Parlementaire vraag nr. 55016325C van mevrouw Nahima Lanjri van 05.05.2021
Kamer, Integraal verslag – Commissie voor de Financiën, 2020-2021, CRIV 55 COM 467 d.d. 05.05.2021, blz. 34
De vrijstelling van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor ploegen- en nachtarbeid
VRAAG (van mevrouw lanjri)
Artikel 275/5 WIB 92 voorziet in een vrijstelling van doorstorting van 1% van de ingehouden bedrijfsvoorheffing op de belastbare bezoldigingen van de werknemers die ploegen- of nachtarbeid verrichten en hiervoor een premie ontvangen. Deze regeling kwam er destijds om het verlies van concurrentiekracht tegen te gaan na de herstructurering van Ford Genk en geldt voor alle werknemers behalve voor de non-profit, met uitzondering van de gezins- en bejaardenhulp. Sommigen opperen dat de sociale Maribel een antwoord biedt op de uitsluiting, aangezien ook deze maatregel de bevordering van de tewerkstelling in (voornamelijk) de non-profitsector via de creatie van bijkomende arbeidsplaatsen voor ogen heeft. Hierover is nochtans geen consensus. Het is mijns inziens eigenaardig dat een deel van de non-profitsector uitgesloten wordt voor de vrijstelling van doorstorting gezien de grote noden in de zorg. De COVID-19 pandemie vormt een des te belangrijker argument aangezien deze maatregel voor extra ondersteuning in de zorgsector kan zorgen. Met mijn wetsvoorstel 55/0205/001 stelde ik al een wijziging van de programmawet van 22 december 2003 voor zodat ploegen- en nachtarbeid in de volledige non-profit ook onder deze regeling valt. Ik wil hieromtrent volgende vragen stellen: Wordt volgens de minister het gelijkheidsbeginsel niet geschonden door een deel van de non-profit uit te sluiten van deze maatregel, gezien de maatregel oorspronkelijk werd ingevoerd om bijkomende tewerkstelling te bevorderen? Kan deze regeling volgens de minister dan niet uitgebreid worden tot de volledige non-profit sector? Zo ja, hoe ziet u dit en wanneer zou dit gerealiseerd kunnen worden?
ANTWOORD (van de Minister van Financiën)
Mevrouw Lanjri, de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing, vermeld in artikel 275 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 bedraagt 22,8 % van het totaal van de belastbare bezoldigingen van alle werknemers samen op wie het artikel van toepassing is. De reden waarom de maatregel niet van toepassing is op de non-profitsector, is dat die sector reeds voordeel haalt uit de sociale Maribel, bijvoorbeeld de ziekenhuizen en de rustoorden, en dus reeds op die wijze wordt gesubsidieerd. De non-profitsector heeft trouwens ook recht op de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing, als bedoeld in artikel 275, waarnaar ik daarnet verwees. Bovendien werden met de sector tijdens het sociaal overleg samen de behoeften bekeken inzake loon- en arbeidsvoorwaarden voor het zorgpersoneel. Het sociaal akkoord werd ondertekend en bevestigd op 12 november 2020, waarbij een recordbedrag van 1 miljard euro wordt ingezet voor de lonen, de verbetering van de werkomstandigheden, meer personeel en meer opleidingstrajecten.
Nahima Lanjri : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik wist dat er een referentie of een zekere link met de sociale Maribel was. Niettemin is er de vraag om ook hier de non-profitsector niet uit te sluiten. Recent heb ik daarover nog contacten gehad met mensen uit de sector. Zij zijn echt vragende partij om te kunnen genieten van de maatregel en 1 % van de ingehouden bedrijfsvoorheffing niet te moeten doorstorten voor ploegen- en nachtarbeid, zeker omdat dergelijke arbeid in de zorgsector en in de non-profitsector heel vaak voorkomt. De sector kan, zeker nu, in de covidperiode, die steun zeker gebruiken. Ik begrijp dat op het overleg andere noden naar voren zijn gebracht, maar het voorgaande is echt een noodzaak. Ik heb over het aspect al een wetsvoorstel ingediend. Ik blijf achter mijn voorstel staan. Ik zou het goed vinden, mocht nu onderzoeken of wij in samenspraak met de sector, die zelf vragende partij is, toch in de uitbreiding kunnen voorzien, zeker in een periode waarin wij alle handen aan het bed nodig hebben. Wij zijn zeker dat, als u naast de bestaande sociale Maribel die extra korting doorvoert, de maatregel zal worden omgezet in extra jobs en in extra mensen, die wij in de zorgsector echt nodig hebben. Mijnheer de minister, ik reken dus op u om de zaak nu niet gewoon zo te laten, maar het dossier van alle zijden goed te bekijken en uit te zoeken wat mogelijk is. Ik kom bij u terug zodra de bevraging in de sector, die momenteel bezig is, min of meer rond is.