Commentaar van art. 376bis, WIB 92 (bijwerking)

Bijwerking van 01.012010

TITEL VII: VESTIGING EN INVORDERING VAN DE BELASTINGEN

HOOFDSTUK VII : RECHTSMIDDELEN

Afdeling I : Administratief beroep

Art. 376bis, WIB 92

I. WETTEKST

Nummer 376bis/0

Art. 376bis. - De Minister van Financiën of zijn gedelegeerde kan, met één enkele met redenen omklede beslissing, een geheel van administratieve beroepen afwijzen die uitsluitend steunen op een bezwaar voortvloeiend uit de ongrondwettelijkheid van een bepaling van dit Wetboek, wanneer het Grondwettelijk Hof, gevat door hetzelfde bezwaar, het vernietigingsberoep tegen de aangevochten bepaling heeft verworpen of een prejudicieel arrest heeft geveld die de geldigheid van deze bepaling heeft vastgesteld.

De beslissing wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. De publicatie geldt als betekening van de beslissing. Deze beslissing is onherroepelijk behalve tegenover hem die een rechtsvordering instelt voor de rechtbank van eerste aanleg binnen de termijn vastgesteld door artikel 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek.

II. COMMENTAAR

Nummer 376bis/1

Artikel 376bis, WIB 92, werd ingevoerd door artikel 114 van de Programmawet van 8 april 2003 (BS 17 april 2003, eerste uitgave) met het oog op een administratieve vereenvoudiging van de fiscale procedures.

Dat artikel werd ingevoerd naar aanleiding van de vaststelling dat er meer en meer collectieve acties rond de indiening van identieke administratieve beroepen werden gevoerd, steunende op dezelfde grieven. Aan de oorsprong van die acties ligt de grote ruchtbaarheid die soms wordt gegeven aan een prejudiciële vraag gesteld aan het Grondwettelijk Hof. Die ruchtbaarheid, die over het algemeen gepaard gaat met de verspreiding van een typemodel van administratief beroep, heeft tot gevolg dat er een groot aantal bezwaarschriften of verzoeken tot ambtshalve ontheffing uit bewarende overwegingen worden ingediend door belastingplichtigen die zich in dezelfde toestand bevinden.

Als gevolg van die collectieve indiening zou de administratie gedwongen worden om een groot aantal beslissingen te nemen en aangetekend ter kennis te brengen van de betrokkenen, wat een vertraging van de afhandeling van andere dossiers door de betrokken diensten tot gevolg zou hebben.

Nummer 376bis/2

Om de rol en de doeltreffendheid van de administratieve fase van de geschillen te behouden, laat art. 376bis, WIB 92, in bepaalde omstandigheden aan de administratie toe een gemeenschappelijke beslissing te nemen die in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt in de plaats van een massa individuele beslissingen persoonlijk aan elke belastingplichtige die een bezwaar heeft ingediend ter kennis te brengen.

Nummer 376bis/3

Deze bepaling, die afwijkt van de artikelen 375 en 376, WIB 92, omschrijft strikt de mogelijkheid die gelaten wordt aan de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde om uitspraak te doen.

Dergelijke gemeenschappelijke beslissing kan pas genomen worden wanneer vier voorwaarden samen vervuld zijn:

1. het moet gaan over een beslissing tot afwijzing van een geheel van administratieve beroepen;

2. die beroepen moeten allen steunen op dezelfde grief voortvloeiende uit de strijdigheid van een regel uit het fiscaal recht met de Grondwet;

3. die grief moet ter beoordeling voorgelegd zijn aan het Grondwettelijk Hof via een prejudiciële vraag of een vernietigingsberoep;

4. het Grondwettelijk Hof moet een arrest hebben geveld waarbij de geldigheid van de in vraag gestelde regel wordt bevestigd.

Artikel 376bis is dus in de eerste plaats beperkt tot de beslissing die de administratieve beroepen verwerpt wanneer het Grondwettelijk Hof zich op een voor de administratie gunstige wijze heeft uitgesproken over de grondwettelijkheid van de aangevochten regel. Wanneer het Grondwettelijk Hof de ongrondwettelijkheid van een fiscale bepaling vaststelt, is de administratie verplicht om elk dossier individueel te onderzoeken en voor elk geval afzonderlijk het bedrag vast te stellen dat moet ontheven worden.

Artikel 376bis, WIB 92, kan niet worden toegepast naar aanleiding van arresten uitgesproken door andere hogere rechtsmachten. De beperking tot de uitspraken van het Grondwettelijk Hof is het gevolg van de specifieke aard van de uitgeoefende controle door het Grondwettelijk Hof (grondwettelijkheid van een wetsbepaling) en van de algemene draagwijdte van zijn arresten (de rechter die de vraag heeft gesteld is verplicht de uitspraak van het Grondwettelijk Hof te volgen en iedere rechtsmacht die geroepen is in een gelijkaardige zaak, kan, wanneer zij geen uitspraak doet in laatste aanleg, ervan afzien om opnieuw de vraag voor te leggen aan het Grondwettelijk Hof, op voorwaarde te vonnissen overeenkom-stig het arrest van het Grondwettelijk Hof).

Nummer 376bis/4

De beslissing die in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt sluit de administratieve fase van de geschillen af. De publicatie in het Belgisch Staatsblad geldt als kennisgeving van de beslissing. De bezwaarindiener wordt dus niet op individuele wijze in kennis gesteld van de beslissing.

De termijn om een vordering bij de rechtbank van eerste aanleg in te dienen wordt geopend door de publicatie van de beslissing in het Belgisch Staatsblad. Bij het verstrijken van de termijn bepaald in artikel 1385undecies, Ger. W. (te weten drie maanden vanaf de kennisgeving), wordt de beslissing definitief ten aanzien van de bezwaarindienende belastingplichtige die er geen vordering in rechte tegen heeft ingediend.

Ter zake wordt de termijn berekend overeenkomstig de artikelen 52 en 53, Ger. W. en niet artikel 53bis, Ger. W. Het gaat hier immers niet om een kennisgeving per gerechtsbrief, bij aangetekende brief of bij gewone brief.