Artikel 82, KB/WIB 92
Art. 82 is van toepassing vanaf het aanslagjaar 2007 (art. 17, KB 11.12.2006 – B.S. 18.12.2006; Numac: 2006003580)
§ 1. Wat de in artikel 69, § 1, eerste lid, 2°, b, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vermelde vaste activa betreft, worden deze omgeschreven op dezelfde manier als in artikel 48, § 1.
§ 2. Materiële vaste activa en van derden verkregen immateriële vaste activa andere dan octrooien die worden gebruikt om het onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe producten en van toekomstgerichte technologieën te bevorderen en waarvoor op grond van dat gebruik het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling is verkregen, moeten gedurende de gehele afschrijvingsduur van die activa voor dat gebruik aangewend blijven door de belastingplichtige die het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling heeft verkregen of door de belastingplichtige die de activa heeft verworven ingevolge verrichtingen als vermeld in de artikelen 46 en 211 tot 214 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
§ 3. Voor activa waarvoor de door de bepalingen van § 2 opgelegde verplichting niet wordt nageleefd, wordt een gedeelte van het verleende belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling terugbetaald onder de vorm van een aanvullende belasting voor het belastbare tijdperk waarin het niet naleven van die verplichting zich heeft voorgedaan; dat gedeelte is gelijk aan 1 % van de aanschaffings- of beleggingswaarde van het betreffende vaste activum, vermenigvuldigd met het in artikel 289quater, tweede lid, van hetzelfde Wetboek voorziene tarief en met het product van de volgende 2 factoren vastgesteld volgens de regels vermeld in a en b:
a)
- indien het betreffende vaste activum is verkregen of tot stand gebracht in een belastbaar tijdperk verbonden aan het aanslagjaar 1989 of aan een vorig aanslagjaar: 15 of 7 naargelang het gaat om meubels en kantoormaterieel enerzijds, of andere bestanddelen anderzijds;
- indien het betreffende vaste activum is verkregen of tot stand gebracht in een belastbaar tijdperk verbonden aan het aanslagjaar 1990 of 1991 maar vóór 1 januari 1991: 10;
- indien het betreffende vaste activum is verkregen of tot stand gebracht vanaf 1 januari 1991: 10,5;
b) een breuk:
- met als noemer het aantal van de belastbare tijdperken waarover de afschrijvingsduur van het betreffende vaste activum zich uitstrekt;
- met als teller het aantal van die tijdperken die nog niet verstreken zijn op het ogenblik waarop het niet naleven van de verplichting zich voordoet.
§ 4. De belanghebbende belastingplichtigen moeten de in artikel 81, 2°, vermelde opgave staven door dezelfde documenten als deze vastgelegd in artikel 48, § 4.