Parlementaire vraag nr. 2535 van mevrouw Caroline Cassart-Mailleux van 11.02.2019
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2018-2019, QRVA 54/182, d.d. 13.03.2019, blz. 192
Overdracht van aandelen tegen betaling van een lijfrente. - Bedrag van de belastbare meerwaarden
VRAAG
Er bestaat tot dusver geen administratieve commentaar op basis waarvan men kan achterhalen hoe de belastingadministratie het bedrag van de belastbare meerwaarden vaststelt bij de overdracht van aandelen tegen betaling van een lijfrente.
Artikel 90, eerste lid, 9° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voorziet in de belastingheffing op meerwaarden die buiten het kader van de uitoefening van een beroepswerkzaamheid, met uitzondering van de normale verrichtingen inzake het beheer van een privévermogen, werden verwezenlijkt naar aanleiding van de overdracht onder bezwarende titel van aandelen.
Wat het bepalen van het bedrag van die belastbare meerwaarden betreft, wordt er verwezen naar artikel 102 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, dat het volgende stipuleert:
"De in artikel 90, eerste lid, 9°, vermelde meerwaarden worden in aanmerking genomen naar het verschil tussen de in geld, in effecten of in enige andere vorm voor de overgedragen aandelen ontvangen prijs en de prijs waartegen de belastingplichtige of zijn rechtsvoorganger die aandelen onder bezwarende titel heeft verkregen; deze prijs wordt eventueel gerevaloriseerd overeenkomstig artikel 2, §1,7°."
Op grond van dat artikel kan men in het kader van een overdracht van aandelen tegen betaling van een lijfrente de overdrachtswaarde echter niet duidelijk vaststellen.
Als er aandelen tegen betaling van een lijfrente worden overgedragen, hoe moet het bedrag van de eventueel belastbare meerwaarden dan worden bepaald?
ANTWOORD
Het is nodig erop te wijzen dat de vraag betrekking heeft op de realisatie van meerwaarden op aandelen die niet voortkomen uit het normale beheer van een privévermogen, en waarvan wij over geen elementen beschikken die toelaten om de context ervan te situeren.
Dit gezegd zijnde, is de belastingplichtige die de aandelen overlaat normalerwijze geacht hun waarde te kennen, teneinde te kunnen onderhandelen over de overlatingsprijs. Deze prijs, waarvan de betrokken partijen in principe op de hoogte zijn, dient als uitgangspunt voor de bepaling van de lijfrente. De belastingplichtige die de meerwaarde realiseert beschikt dus, in principe, over alle nuttige elementen om die meerwaarde te berekenen en aan te geven in de inkomstenbelasting.
Een gelijkaardig antwoord werd reeds gegeven in het kader van de mondelinge Parlementaire vraag nr. 21404 van 22 november 2017 van volksvertegenwoordiger Benoît Piedboeuf (Integraal Verslag, Kamer, 2017-2018,
CRIV 54 COM 768).