Parlementaire vraag nr. 106 van mevrouw Pieters van 20.06.2005
Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 092, blz. 16570-16573
Gezinspensioen - Decumul - Belastingvermindering - Fiche - Hervormingswet
VRAAG
Met ingang van het aanslagjaar 2005 inzake personenbelasting is de belastinghervorming volledig van toepassing en werden er inderdaad ingrijpende wijzigingen doorgevoerd zoals de decumul van alle inkomsten en een identieke belastingvrije som voor alle belastingplichtigen.
Terzake rijzen met betrekking tot de « gezinspensioenen » evenwel de volgende algemene praktische toepassingsvragen.
1. Op welke wettelijke, fictieve en/of pragmatische wijze mag of moet het gezamenlijk uitbetaald en/of toegekend «gezinspensioen» en de ingehouden bedrijfsvoorheffing onder de beide gehuwde echtgenoten optimaal worden verdeeld of uitgesplitst onder de gecodeerde rubrieken nrs. 1211 en 2211 en volgende in het vak V van het aangifteformulier nr. 276.1 (deel 1) :
a) tijdens het huwelijk;
b) tijdens het jaar van overlijden van één der echtgenoten?
2.
a) Hoe gebeurt de belastingberekening en welke belastingverminderingen voor vervangingsinkomsten worden er uiteindelijk aan elk van de beide echtgenoten verleend ?
b) Op welke doortastende wijze zullen welbepaalde fiscale discriminaties snel en definitief worden weggewerkt?
3.
a) Welke specifieke administratieve onderrichtingen en fiscale en parafiscale berichten aan de werkgevers en aan de gepensioneerden werden of zullen er dienaangaande zowel inzake pensioenen als inzake directe belastingen (nog) concreet worden uitgevaardigd met het oog op de correcte opmaak van de individuele pensioenfiches nr. 281.11 afzonderlijk ten name van elk van de beide betrokken echtgenoten in uitvoering van de wettelijke bepalingen van artikel 57, 2°, WIB 1992 en de artikelen 30 tot en met 33, KB/WIB 1992 en van alle desbetreffende pensioenwetgevingen van zelfstandigen en werknemers?
b) Welke invloed heeft die fiscale hervorming en die verdeling van het gezinspensioen onder de beide echtgenoten effectief gehad op de berekeningswijze van de wettelijk verschuldigde bedrijfsvoorheffing ?
4. Zal zowel het scanningsysteem als het elektronisch aangiftesysteem « Tax on web» deze verdeling onder de beide echtgenoten wel volledig kunnen verwerken en zal die verdeling inzonderheid ook geen enkel technisch conflict veroorzaken met het automatiseringsproject «Belgotax» waardoor foutvermeldingen ontstaan en de betrokkenen daardoor hun aanslagbiljet inzake personenbelasting eventueel laattijdig zouden kunnen ontvangen?
5. Kan u in het licht van onder meer zowel de bepalingen van de artikelen 3, 5, 6, 34, 57, 126, 131, 146 tot en met 154 en 270 tot en met 275 WIB 1992, het realiteitsbeginsel, het principe van de billijkheid als van artikel 10, tweede lid, eerste zinsnede van de Gecoördineerde Grondwet uw huidige ziens- en handelwijze meedelen?
ANTWOORD (minister van Leefmilieu en Pensioenen, 05.09.2005)
In antwoord op haar vraag, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
1. Artikel 47 van de programmawet van 9 juli 2004 heeft artikel 35 van het Wetboek van de belastingen op de inkomsten 1992 vervangen door de volgende bepaling :
«De pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen, die aan beide echtgenoten samen worden betaald of toegekend, worden aangemerkt als inkomsten van iedere echtgenoot in verhouding tot de persoonlijke rechten die iedere echtgenoot in die pensioenen heeft opgebouwd. De in het eerste lid beoogde verhouding wordt vastgesteld door de instelling die instaat voor de toekenning van de pensioenrechten. ».
Deze bepaling is van toepassing op de pensioenen vanaf 1 januari 2004 betaald of toegekend.
Ingevolge deze wijziging, is de Rijksdienst voor pensioenen, in bepaalde gevallen, tot de splitsing overgegaan van het belastbaar bedrag van de uitkeringen toegekend aan de pensioengerechtigde en van de ingehouden bedrijfsvoorheffing.
Als het pensioen « gezin » gesplitst werd, werd er een fiscale fiche 281.11 opgemaakt voor elk van de echtgenoten.
a) In kader V van deel I van de belastingaangifte 276.1, boekt de man (of voor de gehuwden van hetzelfde geslacht, de oudste echtgenoot) het belastbaar bedrag, dat hem op zijn belastingfiche toegekend wordt, in de rubriek 1211, en boekt de vrouw (of de jongste echtgenoot) het belastbaar bedrag van haar fiscale fiche in de rubriek 2211. Zo ook boeken de echtgenoten respectievelijk in de rubrieken 1225 of 2225 de bedrijfsvoorheffing die aan elk van hen toegekend wordt op hun fiscale fiches.
b) Als een van de echtgenoten in 2004 overleden is, kan de overlevende echtgenoot ofwel kiezen voor een gemeenschappelijke belastingheffing, of voor twee verschillende belastingheffingen.
3.
a) Op administratief vlak, eigen aan de pensioenen, heeft de Rijksdienst voor pensioenen twee brieven gezonden (in december 2003 en in augustus 2004) aan de gepensioneerden die in aanmerking konden komen voor een gezinspensioen om ze op te hoogte te brengen van de bepalingen die zouden genomen worden als gevolg van de belastinghervorming.
Een meer specifieke verklarende brief werd toegestuurd aan de gerechtigden van gesplitste fiscale fiches op het ogenblik dat hun fiches aan hen overgemaakt werden.
De vraag in verband met de administratieve fiscale en parafiscale onderrichtingen behoort tot de bevoegdheid van mijn collega de minister van Financiën.
b) Op het vlak van de betaling van het gezinspensioen werd er niets gewijzigd. De toegepaste bedrijfsvoorheffing werd dus zoals tevoren maandelijks ingehouden op het belastbaar bedrag van het uitbetaald pensioen en dit overeenkomstig de barema's opgesteld door de FOD Financiën.
Als het gezinspensioen het voorwerp uitmaakte van twee fiscale fiches, werd de bedrijfsvoorheffing ingehouden in 2004 verdeeld en omgeslagen onder de beide fiscale fiches naar rato van de verdeling van het belastbaar bedrag.
2, 4 en 5. Het antwoord op deze vragen behoort tot de bevoegdheid van mijn collega de minister van Financiën. (Vraag nr. 849 van 20 juni 2005.)