Commentaar van art. 463bis, WIB 92

Art. 463bis, WIB 92

I. WETTEKST

463bis/0

II. ALGEMEEN

463bis/1-8

III. TOEPASSINGSGEBIED

463bis/9-17

A. Beoogde belastingplichtigen

463bis/9

B. Niet beoogde belastingplichtigen

463bis/10

C. Niet-beoogde inkomsten

463bis/10.1

D. Specifiek beoogde bijzondere aanslagen

463bis/11

E. Niet beoogde bijzondere aanslagen

463bis/12

F. Voorheffingen

463bis/13-16

G. Voorafbetalingen

463bis/17

IV. BEREKENINGSMODALITEITEN

463bis/18-26

A. PB, Ven.B, RPB, BNI

463bis/18-22

B. Bedrijfsvoorheffing

463bis/23-24

C. Andere belastingen en aanslagen

463bis/25-26

V. VERMEERDERING EN BONIFICATIE INZAKE VA

463bis/27-31

A. Personenbelasting

463bis/27-29

B. Vennootschapsbelasting

463bis/30-31

VI. BEPERKING VAN DE VERREKENING VAN SOMMIGE VOORHEFFINGEN

463bis/32-35

VII. AANVULLENDE BELASTINGEN

463bis/36

VIII. BELASTINGVERHOGINGEN

463bis/37

IX. MINIMUMBEDRAG VAN DE INKOHIERING

463bis/38

X. BEROEPSKOSTEN

463bis/39-40

XI. ALGEMEEN TOEPASSINGSVOORBEELD INZAKE PB (AJ. 1997)

463bis/41

XII. ALGEMEEN TOEPASSINGSVOORBEELD INZAKE VEN.B (AJ. 1997)

463bis/42

I. WETTEKST

Nummer 463bis/0

Art. 463bis (1) . - § 1. Als aanvullende crisisbijdrage worden, uitsluitend in het voordeel van de Staat, 3 opcentiemen gevestigd :

1° op de personenbelasting, met uitzondering van de in artikel 171, 2°bis, 3° en 3°bis, vermelde afzonderlijke aanslagen, op de vennootschapsbelasting, op de rechtspersonenbelasting voor rechtspersonen vermeld in artikel 220, 2° en 3°, en op de belasting van niet-inwoners met uitzondering van de vreemde Staten en hun staatkundige onderdelen en plaatselijke gemeenschappen, met inbegrip van de bijzondere afzonderlijke aanslagen vermeld in de artikelen 219 en 246, eerste lid, 2°; de aanvullende crisisbijdragen worden berekend op die belastingen vastgesteld:

- vóór verrekening van de voorafbetalingen vermeld in de artikelen 157 tot 168, 175 tot 177, 218, 226, 243, derde lid en 246, eerste lid, 1°, en tweede lid, van de voorheffingen, van het forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting en van het belastingkrediet vermeld in de artikelen 277 tot 296;

- vóór toepassing van de vermeerdering ingeval geen of ontoereikende voorafbetalingen als vermeld in de eerste gedachtenstreep zijn gedaan of van de daaraan verbonden bonificatie en vóór toepassing van de 6 opcentiemen vermeld in artikel 245;

2° ...;

3° op de belasting met betrekking tot sommige meerwaarden verwezenlijkt door niet-inwoners, gevestigd en ingevorderd overeenkomstig artikel 301;

4° ...;

5° op de bijzondere aanslag gevestigd ten name van de electriciteitsproducenten, ingevoerd door artikel 35, §1, van de wet van 28 december 1990 betreffende verscheidene fiscale en niet-fiscale bepalingen; zij wordt berekend op die bijzondere aanslag vastgesteld vóór verrekening van de voorafbetalingen vermeld in artikel 36 van voormelde wet en vóór toepassing van de vermeerdering ingeval geen of ontoereikende voorafbetalingen zijn gedaan.

De aanvullende crisisbijdragen worden gelijkgesteld met de belasting of de voorheffing waarop zij worden berekend. De in de artikelen 157 tot 168, 175 tot 177, 218, 226, 243, derde lid, 246, eerste lid, 1°, en tweede lid, 270 tot 275 en in artikel 36 van de wet van 28 december 1990 betreffende verscheidene fiscale en niet-fiscale bepalingen vermelde bepalingen inzake voorafbetalingen en bedrijfsvoorheffing zijn daarop van toepassing voor zover die bepalingen van toepassing zijn op de belasting of de voorheffing die tot grondslag ervan dient.

De aanvullende crisisbijdragen zijn niet als beroepskosten aftrekbaar indien de belasting of de voorheffing waarop zij worden berekend niet als beroepskosten wordt aangemerkt.

De aanvullende gemeentebelasting en de aanvullende agglomeratiebelasting op de personenbelasting vermeld in artikel 466 zijn niet van toepassing op de aanvullende crisisbijdrage op de personenbelasting.

