Artikel 63^18/2, KB/WIB 92
Art. 63^18/2, § 2 en 6, is van toepassing op aanvragen tot erkenning of hernieuwing van de erkenning die worden ingediend vanaf 01.01.2014 (art. 4 en 6, KB 04.08.2014 - B.S. 18.08.2014; Numac: 2014003329 - err. 04.09.2014)
§ 1. Voor de in artikel 63^18/1, § 1, 1° tot 4°, beoogde instellingen beslissen de Minister van Financiën en de bevoegde organen van de Staat of van de Gemeenschappen waaronder de bevoegde raadgevende instellingen ressorteren, gezamenlijk over de aanvraag om erkenning, na het advies van de voormelde raadgevende instellingen te hebben ingewonnen, tenzij zij gebruik maken van de in het derde lid gestelde mogelijkheid.
Hun beslissing wordt aan de aanvragende instelling betekend.
De Minister van Financiën en de bevoegde organen van de Staat of van de Gemeenschappen waaronder de bevoegde raadgevende instellingen ressorteren, mogen zich ervan onthouden het advies van die voormelde raadgevende instellingen in te winnen met betrekking tot de instellingen waarvoor, ter gelegenheid van een vroegere aanvraag om erkenning, reeds een advies is uitgebracht.
§ 2. Voor de in artikel 63^18/1, § 1, 5°, beoogde instellingen vraagt de Minister van Financiën met betrekking tot de naleving van de in artikel 63^18/3, § 2, 1°, gestelde voorwaarde een gemotiveerd advies aan de Regering van de Gemeenschap waaronder het invloedsgebied van de aanvragende instelling ressorteert.
De Minister van Financiën is gemachtigd om de erkenning te verlenen.
Zijn beslissing wordt aan de aanvragende instelling betekend.
§ 3. Voor de in artikel 63^18/1, § 1, 6°, beoogde instellingen beslist de Minister van Financiën over de aanvraag om erkenning.
Zijn beslissing wordt aan de aanvragende instelling betekend.
§ 4. Voor de in artikel 63^18/1, § 1, 7°, beoogde instellingen beslissen de Minister van Financiën en de Minister tot wiens bevoegdheid het leefmilieu behoort, gezamenlijk over de aanvraag om erkenning.
Hun beslissing wordt aan de aanvragende instelling betekend.
§ 5. Voor de in artikel 63^18/1, § 1, 8°, beoogde instellingen beslissen de Minister van Financiën en de Minister van Buitenlandse Zaken gezamenlijk over de aanvraag om erkenning.
Hun beslissing wordt aan de aanvragende instelling betekend.
§ 6. Voor de in artikel 63^18/1, § 1, 9°, beoogde instellingen vraagt de Minister van Financiën met betrekking tot de naleving van de in artikel 63^18/3, § 6, gestelde voorwaarde een gemotiveerd advies:
a) aan de Regering van het Gewest waaronder het invloedsgebied van de aanvragende instelling ressorteert;
b) aan de Regering van de Duitstalige Gemeenschap wanneer het invloedsgebied van de aanvragende instelling zich uitstrekt in het Duitse taalgebied.
De Minister van Financiën is gemachtigd om de erkenning te verlenen.
Zijn beslissing wordt aan de aanvragende instelling betekend.
§ 7. Voor de in artikel 63^18/1, § 1, 10°, beoogde instellingen beslissen de Minister van Financiën en de Minister tot wiens bevoegdheid de duurzame ontwikkeling behoort, gezamenlijk over de aanvraag om erkenning.
Hun beslissing wordt aan de aanvragende instelling betekend.