Commentaar van art. 145^47, WIB 92 (bijwerking)
Bijwerking Com.IB 92 d.d. 03.11.2016
TITEL II: PERSONENBELASTING
HOOFDSTUK III: BEREKENING VAN DE BELASTING
Afdeling I: Gewoon stelsel van aanslag
Onderafdeling IInovodecies: Belastingvermindering voor uitgaven voor dakisolatie
Art. 145^47, WIB 92
145^47/0 | |
145^47/1 | |
145^47/2 | |
145^47/4 | |
145^47/16 | |
145^47/25 | |
145^47/39 | |
145^47/40 | |
145^47/48 | |
145^47/49 | |
145^47/51 |
Art. 145^47, WIB 92
VOORWOORD
De commentaar van art. 145^47, WIB 92, werd bijgewerkt tot en met de wet van 08.05.2014 en is van toepassing voor het aanslagjaar 2015.
De hiernavolgende commentaar heeft slechts betrekking op de PB.
I. WETTEKST
145^47/0
Art. 145^47. -Er wordt een belastingvermindering verleend voor de uitgaven die tijdens het belastbaar tijdperk werkelijk zijn betaald voor de isolatie van het dak van een woning waarvan de belastingplichtige eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder, vruchtgebruiker of huurder is.
De belastingvermindering is niet van toepassing op uitgaven die:
a) in aanmerking genomen zijn als werkelijke beroepskosten;
b) recht geven op de in artikel 69 bedoelde investeringsaftrek;
c) in aanmerking komen voor de toepassing van de artikelen 145/25, 145/30, 145/31, of 145/36;
d) betrekking hebben op werken die worden verricht aan een woning waarvan de ingebruikneming minder dan vijf jaar voorafgaat aan de aanvang van die werken.
De belastingvermindering is gelijk aan 30 pct van de werkelijk betaalde uitgaven bedoeld in het eerste lid.
Het totaal van de belastingvermindering mag per belastbaar tijdperk en per woning niet meer bedragen dan 2.000 EUR (3.040 geïndexeerd bedrag voor Vlaams, Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor aj. 2015).
In geval van een gemeenschappelijke aanslag wordt de belastingvermindering evenredig omgedeeld in functie van het overeenkomstig artikel 130 belaste inkomen van elk der echtgenoten ten opzichte van de som van de overeenkomstig artikel 130 belaste inkomens van de beide echtgenoten.
De Koning bepaalt de voorwaarden waaraan de werken in verband met de in het eerste lid bedoelde uitgaven moeten voldoen.
II. KB/WIB 92
Afdeling XXVundecies/5 - Belastingvermindering voor dakisolatie
145^47/1
Art. 63^18/15. - § 1. De uitgaven voor dakisolatie als vermeld in artikel 145^47, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 worden slechts in aanmerking genomen voor de in dat artikel vermelde belastingvermindering indien de daarmee verband houdende werken voldoen aan de volgende voorwaarden:
1° de dienstverrichtingen die aan de basis liggen van de uitgaven worden verstrekt en gefactureerd aan de belastingplichtige;
2° de aannemer waarborgt dat het voor de isolatie van het dak gebruikte isolatiemateriaal een thermische weerstand R heeft die gelijk is aan of groter is dan 2,5 vierkante meter Kelvin per watt;
3° de door de aannemer uitgereikte factuur of de bijlage ervan moet:
a) de woning aangeven waar de werken worden uitgevoerd;
b) desgevallend, de verdeling van de kosten van de werken opgeven tussen de werken voor dakisolatie en andere werken;
c) de volgende formule bevatten:
'Verklaring met toepassing van artikel 63^18/15, van het KB/WIB 92 betreffende de uitgevoerde werken die zijn bedoeld in artikel 145^47, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Ik, ondergetekende .................., bevestig dat het voor de isolatie van het dak gebruikte isolatiemateriaal een thermische weerstand R heeft die gelijk is aan of groter is dan 2,5 vierkante meter Kelvin per watt en dat de werken voor dakisolatie zijn uitgevoerd in een woning die, volgens de informatie verstrekt door (naam van de personen vermeld op de factuur), sedert ten minste vijf jaar in gebruik is genomen als woning op (datum van de aanvang van de werken).