§ 2. Voor de toepassing van § 1, eerste lid, 1° en tweede lid :

1° worden de in artikel 58 vermelde forfaitaire aanslagvoeten en het minimum van 20 pct. verhoogd met 3 opcentiemen;

2° wordt het in de artikelen 165 en 175 vermelde percentage van 106 op 109 gebracht;

3° is artikel 218, tweede lid, niet van toepassing voor zover het artikel 165 betreft; het in het 2° van deze paragraaf bedoelde percentage van 109 pct. wordt evenwel tot 103 pct. verminderd;

4° wordt in artikel 304 als belasting verstaan, de personenbelasting, de vennootschapsbelasting, de rechtspersonenbelasting en de belasting van niet-inwoners verhoogd met de aanvullende crisisbijdragen.

§ 3. ...

[ (1) De huidige tekst van art. 463bis, WIB 92, is van toepassing met ingang van aj. 1997.]

II. ALGEMEEN

Nummer 463bis/1

Art. 463bis, WIB 92, ingevoegd door art. 22, W22.7.1993 houdende fiscale en financiële bepalingen (V2253- Bull. 731), en achtereenvolgens gewijzigd door art.25, W 30.3.1994 tot uitvoering van het globaal plan op het stuk van de fiscaliteit (V 2297 - Bull. 739), door art. 106, W21.12.1994 houdende sociale en diverse bepalingen (V 2350 - Bull. 746), door art. 21, W 20.12.1995 houdende fiscale, financiële en diverse bepalingen (V 2422 - Bull. 757) en door art. 51, W 22.12.1998 houdende fiscale en andere bepalingen (BS 15.1.1999) heeft een aanvullende crisisbijdrage ingesteld (hierna ACB genoemd) in de vorm van 3 opcentiemen op de inkomstenbelastingen.

Deze heffing situeert zich in het kader van de verwezenlijking van de maatregelen van fiscale aard die de Regering heeft genomen naar aanleiding van de begrotingscontrole 1993. Een belangrijk deel van de opbrengst zal rechtstreeks worden aangewend voor de sanering van het tekort in de sociale zekerheid (zie Verslag namens de Commissie voor de Financiën van de Senaat, Zitting 1992-1993, Stuk 762-2, blz.2).

De inspanning wordt gevraagd aan alle belastingplichtigen, ongeacht of het werknemers, zelfstandigen, beoefenaars van vrije beroepen of vennootschappen betreft.

Nummer 463bis/2

Concreet wordt de ACB gevestigd op (2) :

- de personenbelasting (3);

- de vennootschapsbelasting;

- de rechtspersonenbelasting;

- de belasting van niet-inwoners;

- de bijzondere aanslag gevestigd ten name van de elektriciteitsproducenten.

Inzake Ven.B is de bijdrage echter niet van toepassing op de bijzondere aanslag die wordt gevestigd in geval van gehele of gedeeltelijke verdeling van het maatschappelijke vermogen van de vennootschap betreffende vóór 1.1.1990 gedane verrichtingen.

De ACB is evenmin van toepassing op de onroerende voorheffing.

[ (2) Er wordt opgemerkt dat geen ACB meer wordt gevestigd op de RV m.b.t. inkomsten toegekend of betaalbaar gesteld vanaf 1.1.1996 (cf. art. 21, 3°, W20.12.1995 dat art. 463bis, § 1, eerste lid, 2° en § 3, WIB 92, opheft).]

[ (3) Met uitzondering van de in art. 171, 2°bis, 3° en 3°bis, WIB 92, vermelde afzonderlijke aanslagen (cf. art. 463bis, § 1, eerste lid, 1°, in fine, WIB 92, ingevoegd door art. 21, 1°, W20.12.1995; die bepaling is van toepassing met ingang van aj. 1997).]

Nummer 463bis/3

De ACB wordt berekend voor :

- verrekening van de voorafbetalingen, de voorheffingen, het forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting en het belastingkrediet;

- toepassing van de vermeerdering ingeval geen of ontoereikende voorafbetalingen zijn gedaan of van de aan de voorafbetalingen verbonden bonificaties.

Nummer 463bis/4

De ACB wordt gelijkgesteld met de belasting of de voorheffing waarop zij wordt berekend, zodat zij onderworpen is aan alle fiscale bepalingen die op die belasting of voorheffing van toepassing zijn, met inbegrip van de regels inzake verrekening van de voorheffingen en de beperking ervan. Voor de berekening van de beperking overeenkomstig de art. 290 tot 295, WIB 92, worden de PB, de Ven.B en de BNI verhoogd met de erop betrekking hebbende ACB.

Nummer 463bis/5

Zoals de inkomstenbelastingen zelf, is de ACB in principe niet als beroepskost aftrekbaar (zie ook 463bis/40).

