenigingen die krachtens art. 29, § 2, WIB 92 iscaal worden geacht verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid te zijn (cf. art. 228, § 2, 3°, e, WIB 92 - zie 228/24);

- baten die voortkomen uit een in België uitgeoefende werkzaamheid (cf. art. 228, § 2, 4°, WIB 92 - zie 228/27) [Niet-inwonende vennoten of leden van een burgerlijke vennootschap of een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid worden geacht persoonlijk in België werkzaamheden uit te oefenen voor de toepassing van art. 228, § 2,4°, WIB 92 (art. 229, § 3, WIB 92)];

- winst en baten die betrekking hebben op een vorige zelfstandige werkzaamheid die in België werd uitgeoefend door de verkrijger of door de persoon van wie hij de rechtverkrijgende is (cf. art. 228, § 2, 5°, WIB 92 - zie 228/28);

- bezoldigingen van werknemers en bedrijfsleiders ten laste van een Belgische schuldenaar (cf. art. 228, § 2, 6°, WIB 92 - zie 228/29);

- pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen ten laste van een Belgische schuldenaar (cf. art. 228, § 2, 6°, WIB 92 - zie 228/30);

- bezoldigingen van werknemers en bedrijfsleiders ten laste van een niet-inwoner uit hoofde van een in België uitgeoefende werkzaamheid door een verkrijger die er in een belastbaar tijdperk gedurende meer dan 183 dagen verblijft (cf. art. 228, § 2, 7°, WIB 92 zie 228/33);

- meerwaarden verwezenlijkt op aandelen van Belgische vennootschappen bij de overdracht onder bezwarende titel ervan aan een in art. 227,2° of 3°, WIB 92 vermelde rechtspersoon (meerwaarden op belangrijke deelnemingen) (cf. art. 228, § 2, 9°, h, WIB 92 - zie 228/48).

B. UITZONDERING

Nummer 232/7

Hoewel zij in principe behoren tot de in art. 232, eerste lid, 2°, b, WIB 92 opgesomde inkomsten (zie 232/6), zijn de winst of de baten behaald of verkregen door niet-inwonende vennoten of leden (natuurlijke personen) van een burgerlijke vennootschap of een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid als vermeld in art. 229, § 3, WIB 92 (zie 229/54 tot 58) niet aan een regularisatie in de BNI/nat.pers. onderworpen, mits de betrokken belastingplichtigen geen andere "regulariseerbare" inkomsten in België behalen of verkrijgen.

De belasting m.b.t. die winst of baten is gelijk aan de (bedrijfs)voorheffing die op die inkomsten betrekking heeft (zie ook 248/10 tot 13 en 248/20, 7°).

VI. NIET AAN EEN REGULARISATIE ONDERWORPEN NIET-RIJKSINWONERS

Nummer 232/8

Bedoeld zijn de niet-rijksinwoners die zich niet in een van de in 232/3 of 232/4 bedoelde gevallen bevinden.

Die categorie van belastingplichtigen omvat de niet-rijksinwoners die in België uitsluitend hierna vermelde inkomsten verkrijgen :

- inkomsten van niet-verhuurde en niet in erfpacht, opstal, enz. gegeven onroerende goederen;

- inkomsten uit verhuurde onroerende goederen verkregen door in 232/3 bedoelde belastingplichtigen, wanneer het totale bedrag van die inkomsten lager is dan 100.000 F (zie 232/4);

- inkomsten van roerende goederen en kapitalen;

- winst die, zonder bemiddeling van een Belgische inrichting, voortkomt uit in België gedane verrichtingen van buitenlandse verzekeraars die er gewoonlijk andere contracten dan herverzekeringscontracten inzamelen (cf. art. 228, § 2, 3°, b, WB 92 - zie 228/24);

- inkomsten van welke aard ook, uit een in België door een podiumkunstenaar of een sportbeoefenaar persoonlijk en als zodanig verrichte werkzaamheid, zelfs indien de inkomsten niet worden toegekend aan de podiumkunstenaar of aan de sportbeoefenaar zelf, maar aan een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon (cf. art. 228, § 2, 8°, WIB 92 - zie 228/38 tot 47);

- winst of baten in vennootschappen of verenigingen als bedoeld in 232/7;

- diverse inkomsten (uitgezonderd meerwaarden op belangrijke deelnemingen).

Nummer 232/9

De belastingtoestand van de hier bedoelde belastingplichtigen geeft geen aanleiding tot het vestigen van een aanslag in de BNI/nat.pers., maar hun inkomsten van Belgische oorsprong worden in België belast door het innen van voorheffingen of van een bijzondere aanslag op meerwaarden op gebouwde en ongebouwde onroerende goederen die belastbaar zijn als diverse inkomsten (art. 301, WIB 92).

Terzake wordt verwezen naar de commentaar op art. 248, WIB 92.