Parlementaire vraag nr. 423 van de heer Steven Matheï van 17.05.2021

Kamer, Vraag en Antwoord, 2020-2021, QRVA 55/058 d.d. 08.07.2021, blz. 200

Kosten van de fiscale verplichtingen voor rekening van de werkgever.

VRAAG (van de heer Matheï)

Belastingplichtigen die in België aan de inkomstenbelasting zijn onderworpen, moeten elk jaar bij de belastingadministratie een aangifte indienen op de wijze en termijnen zoals voorzien door de wet. Aangiften van de inkomstenbelasting kunnen ook worden ingediend door een tussenpersoon of mandataris.

In antwoord op vraag nr. 57 van 5 november 2020 van mevrouw de Barbara Pas werd aangegeven dat de uitgaven die door de werkgever worden gedragen met betrekking tot het voorbereiden, invullen en opvolgen van de Belgische belastingaangifte moeten worden aangemerkt als een voordeel van alle aard voor de werknemer, op basis van de werkelijke waarde ervan (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2020-2021, nr. 32).

In de praktijk komt het in bepaalde omstandigheden voor dat bedrijven of werkgevers hun werknemers hulp bieden bij de aangifte gezien de specifieke complexiteit die inherent is aan de professionele tewerkstellingsstructuur. Dit is bijvoorbeeld het geval in grensoverschrijdende situaties waar de tewerkstelling wordt uitgeoefend op het grondgebied van verschillende landen en dit een fiscale verplichting in de verschillende betrokken landen met zich meebrengt. Een ander geval is de situatie waarin de werknemer een van de Belgische landstalen niet of onvoldoende beheerst om het hoofd te bieden aan de complexiteit van zijn fiscale verplichtingen in België (bijv. een expat).

Vaak is het op verzoek van de werkgever dat deze internationale tewerkstellingssituatie zich voordoet (dus direct ingegeven door een beslissing van de werkgever). Dit is gebruikelijk voor buitenlandse kaderleden en specialisten die tijdelijk in België te werk worden gesteld en voor wie de onderneming of werkgever het bijzondere belastingregime voor buitenlandse kaderleden vraagt (Circulaire nr. Ci.RH. 624/325.294 van 8 augustus 1983). Dit statuut van buitenlandse kaderlid moet immers worden aangevraagd door de werkgever in België. Dit kan ook het geval zijn als de belastingplichtige in een grensoverschrijdende tewerkstelling wordt geconfronteerd met de complexiteit van de verdeling van de heffingsbevoegdheid tussen de verschillende landen (overeenkomstig de belastingverdragen ter voorkoming van dubbele belasting, met toepassing van de vrijstellingsmethode onder progressiviteitvoorbehoud). Het invullen en indienen van het aangifteformulier zelf is slechts een klein deel van het totale werk met betrekking tot het nakomen van de fiscale verplichtingen. Het grootste deel van het werk is evenwel het verzamelen van alle relevante gegevens via de werkgever en de (internationale) fiscale analyse van deze gegevens. Dit voorbereidende werk brengt een hoge mate van complexiteit met zich mee, met name voor werknemers in een internationale situatie of een grensoverschrijdend tewerkstelling. Bovendien brengt het speciale belastingregime voor buitenlandse kaderleden een bijzondere complexiteit met zich mee wat betreft het berekenen van de specifieke kosten eigen aan de werkgever

(inclusief de nodige attesten van de werkgever), het berekenen van specifieke belastingvrijstellingen (bijv. voor professionele dagen in het buitenland), het verzamelen van alle beroepsinkomsten betaald of toegekend zowel in België als in het buitenland, enz.

1. Kan u bevestigen dat, gezien de hierboven vermelde bijzondere complexiteit, het de taak van de werkgever is om de betrokken werknemers, op zijn kosten, bij te staan bij de voorbereiding, invulling en opvolging van de belastingaangifte, om de correcte uitvoering van de fiscale verplichting te verzekeren?

2. Kan u bevestigen dat men de kost hiervan kan beschouwen als een kost eigen aan de werkgever?

ANTWOORD (van de Minister van Financiën)

De terugbetaling van uitgaven die aan de werkgever eigen zijn, behoren niet tot de belastbare bezoldigingen van werknemers.

Wanneer de werkgever kosten draagt om zijn fiscale verplichtingen na te leven, zoals het verzamelen en verwerken van de nodige gegevens in het kader van zijn verplichtingen inzake bedrijfsvoorheffing, het opmaken van fiscale fiches, enz. dan gaat het om kosten die aan de werkgever eigen zijn en zijn die kosten bij de werknemer niet belastbaar als voordeel van alle aard.

De aanvraag tot erkenning als buitenlands kaderlid, als bedoeld in de circulaire nr. Ci.RH.624/325.294 van 8 augustus 1983, moet door de werkgever gebeuren. Het voordeel van dat stelsel komt immers aan de werkgever toe. De administratieve kosten die daarmee verband houden worden dan ook beschouwd als kosten die eigen zijn aan de werkgever en vormen in hoofde van de betrokken kaderleden geen belastbaar voordeel van alle aard.

Ook de kosten die verband houden met de toepassing van het bijzondere aanslagstelsel, zoals de vaststelling van de terugbetalingen van uitgaven die aan de werkgever eigen zijn en de vaststelling van de bezoldiging met betrekking tot de in het buitenland uitgeoefende werkzaamheid zijn eigen aan de werkgever en zijn niet belastbaar als voordeel van alle aard.

Het indienen van een persoonlijke belastingaangifte is daarentegen een persoonlijke verplichting van het buitenlands kaderlid. Wanneer de werkgever de uitgaven met betrekking tot het voorbereiden (behalve voor wat hierboven is bepaald met betrekking tot het vaststellen van de uitgaven die eigen zijn aan de werkgever en de vaststelling van de belastbare bezoldiging conform de circulaire nr. Ci.RH.624/325.294 van 8 augustus 1983), invullen en opvolgen van de persoonlijke belastingaangifte van de werknemer ten laste neemt, dan gaat het niet om kosten die eigen zijn aan de werkgever maar wel degelijk om kosten die eigen zijn aan de werknemer.

Zoals reeds vermeld in mijn antwoord op de schriftelijke vraag nr. 57 van mevrouw Barbara Pas van 5 november 2020 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2020-2021, nr. 32)zijn dergelijke persoonlijke uitgaven die door de werkgever ten laste worden genomen volgens de werkelijke waarde als een voordeel van alle aard bij het kaderlid belastbaar. Dit is trouwens een algemeen principe dat niet louter beperkt is tot de situatie van de buitenlandse kaderleden.