Nummer 463bis/6

Ten slotte zijn de aanvullende gemeente- en agglomeratiebelasting op de PB niet van toepassing op de ACB.

Nummer 463bis/7

De maatregel is in principe in werking getreden met ingang van aj. 1994.

De ACB moest evenwel vervroegd worden toegepast :

- inzake RV : op de inkomsten die vanaf 26.7.1993 zijn toegekend of betaalbaar gesteld (art. 23, § 6 in fine, W22.7.1993) (4);

- inzake BV : op de vanaf diezelfde datum betaalde of toegekende inkomsten (art. 3, KB 22.7.1993 tot verhoging van de bedrijfsvoorheffing - V2254, Bull. 731).

[ (4) Opgeheven voor de inkomsten toegekend of betaalbaar gesteld vanaf 1.1.1996 (cf. art.21, 3°, W 20.12.1995 dat art. 463bis, § 1, eerste lid, 2° en § 3, WIB 92, opheft).]

Nummer 463bis/8

De ACB is tijdelijk en kan worden verlaagd of afgeschaft zodra de begrotingstoestand dit mogelijk maakt (zie Verslag namens de Commissie voor de Financiën van de Kamer, Gewone Zitting 1992-1993, Stuk 1072/8, blz.117).

III. TOEPASSINGSGEBIED

A. BEOOGDE BELASTINGPLICHTIGEN

Nummer 463bis/9

Behoudens wat de in 463bis/10 en 10.1 opgesomde uitzonderingen betreft, is de ACB in principe van toepassing op de belasting die is gevestigd ten name van de belastingplichtigen die onderworpen zijn aan :

- de personenbelasting;

- de vennootschapsbelasting;

- de rechtspersonenbelasting;

- de belasting van niet-inwoners.

Onder belasting moet niet alleen de belasting met betrekking tot de volgens het gemeen recht belastbare inkomsten worden verstaan (b.v. de op de gezamenlijk belastbare inkomsten berekende belasting in de PB), maar ook de belasting die volgens bijzondere regels afzonderlijk is berekend (zie evenwel 463bis/10.1).

B. NIET-BEOOGDE BELASTINGPLICHTIGEN

Nummer 463bis/10

Zijn uitdrukkelijk uit het toepassingsgebied van de ACB gesloten:

- wat de rechtspersonenbelasting betreft : de in art. 220, 1°, WIB 92, bedoelde personen, zijnde de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de agglomeraties, de federaties van gemeenten, de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de openbare kerkelijke instellingen. Inzake RPB beperkt art. 463bis, § 1, eerste lid, 1°, WIB 92, de ACB immers tot de in art. 220, 2° en 3°, WIB 92, vermelde rechtspersonen;

- wat de belasting van niet-inwoners betreft : de vreemde Staten en hun staatkundige onderdelen en plaatselijke gemeenschappen (zie art. 227, 3°, WIB 92) Deze uitsluiting is letterlijk vermeld in art. 463bis, § 1, eerste lid, 1°, WIB 92 (zie 247/2).

C. NIET-BEOOGDE INKOMSTEN

Nummer 463bis/10.1

Wat de personenbelasting betreft wordt met ingang van aj. 1997 geen ACB meer gevestigd op de afzonderlijke aanslagen die van toepassing zijn op de inkomsten van roerende goederen en kapitalen en op diverse inkomsten van roerende aard.

Terzake betreft het de inkomsten vermeld in (5):

- art. 171, 2°bis, WIB 92, zijnde de inkomsten van roerende goederen en kapitalen die geen dividenden zijn, de in art. 90, 5° tot 7°, WIB 92, vermelde diverse inkomsten en de in art. 269, tweede lid, 2° en derde lid, WIB 92, vermelde dividenden (inkomsten die afzonderlijk worden belast tegen een aanslagvoet van 15 %);

- art. 171, 3°, WIB 92, zijnde de dividenden, met uitzondering van die vermeld in art. 269, tweede en derde lid, WIB 92 (inkomsten die afzonderlijk worden belast tegen een aanslagvoet van 25 %);

- art. 171, 3°bis, WIB 92, zijnde de in art. 269, tweede lid, 1°, WIB 92, vermelde dividenden (inkomsten die afzonderlijk worden belast tegen een aanslagvoet van 20 %).

[ (5) Er wordt aangenomen dat de ACB evenmin nog moet worden gevestigd op de belasting met betrekking tot de in art. 519, WIB 92, vermelde inkomsten.]