(datum)
(naam)
(handtekening)'.
§ 2. De belastingplichtige die het voordeel vermeld in artikel 145^47 van het genoemde Wetboek aanvraagt, moet de volgende documenten ter beschikking van de Federale Overheidsdienst Financiën houden:
- de facturen betreffende de werken die aan de basis liggen van de uitgaven die zijn vermeld in artikel 145^47, eerste lid, van hetzelfde Wetboek;
- het betalingsbewijs van de bedragen die voorkomen op die facturen;
- de documenten die aantonen dat de woning bij het begin van de werken waarmee de uitgaven verband houden, ten minste vijf jaar in gebruik is genomen als woning.
III. INLEIDING
145^47/2
Er wordt een belastingvermindering verleend voor de uitgaven die tijdens het belastbaar tijdperk werkelijk zijn betaald voor de isolatie van het dak van een woning.
Art. 145^47, WIB 92, werd ingevoegd bij art. 54, 55 en 72, eerste lid, van de wet van 08.05.2014 ('Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16.01.1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 06.01.2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet', BS 28.05.2014) en maakt onderafdeling IInovodecies van het WIB 92 uit.
Deze bepaling is van toepassing met ingang van het aanslagjaar 2015.
145^47/3
Deze fiscale stimulans werd aanvankelijk ingesteld door de wet van 10.08.2001 houdende hervorming van de personenbelasting (BS van 20.09.2001) dat art. 145^24, § 1, WIB 92, heeft ingevoegd, dat een bijzondere belastingvermindering verleende voor bepaalde energiebesparende uitgaven in een woning, waaronder de isolatie van het dak.
IV. DE BEDOELDE BELASTINGPLICHTIGE
145^47/4
Algemeen
Er wordt een belastingvermindering verleend voor de uitgaven die tijdens het belastbaar tijdperk werkelijk zijn betaald voor de isolatie van het dak van een woning waarvan de belastingplichtige eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder, vruchtgebruiker of huurder is.
De hoedanigheid van eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder, vruchtgebruiker of huurder moet worden beoordeeld op het ogenblik waarop de belastingplichtige zich op vaste en definitieve wijze verbindt ten aanzien van de aannemer.
Het feit dat de belastingplichtige niet meer de hoedanigheid van eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder, vruchtgebruiker of huurder bezit op het ogenblik waarop hij de isolatiewerken van het dak betaalt, is geen beletsel voor de toekenning van de belastingvermindering.
145^47/5
Meerdere eigenaars of meerdere blote eigenaars en vruchtgebruikers
Wanneer de belastingplichtige die de uitgaven doet slechts van een gedeelte van de woning eigenaar is, wordt de belastingvermindering berekend op de uitgaven die hijzelf doet en evenredig herleid tot zijn aandeel in de eigendom van de woning.
In het geval waarin meerdere belastingplichtigen volle eigenaar, blote eigenaar of vruchtgebruiker van dezelfde woning zijn, moet, gelet op het feit dat er een grensbedrag of maximumbedrag bestaat per woning, dit grensbedrag proportioneel worden verminderd tot het gedeelte dat, naargelang het geval, in volle eigendom, blote eigendom of vruchtgebruik van de woning wordt gehouden. Bij elke belastingplichtige wordt m.a.w. de belastingvermindering beperkt tot het grensbedrag vermenigvuldigd met zijn gecumuleerd aandeel in de volle eigendom, de naakte eigendom of het vruchtgebruik van de woning.
Voorbeeld
Jacqueline en haar man waren eigenaar (elk voor 50 %) van hun gezinswoning.
Ze hebben twee kinderen, Jan en Paul.
Sinds het overlijden van haar man bezit Jacqueline, naast haar 50 % volle eigendom, 50 % van het vruchtgebruik van de woning. In totaal bezit ze dus 100 % van de rechten in de woning.
Haar kinderen, Jan en Paul, bezitten elk 25 % van de blote eigendom van de woning.
Jan laat het dak van de woning bewoond door zijn moeder isoleren voor een bedrag van 15.000 euro en draagt zelf de totaliteit van de uitgave.
Jacqueline laat in hetzelfde jaar voor eigen rekening beveiligingssystemen tegen inbraak of brand plaatsen voor een bedrag van 5.000 euro.
