Parlementaire vraag nr. 1648 van de heer Stefaan Vercamer van 12.05.2017

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2016-2017, QRVA 54/118, dd. 23.05.2017, blz. 85

De fiscale behandeling van bonussen bij vzw's (MV 17676)

VRAAG (van de heer Vercamer)

Verenigingen zonder winstoogmerk worden gekenmerkt door het feit dat zij geen winst mogen uitkeren aan hun leden. De verworven inkomsten moeten immers gebruikt worden ter financiering van de activiteiten, die beantwoorden aan haar sociaal doel. Echter stelt zich de vraag of een vzw een deel van de winst kan uitkeren aan haar werknemers/medewerkers. Een vzw mag mijns inziens wel een eigen HR-beleid voeren. Het is immers toegelaten om via werknemers haar maatschappelijke activiteit te verrichten. De vraag is echter of men werknemers zou kunnen motiveren via het toekennen van bonussen. Stel dat een vzw haar medewerkers jaarlijks zou evalueren in een beoordelingsgesprek. Als de prestaties van de medewerker positief beoordeeld worden, dan zou men hen een bonus kunnen toekennen. Natuurlijk is dit enkel maar mogelijk, als er in dat jaar een positief financieel resultaat is. Deze vraag heeft immers een fiscale kant, met name of het toekennen van bonussen eventueel een impact heeft op de belastbaarheid van de vzw in de rechtspersonenbelasting. Het is immers zo dat er geargumenteerd kan worden dat het toekennen van bonussen gekoppeld aan het behalen van een positief resultaat, gelijkgesteld kan worden met het uitkeren van de behaalde winst (niettegenstaande een winstuitkeringsverbod).

1. Kan u bevestigen of het toekennen van bonussen aan werknemers/medewerkers van een vzw de belastbaarheid in de rechtspersonenbelasting ongemoeid laat? Indien niet, waarom dan en op basis van welke criteria?

2. Indien positief op vraag 1, welke fiscale en parafiscale behandeling zal de bonus dan ondergaan, wanneer deze wordt toegekend aan de desbetreffende werknemer? Zal dit volgens u de gewone fiscale en parafiscale regels volgen met betrekking tot lonen en bezoldigingen of kan zo'n bonus fiscaal en parafiscaal worden vrijgesteld krachtens artikel 38, § 1, 24° WIB 92 voor wat betreft de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen?

ANTWOORD

1. Ik wenst vooreerst te benadrukken dat de toepassing van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen en de Europese politieke partijen en stichtingen tot de bevoegdheid behoort van de Minister van Justitie. Op fiscaal vlak kan ik meedelen dat de toekenning van bonussen aan werknemers of medewerkers, andere dan leden, van een vzw, die onderworpen is aan de rechtspersonenbelasting, op zich in principe geen weerslag heeft op de belastbaarheid van die vzw. Ik kan evenwel niet uitsluiten dat de toekenning van bonussen aan werknemers of medewerkers, andere dan leden, samen met de aanwezigheid van andere feitelijke of juridische elementen, zou kunnen leiden tot het besluit dat de vzw aan de vennootschapsbelasting zou moeten worden onderworpen.

2. Ongeacht of een vzw onderworpen is aan de rechtspersonenbelasting of de vennootschapsbelasting maakt een bonus toegekend aan een werknemer van die vzw in beginsel een belastbare bezoldiging van werknemers uit. Die bonus kan als een niet-recurrent resultaatsgebonden voordeel worden vrijgesteld van inkomstenbelasting op voorwaarde dat die bonus daadwerkelijk onderworpen is geweest aan de bijzondere bijdrage en de solidariteitsbijdrage inzake de sociale zekerheid voor werknemers en voor zover uiteraard alle andere ter zake gestelde voorwaarden zijn voldaan. De parafiscale behandeling van die bonus behoort tot de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Sociale Zaken.