Artikel 527, WIB 92

Art. 527, eerste en derde lid, is van toepassing vanaf aanslagjaar 2015 (art. 103 en 108, 1ste lid, W 08.05.2014 - B.S. 28.05.2014; Numac: 2014003239; err. 27.01.2015)

Artikel 19, § 1, 3°, a, zoals dat bestond alvorens te zijn gewijzigd door artikel 390 van de programmawet van 27 december 2004, blijft van toepassing op de inkomsten begrepen in kapitalen en afkoopwaarden vereffend bij leven betreffende niet in artikel 104, 9°, zoals het bestond voordat het werd opgeheven door artikel 20 van de wet van 8 mei 2014, bedoelde levensverzekeringscontracten die de belastingplichtige individueel heeft gesloten, wanneer het gaat om contracten die een gewaarborgd rendement bepalen en waarvan geen enkele premie aanleiding heeft gegeven tot een belastingvermindering voor het lange termijnsparen, overeenkomstig de artikelen 145^1, 145^6, en 145^17 tot 145^20, zoals die bestonden voordat ze door de artikelen 397, 399 en 400 van de programmawet werden gewijzigd of opgeheven, of zoals die krachtens artikel 526, § 2, tweede lid, van toepassing zijn gebleven.

Artikel 34, § 1, 2°, d, zoals dat bestond alvorens te zijn gewijzigd door artikel 391 van de programmawet van 27 december 2004, blijft van toepassing in zoverre de aldaar bedoelde kapitalen, afkoopwaarden van levensverzekeringscontracten, pensioenen, aanvullende pensioenen en renten geheel of gedeeltelijk zijn gevormd door middel van bijdragen als vermeld in artikel 145^17, 1°, zoals dat bestond voordat het door artikel 400 van de programmawet werd opgeheven of zoals dat krachtens artikel 526, § 2, tweede lid, van toepassing is gebleven.

Artikel 39, § 2, 2°, a, zoals dat bestond alvorens te zijn gewijzigd door artikel 392 van de programmawet van 27 december 2004, blijft van toepassing op pensioenen, aanvullende pensioenen, renten, kapitalen, spaartegoeden en afkoopwaarden indien ze voortkomen uit een niet in artikel 104, 9°, zoals het bestond voordat het werd opgeheven door artikel 20 van de wet van 8 mei 2014, bedoeld individueel levensverzekeringscontract dat is afgesloten ten gunste van de belastingplichtige of de persoon van wie hij de rechtverkrijgende is, en waarvoor geen vermindering is verleend die was vermeld in artikel 145^17, 1°, zoals dat bestond voordat het door artikel 400 van de programmawet werd opgeheven, of zoals dat krachtens artikel 526, § 2, tweede lid, van toepassing is gebleven.

Artikel 169, § 1, eerste lid, zoals het bestond voordat het door artikel 401 van de programmawet van 27 december 2004 werd gewijzigd, blijft van toepassing in zoverre de aldaar bedoelde kapitalen en afkoopwaarden worden uitgekeerd uit hoofde van levensverzekeringscontracten als vermeld in artikel 145^17, 1°, zoals dat bestond voordat het door artikel 400 van de programmawet werd opgeheven, of zoals dat krachtens artikel 526, § 2, tweede lid, van toepassing is gebleven.

Artikel 171, 2°, d, zoals het bestond voordat het door artikel 402 van de programmawet van 27 december 2004 werd gewijzigd, blijft van toepassing in zoverre het gaat om kapitalen en afkoopwaarden van levensverzekeringscontracten als bedoeld in artikel 145^1, 2°, zoals dat bestond voordat het door artikel 397 van de programmawet werd gewijzigd, of zoals dat krachtens artikel 526, § 2, tweede lid, van toepassing is gebleven.