D. SPECIFIEK BEOOGDE BIJZONDERE AANSLAGEN

Nummer 463bis/11

Art. 463bis, § 1, eerste lid, WIB 92, somt een aantal bijzondere aanslagen op, waarop de ACB van toepassing is :

- de tegen een aanslagvoet van 300 % gevestigde bijzondere afzonderlijke aanslag op niet verantwoorde kosten die inzake Ven.B en BNI/ven. respectievelijk is bedoeld in art. 219 en art. 246, eerste lid, 2°, WIB 92 er wordt trouwens aan herinnerd dat, inzake RPB, de in art. 220, 2° en 3°, WIB 92, vermelde rechtspersonen eveneens tegen dezelfde aanslagvoet op de niet verantwoorde kosten worden belast, zodat ook in dat geval de ACB van toepassing is);

- de in de BNI gevestigde belasting op meerwaarden die ter gelegenheid van een overdracht onder bezwarende titel zijn verwezenlijkt op in België gelegen (on)gebouwde onroerende goederen of op zakelijke rechten met betrekking tot zulke onroerende goederen (zie art. 301, WIB 92);

- de bijzondere aanslag gevestigd ten name van de elektriciteitsproducenten, ingevoerd door art. 35, § 1, W28.12.1990 betreffende verscheidene fiscale en niet-fiscale bepalingen (zie de circ. Ci.RH 421/436.706 van 25.8.1992 - Bull. 720, Ci.RH421/452.264 van 16.9.1993 - Bull. 732 en Ci.RH 421/456.043 van 31.8.1994 - Bull. 742).

E. NIET-BEOOGDE BIJZONDERE AANSLAGEN

Nummer 463bis/12

De ACB is niet van toepassing op de bijzondere aanslagen die in de Ven.B, niettegenstaande de door de W22.12.1989 (V 2019 - Bull. 691) ingestelde hervorming, nog moeten gevestigd worden :

- ingeval van gehele of gedeeltelijke verdeling van het maatschappelijk vermogen van een vennootschap, wanneer het verrichtingen betreft die voor 1.1.1990 hebben plaatsgehad;

- op de voordelen van alle aard die vennootschappen, die voor 1.1.1990 in vereffening zijn gesteld, verlenen aan natuurlijke personen of rechtspersonen die geen vereffenaars van die vennootschappen zijn, behalve wanneer die voordelen rechtstreeks of onrechtstreeks in aanmerking komen voor het bepalen van de belastbare inkomsten van de verkrijgers.

F. VOORHEFFINGEN

Nummer 463bis/13

...

1. Bedrijfsvoorheffing

Nummer 463bis/14

Gelet op de verwijzing naar de art. 270 tot 275, WIB 92, beoogt art. 463bis, § 1, tweede lid, WIB 92, eveneens de BV. Overeenkomstig het KB 22.7.1993 tot verhoging van de bedrijfsvoorheffing, moesten de schuldenaars van de BV, wat de tijdens de periode van 26.7.1993 tot 31.12.1993 betaalde of toegekende inkomsten betreft, reeds met de ACB rekening houden; daartoe moest het bedrag van de BV, dat volgens de voor die periode geldende regels verschuldigd was, met 1,03 worden vermenigvuldigd.

Nummer 463bis/15

Wat de vanaf 1.1.1994 betaalde of toegekende inkomsten betreft, houden de schalen van de BV rekening met de ACB.

Terzake wordt verwezen naar :

- KB 30.12.1993, V 2281, Bull. 736, voor de in 1994 betaalde of toegekende inkomsten;

- KB 21.12.1994, V 2351, Bull. 746, voor de in 1995 betaalde of toegekende inkomsten;

- KB 14.12.1995, V 2427, Bull. 758, voor de in 1996 betaalde of toegekende inkomsten;

- KB 10.1.1997, V 2492, Bull. 770, voor de in 1997 betaalde of toegekende inkomsten;

- KB 5.12.1997, V 2547, Bull. 780, voor de in 1998 betaalde of toegekende inkomsten.

2. Onroerende voorheffing

Nummer 463bis/16

De ACB is niet van toepassing op de OV. Dit is een logisch gevolg van het feit dat de ACB uitsluitend in het voordeel van de Staat is ingevoerd, daar waar de opbrengst van de OV (aanvullende gemeente- en provinciebelasting uitgezonderd) aan de Gewesten toekomt.

G. VOORAFBETALINGEN

Nummer 463bis/17

Daar art. 463bis, § 1, tweede lid, WIB 92, de ACB gelijkstelt met de belasting waarop zij wordt berekend, heeft de ACB uiteraard ook een weerslag op het vlak van de VA; voor het bepalen van de te verrichten VA moeten de belastingplichtigen dan ook normaal reeds met de ACB rekening houden.

IV. BEREKENINGSMODALITEITEN

A. PB, VEN.B, RPB, BNI

Nummer 463bis/18

Art. 463bis, § 1, eerste lid, 1°, WIB 92, stelt dat de ACB inzake PB, Ven.B, RPB en BNI berekend wordt op de belasting zoals zij is vastgesteld:

- voor verrekening van de VA vermeld in de art. 157 tot 168, 175 tot 177, 218, 226, 243, derde lid en 246, WIB 92, van de voorheffingen, van het FBB en van het BK vermeld in de art. 277 tot 296, WIB 92;

- voor toepassing van de vermeerdering ingeval geen of ontoereikende VA als vermeld in de eerste gedachtenstreep zijn gedaan of van de daaraan verbonden bonificatie en, wat de BNI/nat.pers. betreft, vóór toepassing van de 6 opcentiemen vermeld in art. 245, WIB 92.