Al de vereiste voorwaarden voor de toekenning van de belastingverminderingen zoals bepaald in art. 145^31 en 145^47, WIB 92, zijn voldaan.
Berekening van de belastingvermindering voor het aj. 2015.
In hoofde van Jacqueline
5.000 euro x 30 % = 1.500 euro te beperken tot 760 euro x 100 % (50 % van de volle eigendom + 50 % van het vruchtgebruik), ofwel 760 euro.
In hoofde van Jan
15.000 euro x 30 % = 3.600 euro te beperken tot 3.040 euro x 25 % (zijn gedeelte in de blote eigendom van de woning), ofwel 760 euro.
In hoofde van Paul
Geen enkele vermindering kan toegekend worden aan Paul omdat hij geen enkele uitgave gedragen heeft.
145^47/6
Blote eigenaar
De blote eigenaar is de eigenaar van een goed waarvan het vruchtgebruik toebehoort aan iemand anders. Vruchtgebruik is het recht om het genot te hebben van een zaak waarvan een ander de eigendom heeft, zoals de eigenaar zelf, maar onder verplichting om de zaak zelf in stand te houden (art. 578 BW).
In het kader van artikel 145^47, WIB 92, is de administratie van oordeel dat het begrip 'eigenaar' eveneens de blote eigenaar omvat (Circ. nr. Ci.RH.331/601.038 van 06.01.2010).
Het feit dat de blote eigenaar de woning niet zelf bewoont, is geen beletsel voor de toekenning van de belastingvermindering.
Indien zowel de vruchtgebruiker als de blote eigenaar uitgaven doen die in aanmerking komen voor de belastingvermindering, kunnen ze beiden de belastingvermindering verkrijgen, ieder ten belope van zijn eigen uitgaven (in voorkomend geval tot het maximum bedrag). De belastingverminderingen worden dan afzonderlijk berekend voor de vruchtgebruiker enerzijds en voor de blote eigenaar anderzijds.
145^47/7
De bezitter
Het begrip 'bezit' verschilt van de loutere bewoning van een huis. De bezitter van een woning is degene die als dusdanig wordt beschouwd, overeenkomstig de artikelen 2228 tot 2235 van het Burgerlijk Wetboek. In dit geval wordt het kadastraal inkomen vastgesteld in hoofde van de bezitter op grond van art. 473, WIB 92, en niet in hoofde van de eigenaar.
145^47/8
De voorbeelden hieronder verduidelijken dit begrip:
- Een feitelijk samenwonend koppel woont in het huis van de ouders van één van de partners. De woning behoort dus in volle eigendom aan de ouders. Er werd geen enkel recht van bewoning verleend, noch enige huurovereenkomst opgesteld. Het koppel bewoont evenwel wel degelijk de woning met volledige instemming van de eigenaars. De eigenaars blijven handelingen stellen in hun hoedanigheid van eigenaar. Dit feitelijk samenwonend koppel kan niet als bezitter worden gekwalificeerd.
- Een man bezit een eigen woning die hij verkreeg vóór het huwelijk. De woning werd niet ingebracht in de gemeenschap naar aanleiding van het huwelijk onder het wettelijk stelsel en blijft dus de volle eigendom van deze man. Zijn echtgenote bezit geen eigendomsrecht, maar bewoont de gezinswoning met haar echtgenoot. De partner, niet-eigenaar, gehuwd onder het wettelijk stelsel, kan niet als bezitter worden gekwalificeerd.
145^47/9
Erfpachter
Het erfpachtrecht is een zakelijk recht dat erin bestaat het volle genot te hebben van een aan een ander toebehorend onroerend goed, onder de voorwaarde om aan laatstgenoemde een jaarlijkse pacht te voldoen, hetzij in geld, hetzij in natura, als een erkentenis van zijn eigendom. Het is een tijdelijk recht met een minimumduur van 27 jaar en een maximumduur van 99 jaar.
Het erfpachtrecht wordt geregeld door de wet van 10.01.1824 over het recht van erfpacht.
145^47/10
De opstalhouder
De opstalhouder is de houder van een recht van opstal. Het is een zakelijk recht dat erin bestaat om gebouwen, werken of beplantingen te hebben op andermans grond (art. 1 wet 10.01.1824 over het recht van opstal).
