Artikel 145^6, WIB 92

Art. 145^6, eerste lid, tweede streepje, is van toepassing vanaf aanslagjaar 2016 (art. 41 en 68, W 18.12.2015 - B.S. 28.12.2015; Numac: 2015003486 - err. B.S. 14.01.2016)

De bijdragen en betalingen vermeld in artikel 145^1, 2° en 3°, komen voor vermindering in aanmerking voor zover die uitgaven niet meer bedragen dan het positieve verschil tussen:

- enerzijds, 15 % van de eerste schijf van 1.250 euro (basisbedrag) van het totale beroepsinkomen, met uitsluiting van het beroepsinkomen dat overeenkomstig artikel 171 wordt belast, en 6 % van het overige, met een maximum van 1.500 euro (basisbedrag);

- en anderzijds het bedrag van de uitgaven voor het verwerven of behouden van de eigen woning waarvoor de in de artikelen 145^37 en 145^39 vermelde verminderingen kunnen worden verleend, zonder evenwel rekening te houden met de eventuele verhogingen bedoeld in artikel 145^37.

Bovendien komen betalingen als vermeld in artikel 145^1, 3°, slechts voor vermindering in aanmerking in zoverre zij betrekking hebben op de eerste schijf van 50.000 euro (basisbedrag) van het aanvangsbedrag van de voor die woning aangegane leningen.

De Koning bepaalt de voorwaarden en de wijze waarop de vermindering ingevolge artikel 145^1, 2° en 3°, wordt toegepast.