Een min of meer gelijkaardige formulering vindt men, inzake de aanvullende gemeente- en agglomeratiebelasting op de PB, terug in art. 466, WIB 92.

Nummer 463bis/19

Om het inzake PB en BNI/nat.pers. verschuldigde bedrag van de ACB vast te stellen, volstaat het dus, wat de gezamenlijk belastbare inkomsten betreft, de volgens de gewone regels (en zonder rekening te houden met de ACB) berekende hoofdsom als grondslag in aanmerking te nemen, d.w.z. de belasting berekend :

- na eventuele toepassing van de verminderingen voor :

  • het bouwsparen en het lange termijnsparen;
  • uitgaven betaald voor prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen;
  • pensioenen en vervangingsinkomsten;
  • inkomsten van buitenlandse oorsprong;

- maar vóór berekening van de vermeerdering of bonificatie inzake VA.

Die belasting (de hoofdsom), in voorkomend geval verhoogd met de PB op afzonderlijk belaste inkomsten (b.v. m.b.t. afzonderlijk belastbare meerwaarden) (6) - waarbij evenmin rekening wordt gehouden met de ACB -moet in aanmerking worden genomen vóór verrekening van de VA, de voorheffingen, het FBB en het BK.

[ (6) Met dien verstande dat met ingang van aj. 1997 de in art. 171, 2°bis, 3° en 3°bis, WIB 92, vermelde - afzonderlijk belaste - inkomsten van roerende goederen en kapitalen en diverse inkomsten van roerende aard niet meer onderworpen zijn aan die ACB (zie 463bis/10.1).]

Nummer 463bis/20

De ACB is gelijk aan 3 % van de berekeningsgrondslag. Het resultaat moet op de frank worden afgerond. Gedeelten van minder dan 50 centiemen worden weggelaten; die van 50 centiemen en meer worden voor 1 F gerekend.

Voorbeeld

Hoofdsom : 678.374 F

PB op een afzonderlijk belaste meerwaarde : 19.578 F

Grondslag ACB : 697.952 F

ACB : 697.952 F x 3 % = 20.938,56 F, afgerond op 20.939 F.

Nummer 463bis/21

...

Nummer 463bis/22

...

B. BEDRIJFSVOORHEFFING

Nummer 463bis/23

Voor de in de periode van 26.7.1993 tot 31.12.1993 betaalde of toegekende inkomsten, moest de schuldenaar van de inkomsten het bedrag van de BV dat volgens de voor die periode geldende regels verschuldigd was, vermenigvuldigen met 1,03 en vervolgens het resultaat ervan op de lagere frank afronden.

Nummer 463bis/24

Wat de vanaf 1.1.1994 betaalde of toegekende inkomsten betreft, wordt de aandacht er nogmaals op gevestigd dat de vanaf die datum geldende schalen van de BV (zie 463bis/15) met de ACB rekening houden, zodat de schuldenaar van de BV zich niet om de ACB moet bekommeren.

C. ANDERE BELASTINGEN EN AANSLAGEN

Nummer 463bis/25

De overeenkomstig art. 301, WIB 92, gevestigde belasting met betrekking tot sommige door niet-inwoners verwezenlijkte meerwaarden moet eveneens met een ACB van 3 % worden verhoogd.

Voorts moet de in art. 58, WIB 92, bedoelde forfaitaire belasting op geheime commissielonen, overeenkomstig art. 463bis, § 2, 1°, WIB 92, eveneens de ACB bevatten, met dien verstande dat de uiteindelijk toegepaste aanslagvoet niet lager mag zijn dan 20,6 %.

Nummer 463bis/26

...

V. VERMEERDERING EN BONIFICATIE INZAKE VA

A. PERSONENBELASTING

Nummer 463bis/27

Art. 165, WIB 92, bepaalt dat de belasting die in aanmerking moet genomen worden om de vermeerdering te berekenen ingeval geen of ontoereikende VA zijn gedaan, 106% van de Rijksbelasting bedraagt. Krachtens art. 175, WIB 92, wordt hetzelfde percentage toegepast op de belasting die als basis voor de berekening van de bonificaties inzake VA dient.

Art. 463bis, § 2, 2°, WIB 92, stelt dat het percentage van 106, zowel voor de toepassing van art. 165 als van art. 175, WIB 92, op 109 wordt gebracht.

