Commentaar van art. 349, WIB 92
Art. 349, WIB 92
349/0 | |
349/1 | |
349/2-4 | |
349/5-10 | |
349/5 | |
349/6 | |
349/7 | |
349/8-9 | |
349/10 |
Nummer 349/0
Art. 349. - Wat de personen betreft die krachtens een wettelijk ingestelde tucht tot beroepsgeheim gehouden zijn, kan de administratie in geval van niet-akkoord, de aangifte op eigen initiatief of op verzoek van de belastingplichtige voor advies mededelen aan een comité van advies samengesteld uit de stafhouder of de voorzitter van de territoriaal bevoegde beroepsvereniging of haar afgevaardigde en uit twee bijzitters door deze laatste gekozen onder de confraters van de aangever. De stafhouder of de voorzitter moet de provinciale of gewestelijke directeur der belastingen elk jaar, vóór 5 januari, bericht geven van de samenstelling van de comités van advies en van de zetel dezer laatste.
Nummer 349/1
Art. 349, WIB 92, biedt de mogelijkheid, in geval van niet-akkoord nopens het belastbaar inkomen, de aangifte van de personen die krachtens een wettelijk ingestelde tucht tot het beroepsgeheim gehouden zijn (geneesheren, advocaten, notarissen, enz.) voor te leggen aan een comité dat de Hfd.cr. bij de voorgenomen taxatie van advies kan dienen.
Art. 349, WIB 92, richt zich uitsluitend tot natuurlijke personen, omdat alleen zij door een wettelijk ingestelde tucht kunnen gebonden zijn.
III. SAMENSTELLING EN ZETEL VAN DE COMITES VAN ADVIES
Nummer 349/2
De comités van advies zijn samengesteld uit de stafhouder of de voorzitter van de territoriaal bevoegde beroepsvereniging of haar afgevaardigde, en uit twee bijzitters die door de stafhouder of de voorzitter onder de confraters van de belastingplichtige worden gekozen.
Onder "territoriaal bevoegde beroepsvereniging" moeten alleen de verenigingen worden verstaan die bij de wet werden belast met het doen naleven van de beroepstucht, b.v. de Orde der geneesheren, de raad van de Orde der advocaten, de Kamer der notarissen, met uitsluiting van enige andere vak- of beroepsvereniging.
Nummer 349/3
De stafhouders of de voorzitters van de betrokken beroepsverenigingen moeten elk jaar, vóór 5 januari, aan de Gew.dir. der belastingen de samenstelling van de comités van advies en het adres van de zetel van die comités, mededelen.
Nummer 349/4
De Gew.dir. verstrekken de aanslagambtenaren die onder hun bevoegdheid staan de nodige inlichtingen dienaangaande.
IV. RAADPLEGING VAN HET COMITE VAN ADVIES
A. STADIUM WAARIN HET COMITE WORDT GERAADPLEEGD
Nummer 349/5
Het comité van advies kan worden geraadpleegd in het stadium van de besprekingen tussen de belastingplichtige en de Hfd.cr., d.w.z. nadat de belastingplichtige, binnen de in art. 346, WIB 92, bepaalde termijn van een maand -behoudens wettige redenen tot uitstel- schriftelijk heeft laten weten dat hij met het taxatievoorstel van de Hfd.cr. niet kan instemmen en alvorens eventueel een beroep op de fiscale commissie wordt gedaan.
B. NIET VERPLICHTE RAADPLEGING
Nummer 349/6
Er bestaat voor de administratie geen verplichting het comité van advies te raadplegen.
Art. 349, WIB 92, bepaalt inderdaad dat de administratie, in geval van meningsverschil, de aangifte uit eigen initiatief of op verzoek van de belastingplichtige aan het comité van advies kan mededelen. De administratie mag dus de mededeling weigeren, zelfs tegen het verzoek van de belastingplichtige in.
Nummer 349/7
In geval van aanslag van ambtswege overeenkomstig art. 351, WIB 92, moet het comité van advies -evenmin trouwens als de fiscale commissie- niet worden geraadpleegd (zie 347/55 en 347/56).
D. RICHTLIJNEN VOOR DE RAADPLEGING
Nummer 349/8
Het verdient aanbeveling de aangifte en het voorstel tot aanslag aan het beoogde comité mede te delen telkens als de betrokken belastingplichtige uitdrukkelijk erom verzoekt en voor zover het meningsverschil tussen hem en de Hfd.cr. op een voldoende belangrijk bedrag betrekking heeft en niet op principekwesties slaat.
In casu gelden eveneens de richtlijnen die ter zake van de raadpleging van de fiscale commissie zijn gegeven (zie 347/51 tot 59).
Nummer 349/9
Alvorens te beslissen over een aanvraag van de belastingplichtige om zijn geval aan het comité van advies voor te leggen, behoort de Hfd.cr. het dossier aan zijn Insp.A te onderwerpen. Hetzelfde geldt voor de dossiers die de Hfd.cr. uit eigen initiatief aan dat comité meent te moeten mededelen.
E. WEIGERING OM HET COMITE VAN ADVIES TE RAADPLEGEN
Nummer 349/10
Wanneer de administratie, tegen de uitdrukkelijke vraag van de belastingplichtige in, weigert het geschil aan het comité van advies voor te leggen, moet de aan de belastingplichtige mede te delen beslissing verwijzen naar art. 349, WIB 92 en de reden van de weigering vermelden.