De belastingplichtige die als opstalhouder eigenaar zou zijn van een woning die op andermans grond werd opgericht, komt eveneens in aanmerking voor de belastingvermindering.
145^47/11
Vruchtgebruiker
Vruchtgebruik is het recht om het genot te hebben van een zaak waarvan een ander de eigendom heeft, zoals de eigenaar zelf, maar onder verplichting om de zaak zelf in stand te houden. Het kadastraal inkomen wordt bepaald in hoofde van de vruchtgebruiker en niet in hoofde van de blote eigenaar die er noch het gebruik, noch het genot van heeft.
145^47/12
Huurder
Huur van goederen is een contract waarbij de ene partij zich verbindt om de andere het genot van een zaak te doen hebben gedurende een zekere tijd, en tegen een bepaalde prijs, die de laatstgenoemde zich verbindt te betalen (art. 1709 BW).
De kosteloze terbeschikkingstelling van een onroerend goed voldoet niet aan deze begripsbepaling en maakt de toekenning van de belastingvermindering niet mogelijk. Dit is bijvoorbeeld het geval van de bedrijfsleiders die een woning betrekken die hen ter beschikking is gesteld door de vennootschap.
Bijgevolg dat de uitgaven die recht geven op de vermindering gewoonlijk niet ten laste van de huurder komen en de vermindering kan in principe (behoudens uitzonderingen hierna) slechts worden toegekend aan de huurder op voorwaarde dat de factuur op zijn naam is opgesteld en voor zover hij werkelijk de uitgaven heeft gedragen.
Het feit dat de huurder de woning slechts heeft gehuurd voor een gedeelte van het belastbaar tijdperk is zonder gevolg, hetzelfde geldt indien de huurder de woning niet meer huurde op het ogenblik van de betaling van de facturen.
De huurder moet evenwel deze hoedanigheid hebben op het ogenblik waarop hij zich op vaste en definitieve wijze verbindt ten aanzien van de aannemer voor de uitvoering van de werken.
145^47/13
Wanneer een verhuurde woning wordt bewoond door belastingplichtigen die afzonderlijk worden belast (feitelijk gezin, gehuwden of wettelijk samenwonenden die afzonderlijk worden belast, medehuurders, enz.…) en er slechts één van hen de hoedanigheid van huurder heeft (huurovereenkomst enkel op zijn naam opgesteld), kan er slechts een belastingvermindering worden toegekend in hoofde van deze persoon, voor zover hij daadwerkelijk de uitgaven heeft gedragen. Het feit dat de factuur zou opgesteld zijn op naam van de ene of de andere (of van allen) is zonder gevolg.
Wanneer een verhuurde woning wordt bewoond door belastingplichtigen die afzonderlijk worden belast en ze allemaal, of sommigen onder hen, de hoedanigheid van huurder hebben (huurovereenkomst opgesteld op naam van allen of van sommigen, kan de belastingvermindering worden toegekend in hoofde van het geheel of een deel van deze belastingplichtigen voor zover ze werkelijk de uitgaven dragen. Het feit dat de factuur zou opgesteld zijn op naam van de ene of de andere (of van allen) is zonder gevolg.
Indien de verhuurde woning wordt bewoond door een gezin van gehuwde belastingplichtigen of wettelijk samenwonenden die gezamenlijk worden belast, is het feit dat de factuur zou opgesteld zijn op de naam van de ene of de andere partner (of van beiden) of nog indien de betaling zou gedaan zijn door de ene of de andere van de echtgenoten zonder gevolg. De belastingvermindering wordt immers in het kader van de gemeenschappelijk aanslag berekend voor het gezin en omgedeeld tussen de belastingplichtigen in functie van hun belastbare inkomsten. In deze context is het feit dat de huurovereenkomst al dan niet opgesteld zou zijn op beider naam van de belastingplichtigen eveneens zonder gevolg.
145^47/14
De huurder en eigenaar
Omdat de uitgaven die recht geven op een belastingvermindering gewoonlijk niet ten laste komen van de huurder, is het mogelijk dat de huurder overeenkomt met de eigenaar dat hij de uitvoering van bepaalde werken voor zijn rekening neemt mits bijvoorbeeld een verlaging van de huur of de verbintenis van de eigenaar om hem de kosten geheel of gedeeltelijk terug te betalen.
