Parlementaire vraag nr. 436 van de heer Wouter Vermeersch van 19.05.2021
Kamer, Vraag en Antwoord, 2020-2021, QRVA 55/058 d.d. 08.07.2021, blz. 217
Verlaagde voorheffing en uitsluiting van preferente aandelen.
VRAAG (van de heer Vermeersch)
Het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen maakt het mogelijk voor besloten vennootschappen (bv) om verschillende winstrechten te koppelen aan aandelen. Voorheen was dit enkel mogelijk voor naamloze vennootschappen (nv) en de coöperatieve vennootschappen (cv).
Van de algemene regel tot gelijke winstrechten kan in de statuten uitdrukkelijk worden afgeweken door de creatie van preferente aandelen. Deze preferente aandelen geven aan aandeelhouders een aantal voorkeursrechten, zoals een winstrecht voordat de andere aandeelhouders een dividend ontvangen. Voorwaarde is wel dat elk aandeel steeds moet delen in de winst. Het is niet mogelijk één of meerdere aandeelhouders uit te sluiten van winstrechten.
Het VVPRbis-regime werd vanaf 1 juli 2013 ingevoerd en laat kleine vennootschappen toe om aandelen uit te geven waarvan de dividenden - onder bepaalde voorwaarden - recht geven op de toepassing van een verlaagd tarief van roerende voorheffing. Het tarief van de roerende voorheffing bedraagt standaard 30 %, maar wordt hierdoor verlaagd naar 20 % of 15 %. Een vereiste voor de toepassing van het VVPRbis-regime is dat geen preferente aandelen worden gecreëerd. Volgens de memorie van toelichting bij de Programmawet van 28 juni 2013 wil dat zeggen dat de "nieuwe aandelen" geen enkele voorkeursbehandeling mogen genieten.
1. Kan een vennootschap waarvan de aandelen in aanmerking komen voor het VPPRbis-regime dan in geen enkel geval preferente aandelen creëren? Deze vraag werd reeds eerder beantwoord door de Dienst Voorafgaande Beslissingen in het kader van het oude VVPR-regime, maar nog niet in het kader van het VPPRbis-regime.
2. Kan een vennootschap overgaan tot de creatie van preferente aandelen met behoud van het VPPRbis-regime indien alle andere (niet-preferente) aandelen eveneens aan de VVPR-voorwaarden voldoen? Immers, in dit geval bestaat er geen risico op kunstmatige verschuiving en misbruik.
3. Dient de wet zo te worden begrepen dat bij een nieuwe inbreng in geld vanaf 1 juli 2013 de "nieuwe aandelen" geen voorkeursbehandeling mogen genieten in verhouding tot de aandelen die niet in aanmerking komen voor het VPPRbis-regime?
4. Dient de vereiste om geen preferente aandelen te creëren voor de toepassing van het VVPRbis-regime zo te worden begrepen dat aandelen die in aanmerking komen voor het VVPRbis-regime geen voorkeursbehandeling mogen genieten in verhouding tot de aandelen die niet in aanmerking komen?
ANTWOORD (van de Minister van Financiën)
Een vennootschap kan inderdaad preferente aandelen uitgeven naast de VVPRbis-aandelen, zonder dat die laatste het fiscale voordeel zoals bedoeld in artikel 269, § 2, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, verliezen.
Het feit daarentegen dat een aandeel een voorrecht geniet, leidt ertoe dat dat aandeel van het VVPRbis-regime wordt uitgesloten.