Parlementaire vraag nr. 1404 van de heer Daems van 09.06.1998

VRAAG 98/1404

Vraag nr. 1404 van de heer Daems dd. 09.06.1998


Bull. nr. 787, pag. 2532

Vr. en Antw., Kamer, 1997-1998, nr. 138, blz. 19095-19096

PWA. - Bijkomende vergoedingen.

VRAAG

De vergoedingen verkregen voor prestaties geleverd in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (PWA) zijn vrijgesteld krachtens artikel 38, 13°, WIB 1992.

Kan u bevestigen dat de bijkomende vergoedingen (bijvoorbeeld 10 frank per gepresteerd uur extra als algemene vergoeding van kosten) die de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen toekennen aan de werkzoekenden die actief zijn in het PWA eveneens onder deze vrijstelling vallen?

ANTWOORD

Het is mij niet duidelijk welke vergoedingen het geacht lid juist bedoeld.

Voor zover de vergoedingen evenwel betrekking zouden hebben op de terugbetaling van verplaatsingsonkosten van de woonplaats naar de plaats van tewerkstelling en van de kosten voor maaltijden en ze uitsluitend worden toegekend voor prestaties in het kader van een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap (PWA) is er, gelet op de algemene bewoordingen van artikel 38, 13°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) beslist om van belastingheffing af te zien (zie parlementaire vraag nr. 225 van 15 januari 1996 gesteld door volksvertegenwoordiger Eerdekens, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1995-1996, nr. 45, blz. 6202).

Wanneer de vergoedingen betrekking zouden hebben op de terugbetaling van dienstverplaatsingen tijdens de uitvoering van de voormelde prestaties voor rekening van het PWA worden ze - zoals dat overigens ook voor "gewone" werknemers het geval is - met toepassing van artikel 31, tweede lid, 1°, in fine, WIB 92 in principe evenmin als belastbare beroepsinkomsten aangemerkt.

Opdat de vergoedingen niet belastbaar zouden zijn, is in beide gevallen vereist dat ze enkel reële kosten dekken of wanneer het forfaitaire vergoedingen betreft. dat ze op redelijke wijze en volgens ernstige normen zijn vastgesteld.

Of dat het geval is voor de vergoeding van 10 frank per uur, waarvan sprake in de vraag, kan bij gebrek aan nadere preciseringen omtrent de vaststelling van dat bedrag, evenwel niet worden uitgemaakt.