In dat geval bestaat er grond om de belastingvermindering te verlenen aan de ene of de andere voor zover ze werkelijk de kost van de werken hebben gedragen ofwel door de factuur te betalen ofwel door de huurder terug te betalen, ofwel door de huur te verlagen, en dat ze de bewijsstukken ervan voorleggen (Kamer, zitting 2003-2004, Verslag namens de Commissie voor Financiën en de Begroting, Doc.51, 1196/002, p.6).
145^47/15
Betaling door een derde
De belastingvermindering wordt eveneens verleend wanneer de uitgaven werden betaald door een derde die, overeenkomstig artikel 1236 van het Burgerlijk Wetboek, handelt in naam en tot kwijting van de belastingplichtige. De 'derde' kan dan de belastingvermindering zelf niet vragen.
Het gaat hier om een nieuw standpunt (want men was voordien van oordeel dat de belastingplichtige die de vermindering vraagt, zelf de betrokken uitgaven moest betalen) opgenomen in de circulaire AAFisc Ci.RH.331/635.466 van 29.01.2016. De bepalingen van deze circulaire zijn, vanaf de datum van publicatie, in alle stadia van de procedure van toepassing.
Voorbeelden:
- betaling van de uitgaven door de samenwonende partner die als alleenstaande wordt belast
- betaling van de uitgaven door een familielid, al dan niet in het kader van een familiale lening
- betaling van de uitgaven door de echtgenoot van een belastingplichtige die de belastingvermindering vraagt terwijl hij als alleenstaande wordt belast. Dit is bijvoorbeeld het geval voor gehuwden waarvan één van beide Europees ambtenaar is en die in toepassing van art. 126, § 2, 4°, WIB 92, als alleenstaanden worden belast.
V. BEDOELDE WONING
145^47/16
Algemeen
Het moet gaan om een 'woning' en niet om een gebouw van andere aard. Onder 'woning' moet worden verstaan het gebouw (of het deel van een gebouw) zoals in het bijzonder de eensgezinswoning, appartement, studio… dat door zijn aard, normaal bestemd is om te worden bewoond door één of meerdere personen.
145^47/17
Een gebouw waarin een beroepsactiviteit wordt uitgeoefend, maar waarvan blijkt dat het nog steeds kan worden beschouwd als een gebouw dat door zijn aard normaal bestemd is om te worden bewoond, wordt beschouwd als een woning.
Komen niet in aanmerking als woningen:
- gebouwen die door hun aard, uitsluitend voor beroepsdoeleinden worden gebruikt (bv. een werkplaats, een magazijn, enz.)
- kamers in gemeenschappelijke gebouwen (kloosters, klinieken, hospitalen, weeshuizen, enz.…)
- studentenkamers of kamers voor seizoenarbeiders.
Het gebouw gebruikt voor de verhuring van studentenkamers of kamers voor seizoenarbeiders kan in aanmerking worden genomen voor zover dat het gebouw door de aard een woning blijft (bijvoorbeeld een appartement dat wordt verhuurd zonder omvorming voor studenten).
145^47/18
Ouderdom van de woning
Sinds aanslagjaar 2011, kan de vermindering slechts worden verleend voor werken verricht aan een woning waarvan de eerste ingebruikneming ten minste vijf jaar voorafgaat aan de aanvang van die werken.
De voorwaarde betreffende de periode van vijf jaar voor de toepassing van deze belastingvermindering is vervuld wanneer de woning voor het eerst in gebruik is genomen in de loop van het vijfde kalenderjaar dat voorafgaat aan de aanvang van de werken die verband houden met de energiebesparende uitgaven.
Voorbeeld: in maart 2014, heeft Frans een aannemer belast met de uitvoering van isolatiewerken van het dak van zijn woning die voor het eerst in gebruik werd genomen in november 2009. De factuur bedraagt 30.000 euro en werd betaald in 2014. Al de andere voorwaarden zijn vervuld.
Voor het aanslagjaar 2015, bedraagt de belastingvermindering voor de energiebesparende uitgaven: 30.000 euro x 30 % = 9.000 euro, te beperken tot 3.040 euro (wettelijk grensbedrag voor aanslagjaar 2015).
