Commentaar van art. 350, WIB 92

Art. 350, WIB 92

I. WETTEKST

Nummer 350/0

Art. 350. - De aan het comité van advies voorgelegde aangiften worden met het taxatievoorstel door de controleur der belastingen aan dat comité onder aangetekende omslag toegezonden; binnen tien dagen na toezending, stuurt het comité het dossier aan de controleur terug met behoorlijk met redenen omkleed advies.

Bij gebreke van antwoord binnen die termijn wordt het comité geacht zich bij het taxatievoorstel van de controleur te hebben aangesloten.

De raadpleging van het comité doet geen afbreuk aan de toepassing van de artikelen 347 en 348 behoudens nochtans dat, wanneer de aangifte aan het advies van het comité van advies werd onderworpen op verzoek van de belastingplichtige, deze laatste zich niet meer kan beroepen op de taxatiecommissie.

II. MEDEDELING VAN DE DOSSIERS

Nummer 350/1

Benevens de aangifte van de belastingplichtige en het taxatievoorstel, moet de Hfd.cr. aan het comité van advies dat hij wenst te raadplegen, al de documenten voorleggen die nodig zijn om dat comité in staat te stellen het geval met volle kennis van zaken te beoordelen.

In dit opzicht gelden, mutatis mutandis, dezelfde regelen als die welke voor de fiscale commissie van toepassing zijn (zie 347/60 en 61).

Nummer 350/2

De Hfd.cr. dient al de hierboven beoogde bescheiden bij ter post aangetekende zending aan het comité van advies toe te zenden.

III. ADVIES VAN HET COMITE VAN ADVIES

A. TERMIJN VOOR HET ADVIES

Nummer 350/3

Het geraadpleegde comité beschikt over een termijn van tien dagen na toezending van het dossier, om zijn zienswijze aan de Hfd.cr. mede te delen.

Bij gebreke van antwoord binnen die termijn, wordt het comité geacht zich bij het taxatievoorstel van de Hfd.cr. te hebben aangesloten.

B. MOTIVERING

Nummer 350/4

Het advies moet behoorlijk met redenen omkleed zijn.

C. WAARDE VAN HET ADVIES

Nummer 350/5

De art. 349 en 350, WIB 92, kennen aan het advies van het comité geen bepaalde waarde toe : de administratie is er dus niet door gebonden en tegenover de belastingplichtige kan het niet, zoals het advies van de fiscale commissie, als wettelijk vermoeden worden ingeroepen (zie 348/1).

Nummer 350/6

Tenzij ernstige vermoedens omtrent de ontoereikendheid van de door het comité van advies voorgestelde belastbare grondslag bestaan, moet het behoorlijk met redenen omkleed advies van dat comité aandachtig in overweging worden genomen.

Immers, ofschoon de wet geen bepaalde waarde aan het advies van vorenbedoeld comité toekent, toch is het onbetwistbaar dat de bewijskracht ervan een feitelijk vermoeden kan vormen en dat dit vermoeden, wanneer het voldoende overtuigend is, als bewijs volstaat (zie Gent, 24.6.1964, Delvoye bevestigd bij cass., 17.5.1966, Bull. 444, blz. 1569).

IV. RAADPLEGING VAN DE FISCALE COMMISSIE

Nummer 350/7

Ongeacht of het comité van advies op verzoek van de belastingplichtige of op initiatief van de administratie werd geraadpleegd, behoudt deze laatste steeds de mogelijkheid het geschilpunt aan de fiscale commissie voor te leggen.

Daarentegen, mag de belastingplichtige die de tussenkomst van het comité van advies heeft aangevraagd, niet dat orgaan onbevoegd verklaren door naderhand een beroep op de fiscale commissie te doen.