Voorbeeld 1 (aj. 1997)

Nummer 463bis/28

Voor de berekening van de vermeerdering in aanmerking te nemen belasting : 1.111.836 F

Verhoging tot 109 % : 1.211.901 F

Verrekenbare voorheffingen : - 294.157 F

Grondslag van de vermeerdering : 917.744 F

Principieel verschuldigde vermeerdering : 917.744 F x 11,25 % = 103.246 F

Tot 90 % teruggebrachte vermeerdering : 103.246 F x 90 % = 92.921 F

Voorbeeld 2 (aj. 1997)

Nummer 463bis/29

Alleenstaande belastingplichtige, werknemer.

Voorafbetalingen :

- VA 1 en VA 2 = 100.000 F

- VA 3 = 50.000 F

Hoofdsom : 678.374 F

PB op een afzonderlijk belaste meerwaarde : 19.578 F

Totaal : 697.952 F

Verhoging tot 109 % (697.952 F x 109 %) : 760.768 F

Verrekende voorheffingen : - 523.400 F

Maximumbedrag aan VA dat recht geeft op een bonificatie : 237.368 F

Bedrag van de bonificatie :

- VA 1 : 100.000 F x 7,5 % = 7.500 F

- VA 2 : 100.000 F x 6,25 % = 6.250 F

- VA 3 : 37.368 F x 5 % = 1.868 F

- Totaal : 15.618 F

B. VENNOOTSCHAPSBELASTING

Nummer 463bis/30

Wat de berekening van de vermeerdering in de Ven.B betreft, bepaalt art. 218, tweede lid, WIB 92, dat de beperking van de vermeerdering tot 90 % en de verhoging van de berekeningsgrondslag tot 106 % van de Rijksbelasting geen toepassing vinden.

Nummer 463bis/31

Art. 463bis, § 2, 3°, WIB 92, stelt dat die bepaling voor de berekening van de ACB niet van toepassing is voor zover zij betrekking heeft op de 106 %, maar dat de verhoging tot 109 %, die normaal van toepassing is in de PB (zie 463bis/27), in de Ven.B op 103 % wordt gebracht.

Voorbeeld (aj. 1997)

1. Gegevens

Binnenlandse vennootschap waarvan het boekjaar samenvalt met het kalenderjaar 1996 en die is uitgesloten van de verminderde tarieven.

- Belastbare inkomsten : 3.000.000 F

- Voorafbetalingen (VA 1) : 600.000 F

- Niet terugbetaalbare voorheffingen : 100.000 F

2. Berekening van de belasting

Basisbelasting : 3.000.000 F x 39 % = 1.170.000 F

ACB : 1.170.000 F x 3 % = 35.100 F

Totaal : 1.205.100 F

Niet terugbetaalbare voorheffingen : - 100.000 F

VA : 1.105.100 F

Vermeerdering (zie hierna) : - 600.000 F

505.100 F

+ 34.324 F

Te betalen totaal : 539.424 F

3. Berekening van de vermeerdering

Berekeningsbasis : 1.105.100 F

Globale vermeerdering :

1.105.100 F x 11,25 % = 124.324 F

Voordelen verbonden aan de verrichte VA :

VA1 : 600.000 F x 15 % = - 90.000 F

Werkelijke vermeerdering : 34.324 F

VI. BEPERKING VAN DE VERREKENING VAN SOMMIGE BESTANDDELEN

Nummer 463bis/32

Inzake PB is het FBB slechts verrekenbaar ten belope van het gedeelte van de belasting dat op de beroepsinkomsten slaat.

De verrekening van het BK (van toepassing vanaf aj. 1997) is beperkt tot het deel van de PB dat evenredig betrekking heeft op het bedrag van de nettowinst en -baten waarvoor het is verleend (zie art. 289bis, WIB 92).

Om rekening te houden met de weerslag van de ACB moet die verrekening worden beperkt tot 103 % van dat gedeelte.

Voorbeeld (aj. 1997)

Nummer 463bis/33

Alleenstaande.

Gezamenlijk belastbaar inkomen (met inbegrip van 100.000 F beroepsinkomsten) : 765.600 F

Hoofdsom : 224.970 F

In principe verrekenbare FBB : 33.000 F

Gedeelte van de belasting dat op de beroepsinkomsten slaat :

224.970 F x 100.000/765.600 = 29.385 F

Verrekening van het FBB te beperken tot :

29.385 F x 103 % = 30.267 F

Nummer 463bis/34

In dezelfde gedachtengang moet de verrekening van de OV-privé m.b.t. de in art. 16, WIB 92, bedoelde woning worden beperkt tot 103 % van het bedrag van de PB, in voorkomend geval verminderd met de andere niet- terugbetaalbare voorheffingen.

