Parlementaire vraag nr. 2129 van mevrouw Karin Temmerman van 14.03.2018

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2017-2018, QRVA 54/150, d.d. 29.03.2018, blz. 292

De laattijdige publicatie van de wetgeving met betrekking tot de regularisatie van de studiejaren en de fiscale aftrekbaarheid van de regularisatiebijdragen (MV 22879

VRAAG

Vanaf 1 december 2017 kreeg iedereen, ongeacht het statuut, de kans om zijn studiejaren te regulariseren voor de berekening van het pensioenbedrag.

De regularisatiebijdrage van 1.500 euro bruto is fiscaal aftrekbaar tegen marginaal tarief aan maximaal 50 %. Iemand met een belastbaar jaarinkomen hoger dan 38.830 euro krijgt via de belastingen zo'n 50 % van zijn regularisatiebijdrage terug.

Nu blijkt dat de wetgeving daaromtrent pas werd gepubliceerd op 27 december 2017, in volle vakantieperiode, zodat de facto van de maatregel geen gebruik meer gemaakt kon worden in 2017.

Op zich is dat voor de regularisatie geen probleem, aangezien dit nog kan tot 2020. Maar dit kan voor heel wat mensen wel zeer nadelige gevolgen hebben voor hun belastingen.

Wie door zijn gezinslast of door een laag inkomen geen belastingen betaalt, kan het afkopen van zijn/haar studiejaren fiscaal niet inbrengen. Zij genieten geen belastingvoordeel en betalen de volle pot eens ze hun studiejaren afkopen.

Concreet: stel dat u in 2017 een volledig jaar hebt gewerkt en in 2018 werkloos wordt, dan had u in 2017 de bijdrage nog fiscaal kunnen aftrekken, maar in 2018 riskeert u onvoldoende inkomsten te hebben om aanspraak te maken op de fiscale terugbetaling.

De laattijdige publicatie van de wetgeving kan voor sommigen uitermate nadelige gevolgen hebben.

1. Wat is de reden voor de laattijdige publicatie van de betreffende wetgeving die de regularisatie van de studiejaren en de fiscale aftrekbaarheid van het regularisatiebedrag moest regelen?

2. Bent u bereid om stortingen die door deze laattijdigheid pas in 2018 kunnen gebeuren met terugwerkende kracht af te laten trekken van de belastingen inkomensjaar 2017?

Hoe wilt u de ongelijke fiscale behandeling inzake het afkopen van studiejaren, die ontstaat in hoofde van personen met een laag inkomen, aanpakken?

ANTWOORD

1. Wat de publicatie van de regelgeving met betrekking tot de regularisatie van studiejaren betreft, verwijs ik u naar mijn collega's, de minister van Pensioenen en de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie die daarvoor bevoegd zijn.

(De wet 2 oktober 2017 betreffende de harmonisering van het in aanmerking nemen van studieperiodes voor de berekening van het pensioen werd gepubliceerd in het Belgische Staatsblad van 24 oktober 2017 en is in werking getreden op 1 december 2017. De uitvoeringsbesluiten met betrekking tot de regeling voor werknemers en zelfstandigen (twee Koninklijke besluiten van 19 december 2017) werden op 29 december 2017 gepubliceerd en hebben beide uitwerking vanaf 1 december 2017).

2. Wat de fiscale aftrekbaarheid van de bijdragen betreft, is het zo dat bijdragen om studiejaren te regulariseren voor het wettelijk pensioen altijd al als beroepskosten aftrekbaar zijn van het beroepsinkomen. Beroepskosten zijn in beginsel aftrekbaar in het belastbare tijdperk waarin ze zijn betaald of gedragen. Mijn administratie kan daar niet van afwijken voor de bijdragen die worden betaald om studiejaren te regulariseren.

3. Vermits de bijdragen voor alle belastingplichtigen aftrekbaar zijn als beroepskost, is er volgens mij geen sprake van een ongelijke behandeling.