Artikel 145^4, WIB 92

Art. 145^4, 4°, is van toepassing 10 dagen na publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad (09.01.2023) (art. 111, progW 26.12.2022 - B.S. 30.12.2022; Numac: 2022043127)


De in artikel 145^1, 2°, vermelde bijdragen komen voor vermindering in aanmerking op voorwaarde dat:

1° het levensverzekeringscontract is aangegaan:

a) door de belastingplichtige die daarbij alleen zichzelf heeft verzekerd;

b) vóór de leeftijd van 65 jaar; contracten die tot na de oorspronkelijk bepaalde termijn verlengd, opnieuw van kracht gemaakt, gewijzigd of verhoogd worden wanneer de verzekerde de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, worden geacht niet vóór die leeftijd te zijn aangegaan;

c) voor een minimumlooptijd van 10 jaar wanneer het in voordelen bij leven voorziet;

2° de voordelen van het contract bedongen zijn:

a) bij leven, ten gunste van de belastingplichtige vanaf de leeftijd van 65 jaar;

b) bij overlijden:

1) wanneer het levensverzekeringscontract dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van een lening om een onroerend goed te verwerven of te behouden:

- ten belope van het verzekerde kapitaal dat dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van de lening, ten gunste van de personen die ingevolge het overlijden van de verzekerde de volle eigendom of het vruchtgebruik van dat onroerend goed verkrijgen;

- ten belope van het verzekerde kapitaal dat niet dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van de lening, ten gunste van de echtgenoot of van bloedverwanten tot de tweede graad van de belastingplichtige;

2) in alle andere gevallen, ten gunste van de echtgenoot of van bloedverwanten tot de tweede graad van de belastingplichtige;

3° die bijdragen niet geheel of gedeeltelijk in aanmerking kunnen komen voor de toepassing van artikel 52, 7°bis of van artikel 145^1, 1°bis.

4° het kapitaal dat in uitvoering van het levensverzekeringscontract wordt gevestigd, niet dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van een lening:

a) die uiterlijk op 31 december 2023 is aangegaan om de woning te verwerven of te behouden die op het moment waarop de premies of bijdragen zijn betaald de eigen woning is van de belastingplichtige;

b) die vanaf 1 januari 2024 is aangegaan om een onroerend goed te verwerven of te behouden.