Artikel 63^3, KB/WIB 92

Art. 63^3 is van toepassing vanaf aanslagjaar 2019 (art. 2 en 11, KB 06.03.2018 - B.S. 20.03.2018; Numac: 2018011360)

Betalingen voor de aflossing of wedersamenstelling van een hypothecaire lening die is aangegaan om een in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte gelegen woning te bouwen, te verwerven of te verbouwen, worden, binnen de grenzen gesteld in artikel 145^6, eerste en tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, slechts in aanmerking genomen voor de vermindering van het lange termijnsparen indien de belastingplichtige, naargelang het geval, het volgende attest of de volgende attesten waarvan het model door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde wordt vastgesteld en die door de instelling die de lening heeft toegestaan worden uitgereikt, ter beschikking houdt van de Federale Overheidsdienst Financiën:

1° voor de leningen gesloten vóór 1 januari 2016:

a) een eenmalig basisattest waarin de instelling gegevens meedeelt waaruit moet blijken dat de lening in aanmerking kan komen voor de toepassing van de belastingvermindering voor het lange termijnsparen;

b) een jaarlijks attest waarin de instelling het bedrag van de door de belastingplichtige tijdens het belastbare tijdperk gedane betalingen meedeelt en gegevens die noodzakelijk zijn om na te gaan of de voor de toepassing van artikel 145^1, 3°, van het genoemde Wetboek, gestelde voorwaarden nog steeds zijn vervuld;

2° voor de leningen gesloten vanaf 1 januari 2016, met inbegrip van de vanaf 1 januari 2016 gesloten leningen ter herfinanciering van vóór die datum gesloten leningen: een jaarlijks attest waarin de financiële instelling het bedrag van de door de belastingplichtige tijdens het belastbare tijdperk gedane betalingen meedeelt en gegevens die noodzakelijk zijn om na te gaan of de voor de toepassing van artikel 145^1, 3°, van het genoemde Wetboek gestelde voorwaarden zijn vervuld.