Parlementaire vraag nr. 55000274P van de heer Dieter Vanbesien van 12.12.2019

Kamer, Integraal verslag – Plenumvergadering, 2019-2020, CRIV 55 PLEN 017 d.d. 12.12.2019, blz. 4

De toename van de aftrekbaarheid van de salariswagens

VRAAG (van de heer Vanbesien)

Mijnheer de minister, ongeveer 12 % van de werknemers in ons land krijgt als onderdeel van zijn loonpakket van zijn werkgever een wagen, al dan niet met tankkaart. Zowel de werknemer als de werkgever betaalt een klein stukje belasting op dat pakket, dat veel lager ligt dan de gewone belasting op het salaris. In januari zal dat kleine stukje belasting voor het tweede jaar op rij nog kleiner worden. Het belastingvoordeel wordt dus groter. De reden daarvoor is dat de gemiddelde CO2-uitstoot van de nieuwe wagens die vorig jaar werden verkocht, hoger is dan het jaar voordien. Ons wagenpark stoot dus meer CO2 uit dan het jaar voordien, en het systeem stimuleert dat gewoon. Dat is toch de wereld op zijn kop, dat is toch hallucinant. De wetgever ging er indertijd vanuit dat jaar na jaar de CO2-uitstoot van wagens zou verminderen dankzij de technologische evolutie, maar hij heeft geen rekening gehouden met het gedrag van de mensen dat mogelijk een andere richting uitgaat. Blijkbaar kopen wij met zijn allen meer wagens die veel CO2 uitstoten, zoals SUV's. Technologische vooruitgang is heel belangrijk, mijnheer de minister, maar moet hand in hand gaan met een gedragsverandering en het is de taak van de wetgever om het gedrag te sturen. Mijnheer de minister, bent u het met mij eens dat dit een ongewenst en pervers effect is van de wet? Bent u van plan om actie te ondernemen om dit op te lossen?

ANTWOORD (van de Minister van Financiën)

Mijnheer de voorzitter, mijnheer Vanbesien, zoals u aangeeft, het voordeel van alle aard, waarop men als werknemer wel degelijk belast wordt, wordt voor een wagen berekend op basis van drie criteria: de CO2-uitstoot van de bewuste wagen, de cataloguswaarde van die wagen en de referentie-CO2-uitstoot van auto's gedurende dat jaar. De precieze formule zal ik u besparen. Recent is de referentie-CO2-uitstoot gestegen omwille van twee redenen. De eerste reden is de ontdieseling, een beleid waarbij, om het fijnstof als ongewenst effect van dieselmotoren te vermijden, gepusht wordt in de richting van benzinemotoren, die een licht hogere CO2-uitstoot hebben. Het tweede element is een nieuwe berekening. De vroegere NEDC-berekening is vervangen door de nieuwe NEDC 2.0-berekening, die beter aansluit bij de realiteit van de uitstoot en die blijkt hoger te zijn dan in de vorige versie. Een volgende regering zal absoluut de gevoerde politiek omtrent bedrijfswagens en salariswagens moeten bijsturen, volgens mij op drie elementen. Ten eerste, enkele perverse effecten moeten worden tegengegaan. Wat u aangeeft, is een voorbeeld van een pervers effect. Wij passen weliswaar de vandaag bestaande wet toe, maar de resultaten daarvan liggen niet in lijn van de bedoelingen. Ten tweede, wij moeten ervoor zorgen dat er geen veranderingen zijn binnen bestaande contracten, terwijl wat nu gebeurt, wel een aanpassing binnen bestaande contracten is. Ten derde, wij moeten ervoor zorgen dat wij de bedrijfs- en salariswagens gebruiken voor een versnelde vergroening van ons geheel wagenpark. De gemiddelde leeftijd van auto's in ons land ligt een stuk lager dan in andere landen. Een van de redenen is dat er veel bedrijfswagens zijn, die vaker vernieuwd worden. Wij moeten ervoor zorgen dat de bedrijfswagens absoluut voortrekker zijn en dat kan door auto's met een lager verbruik fiscaal een stuk te bevoordelen ten opzichte van auto's met een hoger verbruik.

Dieter Vanbesien : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik weet dat de analyse van onze fractie inzake de problematiek van de salariswagens wordt gedeeld door vele andere partijen. Met name dat die een optelsom is van drie problemen: een probleem van fijnstof en luchtvervuiling door CO2, een probleem van files, en een probleem van oneerlijke fiscaliteit. Onze fractie wil graag vooruitgang boeken in alle drie die domeinen. Wij willen werknemers betalen in euro in plaats van in diesel. Wij willend de files niet subsidiëren. Maar wij willen ook niet treuzelen. Elk initiatief dat genomen wordt om al aan één of twee van die deelproblemen te werken, zullen wij steunen. Wij zullen eraan meewerken, meer nog, wij zullen zelf ook initiatieven nemen.