Voorbeeld (aj. 1997)

Hoofdsom : 678.374 F

PB op een afzonderlijk belaste meerwaarde : 19.578 F

Totaal : 697.952 F

Verhoging tot 103 % (697.952 F x 103 %) : 718.891 F

Niet terugbetaalbare voorheffingen (met uitzondering van de OV-privé) : - 683.584 F

Verrekening van de OV-privé in voorkomend geval te beperken tot : 35.307 F

Nummer 463bis/35

Inzake Ven.B en BNI/ven. worden de als FBB of FRV verrekenbare bedragen integraal met het met de ACB verhoogde bedrag van de Ven.B of de BNI/ven. verrekend.

Het BK is integraal verrekenbaar met het met de ACB verhoogde bedrag van de Ven.B.

VII. AANVULLENDE BELASTINGEN

Nummer 463bis/36

Art. 463bis, § 1, vierde lid, WIB 92, stelt dat de in art. 466, WIB 92, bedoelde aanvullende gemeente- en agglomeratiebelasting op de PB (zie 465/7) niet van toepassing zijn op de ACB op de PB.

Om die reden en om de uit te voeren bewerkingen zo eenvoudig mogelijk te houden, wordt de ACB in de PB slechts op het einde van de berekening, en niet bij elke fase ervan, als een afzonderlijk element in rekening gebracht.

VIII. BELASTINGVERHOGINGEN

Nummer 463bis/37

Daar de ACB wordt gelijkgesteld met de belasting of de voorheffing waarop zij wordt berekend (zie art. 463bis, §1, tweede lid, WIB 92), moet zij ook in aanmerking worden genomen voor de toepassing van de belastingverhogingen.

IX. MINIMUMBEDRAG VAN DE INKOHIERING

Nummer 463bis/38

Art. 304, § 1, tweede lid, WIB 92, bepaalt dat de aanslagen in de PB, de Ven.B, de RPB en de BNI, met uitzondering van de aanslagen in de RV of de BV, niet ten kohiere worden gebracht wanneer zij, na verrekening van de voorheffingen, voorafbetalingen en andere bestanddelen, geen 100 F bedragen.

Art. 463bis, § 2, 4°, WIB 92, stelt dat, voor de toepassing van die bepaling, onder de daarin opgesomde belastingen moet worden verstaan, de met de ACB verhoogde PB, Ven.B, RPB en BNI.

X. BEROEPSKOSTEN

Nummer 463bis/39

Art. 463bis, § 1, derde lid, WIB 92, stelt dat de ACB niet als beroepskost aftrekbaar is indien de belasting of voorheffing waarop zij wordt berekend niet zelf als beroepskost wordt aangemerkt.

Het betreft hier een logisch gevolg van het feit dat de ACB wordt gelijkgesteld met de belasting of de voorheffing waarop zij wordt berekend.

Nummer 463bis/40

In de praktijk wordt als beroepskost aangemerkt, de ACB met betrekking tot :

- de in art. 58, WIB 92, bedoelde forfaitaire belasting op geheime commissielonen;

- de in de art. 219 en 246, eerste lid, 2°, WIB 92, bedoelde bijzondere afzonderlijke aanslagen op niet verantwoorde kosten.

In die gevallen is de belasting zelf immers als beroepskost aftrekbaar.

XI. ALGEMEEN TOEPASSINGSVOORBEELD INZAKE PB (AJ. 1997)

Nummer 463bis/41

Echtpaar (beide echtgenoten zijn werknemers).

Een kind ten laste.

Afgezonderd beroepsinkomen (vrouw) :

555.654 F

Resterend gezinsinkomen (man) :

1.412.359 F

Afzonderlijk belastbare (netto) achterstallige bezoldigingen van de man

(aanslagvoet 43,5 %) :

45.007 F

Bij de man ingehouden BV :

318.300 F

Bij de vrouw ingehouden BV :

205.100 F

Totaal bedrag van de BV :

523.400 F

Het gezin heeft in 1996 volgende voorafbetalingen gedaan :

- VA 1 :

30.000 F

- VA 2 :

30.000 F

- VA 3 :

20.000 F

- VA 4 :

10.000 F

Totaal :

90.000 F

Aanvullende gemeentebelasting :

6 %

Bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid :

Bij de vrouw ingehouden :

6.000 F

Bij de man ingehouden :

10.750 F

Totaal :

16.750 F

Hoofdsom :

Afgezonderd beroepsinkomen :

- basisbelasting op 555.654 F :

179.994 F

- belasting op de belastingvrije som (156.000 F) :

- 39.000 F

- verschil :

140.994 F

Resterend gezinsinkomen :

- basisbelasting op 1.412.359 F :

581.130 F

- belasting op de belastingvrije som

(156.000 F + 42.000 F = 198.000 F) :

- 49.500 F

- verschil :

531.630 F

Hoofdsom : 140.994 F + 531.630 F =

672.624 F

PB op de afzonderlijk belastbare achterstallige bezoldigingen :

45.007 F x 43,5 % =

19.578 F

Bonificaties inzake VA :

Hoofdsom :

672.624 F

PB op de afzonderlijk belaste inkomsten :

+ 19.578 F

Totaal :

692.202 F

Verhoging tot 109 % (692.202 F x 109 %) :

754.500 F

Verrekende voorheffingen (BV) :

- 523.400 F

Verschil :

231.100 F

Daar dit bedrag groter is dan het totaal van de gestorte VA, geven die VA dus integraal recht op bonificatie.

