Parlementaire vraag nr. 146 van de heer Benoît Piedboeuf van 14.01.2020

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2019-2020, QRVA 55/014, d.d. 24.03.2020, blz. 170

Personenbelasting. - Arbeidsprestaties van influencers (MV 2373C)

VRAAG

Een in België gevestigde vennootschap is eigenaar van verscheidene kledingwinkels. Ze schakelt influencers met een aanzienlijk aantal volgers op sociale media in om het kledingmerk te promoten.

In ruil voor die dienstverlening mogen de influencers de kleding waarvoor ze reclame maken, houden.

1. Welk fiscaal (directe belastingen en btw) en welk sociaal stelsel zijn er van toepassing op de arbeidsprestaties van die influencers wanneer ze een btw-plichtige zelfstandige dan wel een gewone particulier zijn?

2. De vennootschap in kwestie wil dat de verkopers/verkoopsters in de winkels, alsmede het administratieve personeel de kleding van het merk dragen tijdens de werkuren. Ze stelt al die personeelsleden per seizoen drie à vier kledingstukken ter beschikking, die aan het einde van de werkdag in de winkel of op de zetel van de vennootschap moeten worden achtergelaten.

Welk fiscaal (directe belastingen en btw) en welk sociaal stelsel zijn er in dat geval van toepassing? Kunnen de ter beschikking gestelde kledingstukken beschouwd worden als werkkleding?

ANTWOORD

De gestelde vragen betreffen zowel sociale als fiscale aspecten. De sociale aspecten behoren echter tot de bevoegdheid van de minister van Sociale Zaken.

Zie hier de antwoorden op de fiscale aspecten.

Inzake inkomstenbelastingen:

1. Op het principiële vlak vormen de kledingstukken die influencers ontvangen in ruil voor de prestaties die zij leveren voor rekening van een vennootschap die kledij verkoopt, net als alle artikelen, producten, koopwaar of andere diverse goederen welke die influencers ontvangen in het kader van hun prestaties verstrekt voor rekening van de verschillende ondernemingen die een beroep doen op hun diensten, voordelen van alle aard verkregen uit hoofde of naar aanleiding van het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid. Dergelijke voordelen moeten worden beschouwd als baten bedoeld in de artikelen 23, §1, 2°, en 27 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) en zijn als zodanig belastbaar.

2. Wanneer de kledij die de personeelsleden verplicht moeten dragen op het einde van de dag in de winkel of op de zetel van de vennootschap blijft, doet deze in hun hoofde geen voordeel van alle aard ontstaan.

Volgens artikel 53, 7°, WIB 92 vormen de kosten die betrekking hebben op de kledij die zo'n vennootschap tijdens de diensturen ter beschikking stelt van haar personeel geen aftrekbare beroepskosten. In het privéleven wordt dergelijke kledij immers doorgaans beschouwd als of dient ze als stads-, avond-, ceremonie-, reis- of vrijetijdskledij.

Inzake btw:

1. Wat de btw betreft verrichten de influencers dienstprestaties die hen de hoedanigheid van btw-belastingplichtige in de zin van artikel 4 van het Btw-Wetboek verlenen, voor zover ze deze diensten geregeld verrichten. Deze influencers moeten bijgevolg in principe voor btw-doeleinden geïdentificeerd worden onder het normale belastingregime, hun dienstprestaties aan de btw onderwerpen en hun door de wetgeving voorziene verplichtingen vervullen, onder andere de uitreiking van facturen en de indiening van periodieke btw-aangiften.

Er bestaat evenwel een afwijkend regime inzake btw-verplichtingen voor de dienstprestaties van influencers, op voorwaarde dat hun jaarlijks omzetcijfer 25.000 euro niet overstijgt. Dit bijzonder regime laat met name aan de influencers toe om zich niet voor btw-doeleinden te identificeren en om geen facturen te moeten uitreiken en geen periodieke aangiften te moeten indienen, maar betekent dat ze afzien van hun recht op aftrek van de btw. In het kader van dit regime, is het de afnemer van de diensten -de vennootschap eigenaar van de winkels- die belast is met, onder andere, het uitreiken van de facturen voor de dienstprestaties die aan hem werden verstrekt door de influencers en het voldoen van de verschuldigde btw over deze prestaties. Dit afwijkend regime vereist een voorafgaande individuele toelating van de centrale diensten van de Algemene Administratie van de Fiscaliteit (dienst Procedure en Verplichtingen) aan de belastingplichtige die beroep doet op de influencers.

2. Overeenkomstig artikel 45, §1, van het Btw-Wetboek, waarin het beginsel van het recht op aftrek is vastgelegd, mag elke belastingplichtige op de belasting die hij verschuldigd is in aftrek brengen de belasting geheven van de aan hem geleverde goederen en verleende diensten, van de door hem ingevoerde goederen en de door hem verrichte intracommunautaire verwervingen van goederen, in de mate dat hij die goederen en diensten gebruikt voor het verrichten van belaste handelingen. Dit basisprincipe inzake btw sluit bijgevolg de aftrek uit van de belasting geheven van de goederen en diensten bestemd voor privédoeleinden of, meer algemeen, voor andere doeleinden dan die van de economische activiteit.

Dit is in het bijzonder zo voor kosten van kleding die, gelet op hun wezenlijk privékarakter, geen enkel recht op aftrek verlenen van de btw geheven van haar aankoop, tenzij het gaat om specifieke beroepskleding, dit wil zeggen kleding die gelet op de aard ervan of de omstandigheden waarin deze moet worden gedragen, zich niet leent tot privégebruik.

Zoals aangegeven in de parlementaire vraag nr. 2391 van mevrouw Nyssens van 10 september 2002 zijn de criteria die toelaten onderscheid te maken tussen specifieke en niet-specifieke beroepskleding, inzake btw, in overeenstemming met het standpunt dat wordt ingenomen inzake inkomstenbelasting.