Artikel 123, KB/WIB 92
Art. 123, tweede lid, is van toepassing op de roerende voorheffing die is ingehouden op dividenden die vanaf 01.01.2018 zijn betaald of toegekend (art. 1 en 4, KB 28.04.2019 - B.S. 09.05.2019; Numac: 2019012136)
De roerende voorheffing, de fictieve roerende voorheffing en het forfaitaire gedeelte van buitenlandse belasting worden, in de mate bepaald in de artikelen 276 tot 294 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, met de personenbelasting, de vennootschapsbelasting of de belasting van niet-inwoners verrekend voor zover zij betrekking hebben op inkomsten die in de belastbare grondslag van die belastingen zijn opgenomen.
De roerende voorheffing die is ingehouden op dividenden waarvoor overeenkomstig artikel 307, § 1/1, derde lid, en § 1/5, eerste lid, van het voormelde Wetboek de toepassing van artikel 21, eerste lid, 14°, van datzelfde Wetboek wordt gevraagd, wordt eveneens verrekend met de personenbelasting en de belasting van niet-inwoners.