Bonificatie VA 1 : 30.000 F x 7,5 % =

2.250 F

Bonificatie VA 2 : 30.000 F x 6,25 % =

1.875 F

Bonificatie VA 3 : 20.000 F x 5 % =

1.000 F

Bonificatie VA 4 : 10.000 F x 3,75 % =

375 F

Totale bonificatie :

5.500 F

Aanvullende crisisbijdrage :

Hoofdsom :

672.624 F

PB op de afzonderlijk belaste inkomsten :

+ 19.578 F

Totaal (= grondslag ACB) :

692.202 F

ACB : 692.202 F x 3 % =

20.766 F

Aanvullende gemeentebelasting :

Hoofdsom :

672.624 F

PB op de afzonderlijk belaste inkomsten :

+ 19.578 F

Totaal (= grondslag PB/gem.) :

692.202 F

PB/gem. : 692.202 F x 6 % =

41.532 F

Samenvatting :

Hoofdsom :

672.624 F

PB op de afzonderlijk belaste inkomsten :

+ 19.578 F

Totaal :

692.202 F

Aanvullende crisisbijdrage :

+ 20.766 F

Terugbetaalbare voorheffingen (BV) :

- 523.400 F

Voorafbetalingen :

- 90.000 F

Bonificatie :

- 5.500 F

Saldo Staat :

94.068 F

Aanvullende gemeentebelasting :

+ 41.532 F

Saldo :

135.600 F

Bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid

verschuldigd op het GBI (1.968.013 F) :

23.534 F

Reeds ingehouden :

- 16.750 F

Saldo bijdrage

6.784 F

TE BETALEN :

142.384 F

XII. ALGEMEEN TOEPASSINGSVOORBEELD INZAKE VEN.B (AJ. 1997)

Nummer 463bis/42

Gegevens

Binnenlandse vennootschap waarvan het boekjaar samenvalt met het kalenderjaar 1996 en die niet is uitgesloten van de verminderde tarieven.

Belastbare inkomsten :

- tegen de gewone tarieven : 6.000.000 F, waarvan 1.000.000 F belastbaar is tegen het tot één vierde verlaagde tarief;

- tegen een afzonderlijk tarief (art. 519bis, WIB 92): 120.000 F.

Voorafbetalingen :

- op 10.7.1996 : 500.000 F (VA 2);

- op 10.10.1996 : 1.000.000 F (VA 3).

Niet terugbetaalbare voorheffingen : 100.000 F.

Terugbetaalbare voorheffingen : 80.500 F.

Berekening van de belasting

1. Basisbelasting

a) Gewone aanslag :

Belgische + buitenlandse inkomsten : 6.000.000 F

1.000.000 F x 28 % =

280.000 F

2.600.000 F x 36 % =

936.000 F

2.400.000 F x 41 % =

984.000 F

Omdeling :

2.200.000 F

- Belgische inkomsten : 2.200.000 F x 5.000.000/6.000.000 =

1.833.333 F

- Buitenlandse inkomsten : 2.000.000 F x 1.000.000/6.000.000 x 1/4 =

91.667 F

- Totaal :

1.925.000 F

b) Afzonderlijke aanslag :

120.000 F x 23 % =

27.600 F

2. Berekening van de belasting

Gewone aanslag

Afzonderlijke aanslag

- basisbelasting :

1.925.000 F

27.600 F

- ACB van 3 % :

+ 57.750 F

+ 828 F

- totaal :

1.982.750 F

28.428 F

- niet terugbetaalbare voorheffingen :

- 100.000 F

- 0 F

- verschil :

1.882.750 F

28.428 F

- terugbetaalbare voorheffingen :

-80.500 F

- 0 F

1.802.250 F

28.428 F

- voorafbetalingen :

- 1.500.000 F

- 0 F

302.250 F

28.428 F

- vermeerdering (zie hierna) :

+ 40.253 F

- totaal :

342.503 F

28.428 F

te betalen totaal :

370.931 F

3. Berekening van de vermeerdering

- berekeningsbasis : 1.802.250 F

- globale vermeerdering : 1.802.250 F x 11,25 % :

202.753 F

- voordelen verbonden aan de verrichte voorafbetalingen :

* VA 2 : 500.000 F x 12,5 % =

62.500 F

* VA 3 : 1.000.000 F x 10 % =

100.000 F

* totaal :

- 162.500 F

- werkelijke vermeerdering :

40.253 F