Artikel 255, KB/WIB 92
Art. 255 is van toepassing vanaf aanslagjaar 2019 (art. 10 en 11, KB 06.03.2018 - B.S. 20.03.2018; Numac: 2018011360)
Wanneer een belastingplichtige de toepassing vraagt van de in een belastingvermindering omgevormde aftrek voor enige woning als bedoeld in artikel 104, 9°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 zoals het krachtens artikel 539 van datzelfde Wetboek van toepassing is gebleven, voor interesten en betalingen voor de aflossing of wedersamenstelling van een hypothecaire lening alsmede de bijdragen van een aanvullende verzekering tegen ouderdom en vroegtijdige dood die de belastingplichtige tot uitvoering van een individueel gesloten levensverzekeringscontract definitief heeft betaald voor het vestigen van een rente of van een kapitaal bij leven of bij overlijden en dat uitsluitend dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van een hypothecaire lening, moeten ter staving van die vraag, naar gelang het geval, het volgende attest of de volgende attesten waarvan het model door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde wordt vastgesteld en die worden uitgereikt door de instelling die de lening heeft toegestaan of door de verzekeraar bij wie het levensverzekeringscontract is gesloten, ter beschikking worden gehouden van de Federale Overheidsdienst Financiën:
A. wat de interesten en de betalingen voor de aflossing of wedersamenstelling van de hypothecaire lening betreft:
1° voor de herfinancieringsleningen gesloten vanaf 1 januari 2016: een jaarlijks attest waarin de instelling het bedrag van de door de belastingplichtige tijdens het belastbare tijdperk gedane betalingen meedeelt, alsmede gegevens die noodzakelijk zijn om na te gaan of de voor de toepassing voor de toepassing van artikel 104, 9°, van het genoemde Wetboek, zoals het krachtens artikel 539 van datzelfde Wetboek van toepassing blijft, gestelde voorwaarden zijn vervuld;
2° voor de andere dan in 1° bedoelde leningen:
a) een eenmalig basisattest waarin de instelling gegevens meedeelt waaruit moet blijken dat het leningscontract in aanmerking kan komen voor de toepassing van artikel 104, 9°, van het vernoemde Wetboek zoals het krachtens artikel 539 van datzelfde Wetboek van toepassing blijft;
b) een jaarlijks attest waarin de instelling het bedrag van de door de belastingplichtige tijdens het belastbare tijdperk gedane betalingen meedeelt, alsmede gegevens die noodzakelijk zijn om na te gaan of de voor de toepassing van artikel 104, 9°, van het vernoemde Wetboek, zoals het krachtens artikel 539 van datzelfde Wetboek van toepassing blijft, gestelde voorwaarden nog steeds zijn vervuld;
B. wat de levensverzekeringspremies betreft:
1° voor de contracten gesloten vanaf 1 januari 2016: een jaarlijks attest waarin de verzekeraar het bedrag van de door de belastingplichtige tijdens het belastbare tijdperk gedane premiebetalingen meedeelt, alsmede gegevens die noodzakelijk zijn om na te gaan of de voor de toepassing van artikel 104, 9°, van het genoemde Wetboek, zoals het krachtens artikel 539 van datzelfde Wetboek van toepassing blijft, gestelde voorwaarden zijn vervuld;
2° voor de andere dan in 1° bedoelde contracten:
a) een eenmalig basisattest waarin de verzekeraar gegevens meedeelt waaruit moet blijken dat het levensverzekeringscontract in aanmerking kan komen voor de toepassing van artikel 104, 9°, van het vernoemde Wetboek zoals het krachtens artikel 539 van datzelfde Wetboek van toepassing blijft;
b) een jaarlijks attest waarin de verzekeraar het bedrag van de door de belastingplichtige tijdens het belastbare tijdperk gedane premiebetalingen meedeelt, alsmede gegevens die noodzakelijk zijn om na te gaan of de voor de toepassing van artikel 104, 9°, van het vernoemde Wetboek, zoals het krachtens artikel 539 van datzelfde Wetboek van toepassing blijft, gestelde voorwaarden nog steeds zijn vervuld.