Parlementaire vraag nr. 224 van mevrouw Maggie De Block van 17.01.2011
Personenbelasting
Sociale bijdrage
Sociaal voordeel
Sociaal voordeel aan het personeel
Voordeel van alle aard
Vrijgesteld inkomen
VRAAG
Werknemers die een sinterklaas, kerst- of nieuwjaarsgeschenk van hun werkgever krijgen, kunnen soms voor een onaangename verrassing komen te staan. Het blijkt immers dat het grensbedrag van dergelijke geschenken in totaal niet meer dan 35 euro mag bedragen, plus 35 euro per kind ten laste. Indien het maximumbedrag wordt overschreden, moeten zowel werknemer als werkgever sociale bijdragen betalen op het volledige bedrag. Ofschoon een grensbedrag niet onlogisch is teneinde misbruiken te voorkomen, lijkt het geldende bedrag erg laag. Meer nog, er blijkt een verschil te bestaan tussen het rsz-grensbedrag (35 euro) en het fiscaal vrijgesteld bedrag (50 euro).
1. Hoeveel werknemers hebben de afgelopen drie jaar belastingen moeten betalen op geschenken omdat ze de 50 euro-grens overschreden?
2. a) Moeten werknemers, die geschenken ontvangen met een waarde hoger dan 50 euro, belastingen betalen op het ganse bedrag?
b) Zo ja, waarom wordt er geen vrijstelling verleend voor de eerste vijftig euro?
3. a) Waarom ligt het grensbedrag op slechts 50 euro?
b) Is het volgens u aangewezen om het bedrag te actualiseren?
c) Zo ja, welk bedrag heeft u in gedachten?
4. Zo neen, waarom is een aanpassing niet aangewezen?
5. Overweegt u bij de evaluatie en eventuele aanpassing van het grensbedrag rekening te houden met de geldende barema's in de ons omringende landen?
6. Overweegt u ernaar te streven om in overleg met de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid te komen tot eenzelfde maximumbedrag voor de rsz en de fiscus?
7. Overweegt u ook een regeling uit te werken waarbij enkel belastingen moeten worden betaald op het verschil van de totale waarde verminderd met het maximumbedrag waarvoor een fiscale vrijstelling geldt?
ANTWOORD (van de heer Reynders, Vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen)
1. De geschenken toegekend ter gelegenheid van één of meer feesten of jaarlijkse gebeurtenissen, zoals Kerstmis, Nieuwjaar, enzovoort die niet als een sociaal voordeel kunnen worden aangemerkt, vormen een belastbaar voordeel van alle aard. De fiscale administratie houdt evenwel geen gedetailleerde statistieken bij met betrekking tot deze specifieke voordelen van alle aard. Bijgevolg beschikt zij ter zake noch over gegevens met betrekking tot het aantal betrokken belastingplichtigen noch over de opbrengst van de eventuele taxatie van deze voordelen.
2. a) Geschenken die een geringe waarde hebben en door een onderneming met een duidelijk sociaal doel en niet als eigenlijke bezoldigingen voor geleverde prestaties aan haar personeelsleden worden toegekend, zijn voor de verkrijger ervan vrijgestelde sociale voordelen in de zin van artikel 38, § 1, eerste lid, 11°, c, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92). Een voordeel of geschenk zal voor de toepassing van artikel 38, § 1, eerste lid, 11°, c, WIB 92, zonder meer als gering worden aangemerkt indien het 50 euro niet overtreft. Wordt hiervan afgeweken, dan moet geval per geval beoordeeld worden of een geschenk mag worden aangemerkt als sociaal voordeel. Dit hangt in essentie af van de omstandigheden waarin het is aangeboden en van de waarde ervan (dit is de werkelijke waarde bij de verkrijger). Wanneer voormelde geschenken geen geringe waarde hebben, worden zij overeenkomstig de artikelen 30, 1°, en 31, eerste lid en tweede lid, 2°, WIB 92, bij de werknemers als een belastbaar voordeel van alle aard aangemerkt (zie ook parlementaire vraag nr. 403 van de heer Vijnck van 8 oktober 2008 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2008-2009, nr. 044, blz. 11844-11847).
b) Artikel 38, § 1, eerste lid, 11°, c, WIB 92, laat enkel een belastingvrijstelling toe wanneer het een gering voordeel betreft. Indien niet aan die voorwaarde is voldaan dan is de totaliteit van het voordeel belastbaar.
3. a) Met het oog op de harmonisatie dient het begrip handelsgeschenk van geringe waarde bedoeld in artikel 12, § 1, eerste lid, 2°, van het BTW-wetboek als referentie voor het begrip geringe voordelen en gelegenheidsgeschenken als bedoeld in artikel 38, § 1, eerste lid, 11°, c, WIB 92.
b) Het bedrag van 50 euro is nog steeds van toepassing wat betreft de handelsgeschenken van geringe waarde inzake btw. Het is bijgevolg niet opportuun dit bedrag te actualiseren.
c) Zonder voorwerp, gelet op het antwoord op vraag 3. b), hiervoor.
4. Zie antwoord op vraag 3. b).
5. Zonder voorwerp, gelet op het antwoord op vraag.
6. Momenteel is geen dergelijk overleg gepland. Het is evenwel niet uitgesloten dat hierover in de toekomst wel overlegd zal worden.
7. Neen, het moet gaan om "geringe voordelen". Indien het voordeel niet gering is, is geen sprake van een sociaal voordeel in de zin van artikel 38, § 1, eerste lid, 11°, c, WIB 92, zodat de verkrijger op de volledige waarde van het voordeel moet worden belast.