Artikel 2, KB/WIB 92
Art. 2, inleidende zin en 5°, is van toepassing 10 dagen na publicatie van het koninklijk besluit in het Belgisch Staatsblad (08.01.2021) (art. 2, KB 20.12.2020 - B.S. 29.12.2020 - Numac: 2020044549)
Om voor de toepassing van artikel 21, eerste lid, 5°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 in aanmerking te komen, moeten de in dat artikel vermelde spaardeposito's aan de volgende vereisten voldoen:
1° de spaardeposito's moeten in euro zijn uitgedrukt;
2° van de spaardeposito's kunnen, rechtstreeks of via een zichtrekening, slechts opvragingen worden gedaan voor volgende verrichtingen:
a) terugbetaling in specie;
b) transfer of overschrijving, niet krachtens een doorlopende opdracht uitgevoerd, naar een rekening op naam van de titularis van het spaardeposito;
c) transfer naar een spaardeposito bij dezelfde instelling, op naam van de echtgeno(o)t(e) of van een familielid tot en met de tweede graad van de titularis van het spaardeposito;
d) betaling van sommen, door de titularis van het spaardeposito verschuldigd in kapitaal, interesten of bijhorigheden wegens leningen of kredieten toegekend door dezelfde instelling of door een inrichting die door dezelfde instelling wordt vertegenwoordigd;
e) betaling, aan de instelling-depositaris, van verzekeringspremies en kosten betreffende het spaardeposito, van de prijs voor aankoop van of inschrijving op effecten, van de huur voor een safe en van een bewaarloon voor effecten in open bewaargeving;
3° de opvragingsvoorwaarden dienen te voorzien in de mogelijkheid voor de instelling-depositaris de opvragingen afhankelijk te stellen van een opzeggingstermijn van 5 kalenderdagen wanneer zij 1.250 euro overtreffen en ze te beperken tot 2.500 euro per halve maand;
4°
a) de vergoeding van de spaardeposito's bestaat verplicht maar ook uitsluitend uit:
- een basisrente; en
- een getrouwheidspremie;
b) de basisrente en de getrouwheidspremie worden berekend tegen een rentevoet uitgedrukt op jaarbasis.
De deposito's brengen een basisrente op ten laatste vanaf de kalenderdag die volgt op de kalenderdag van de storting en brengen geen rente meer op vanaf de kalenderdag van de opvraging.
Stortingen en opvragingen op dezelfde kalenderdag worden gecompenseerd voor de berekening van de basisrente en de getrouwheidspremie.
De verworven basisrente wordt eens per kalenderjaar gestort op het deposito om, in afwijking van het tweede lid, een basisrente op te brengen vanaf 1 januari van het jaar.
Aan de titularis van een spaardeposito mag geen debetrente worden gevraagd.
De getrouwheidspremie wordt toegekend voor de deposito's die gedurende twaalf opeenvolgende maanden op dezelfde rekening ingeschreven blijven.
In geval van overdracht van een spaardeposito naar een ander spaardeposito geopend op naam van dezelfde titularis bij dezelfde instelling, anders dan krachtens een doorlopende opdracht uitgevoerd, blijft de premieverwervingsperiode voor het eerste spaardeposito verworven, op voorwaarde dat het bedrag van de overdracht minimaal 500 euro bedraagt en de betrokken titularis tijdens hetzelfde kalenderjaar nog geen drie soortgelijke overdrachten vanop hetzelfde spaardeposito heeft uitgevoerd.
Wanneer eenzelfde instelling over verschillende bankmerken beschikt, komen enkel de binnen eenzelfde bankmerk uitgevoerde overdrachten in aanmerking voor de toepassing van het vorige lid. Het begrip "bankmerk" verwijst naar een afzonderlijk georganiseerd distributienetwerk binnen eenzelfde juridische entiteit.
Bij een in de vorige leden bedoelde overdracht wordt de getrouwheidspremie pro rata temporis berekend op basis van de voor elk spaardeposito geldende rentevoet van de getrouwheidspremie.
Onverminderd de vorige leden begint de getrouwheidspremie te lopen ten laatste vanaf de kalenderdag die volgt op de kalenderdag van de storting. Opvragingen worden toegerekend aan de bedragen waarvoor de premieverwervingsperiode het minst gevorderd is. Als verschillende bedragen eenzelfde premieverwervingsperiode hebben, wordt de opvraging in de eerste plaats toegerekend aan het bedrag met de laagste rentevoet van de getrouwheidspremie.
Driemaandelijks worden de verworven getrouwheidspremies in rekening gebracht. De getrouwwheidspremies verworven tijdens het eerste, tweede, derde en vierde kwartaal brengen respectievelijk vanaf 1 april, 1 juli, 1 oktober en 1 januari volgend op dat kwaartaal een basisrente op;
c) de basisrentevoet die een instelling voor de ontvangen spaardeposito's toekent, mag het hoogste van de volgende twee percentages niet overschrijden:
- 3 %;
- het percentage voor basisherfinancieringstransacties van de Europese Centrale Bank dat van toepassing is op de tiende van de maand die het lopende kalendersemester voorafgaat.
Elke stijging van de basisrentevoet wordt gedurende een periode van minstens drie maanden behouden, behalve bij een daling van het percentage voor basisherfinancieringstransacties van de Europese Centrale Bank.
De aangeboden rentevoet van de getrouwheidspremie mag, onverminderd het bepaalde onder littera e) hierna,
- niet hoger liggen dan 50 % van de maximale basisrentevoet waarvan sprake in het eerste lid. Indien dit percentage niet gelijk is aan een veelvoud van een tiende percent, wordt de maximale rentevoet van de getrouwheidspremie op het lagere tiende percent afgerond;
- niet lager liggen dan 25 % van de aangeboden basisrentevoet. Indien dit percentage niet gelijk is aan een veelvoud van een tiende percent, wordt de minimale rentevoet van de getrouwheidspremie afgerond op het lagere tiende percent;
d) per spaardeposito is, op hetzelfde ogenblik, slechts één basisrentevoet van toepassing;
e) de getrouwheidspremie die op een bepaald ogenblik wordt toegekend, is dezelfde voor nieuwe stortingen en voor spaartegoeden waarvoor een nieuwe getrouwheidsperiode begint te lopen. Onverminderd de toepassing van de bepaling onder 4°, b), zevende lid, blijft de getrouwheidspremie die van toepassing is op het ogenblik van de storting of bij het begin van een nieuwe getrouwheidsperiode, van toepassing voor de volledige getrouwheidsperiode;
5° de instelling-depositaris gaat na of de in artikel 21, eerste lid, 5°, WIB 92, voorziene grens is bereikt telkens de basisrente en de getrouwheidspremie in rekening worden gebracht en neemt daarbij alle bedragen in aanmerking die tijdens de belastbare periode werden toegekend.