De voornoemde administratieve tolerantie met betrekking tot de berekening van de periode van 5 jaar is in dit geval van toepassing. De woning werd voor het eerst in gebruik genomen in de loop van het vijfde kalenderjaar (2009) dat voorafgaat aan de aanvang van de isolatiewerken van het dak (2014). Bijgevolg heeft Frans recht op overdracht van het overschot van de belastingvermindering over de volgende drie belastbare tijdperken.
De circulaire AAFisc nr. 8/2012, Ci.RH.331/614.558, 24.02.2012 gaat over de wijze waarop de voornoemde termijn van vijf jaar moet worden berekend.
145^47/19
Overzicht van het administratief standpunt
Een van de doelstellingen van de wetgever was het vermijden van 'cadeau'-effecten omdat de gewesten bij nieuwbouw opleggen dat nieuwe woningen moeten voldoen aan strikte eisen inzake energieprestaties, waardoor het niet meer nodig is nog stimuli te geven voor een aantal energiebesparende uitgaven (Parlementaire Stukken, Kamer, DOC 52 2278/001, p. 59).
In de circulaires AOIF 49/2010, Ci.RH.331/605.768, 02.07.2010; AAFisc 11/2011, Ci.RH.331/605.643, 22.02.2011 en AAFisc 26/2011, Ci.RH.331/605.767, 16.05.2011, werden toelichtingen verstrekt bij de voorwaarde dat de woning ten minste vijf jaar in gebruik moet zijn genomen bij de aanvang van de energiebesparende werken. In deze circulaires werd impliciet het standpunt ingenomen dat de voormelde termijn van vijf jaar, in principe steeds van dag tot dag moet worden berekend. Dit standpunt was gebaseerd op de letterlijke lezing van de betrokken wettelijke bepalingen.
Het is echter duidelijk de bedoeling geweest van de wetgever om de berekening van de bedoelde termijn van vijf jaar inzake inkomstenbelastingen te laten aansluiten met de regels die gelden inzake btw. Die stellen dat voor de wijze van berekening van de ouderdom van het gebouw, het soms moeilijk is om, op een dag of maand na, de datum van de eerste ingebruikneming van een gebouw te bepalen, temeer daar deze ingebruikneming progressief kon hebben plaatsgehad. De btw-administratie heeft eenvoudigheidshalve beslist dat de voorwaarde betreffende de periode van 5 jaar vervuld is wanneer de woning voor het eerst in gebruik werd genomen in de loop van het vijfde kalenderjaar dat voorafgaat aan het eerste tijdstip van opeisbaarheid van de verschuldigde belasting.
145^47/20
Omvorming tot woning
De isolatiewerken van het dak die worden uitgevoerd bij de omvorming tot woningen van gebouwen die niet van bij de aanvang bestemd zijn om te worden bewoond (bv. een industrieel gebouw omgevormd tot een loft) komen niet in aanmerking voor de belastingvermindering want deze gebouwen hadden aanvankelijk geen functie als woning, zodanig dat niet kan worden geacht dat het om een woning gaat waarvan de eerste ingebruikneming ten minste vijf jaar voorafgaat aan de aanvang van de werken.
145^47/21
Woning in het buitenland
De woning mag in België of in het buitenland gelegen zijn.
145^47/22
Tweede verblijf
De tweede verblijven komen in aanmerking.
145^47/23
Ingebruikneming van de woning
Het is niet vereist dat de belastingplichtige zelf deze woning in gebruik neemt, die dus aan een derde kan worden verhuurd - los van het feit of deze derde de woning gebruikt voor privé- of beroepsdoeleinden - voor zover evenwel het gebouw (of deel van het gebouw) uit zijn aard, een woning blijft (bv. een gebouw dat wordt verhuurd aan een vennootschap om te worden bewoond door een zaakvoerder, een 'eengezinswoning' gebruikt door de huurder, zonder omvorming, voor beroepsdoeleinden, enz.).
145^47/24
Sleutel-op-de-deur woningen en appartementen op plan
Sleutel-op-de-deur woningen of appartementen op plan die worden verkocht, zijn op het ogenblik van het bouwen van deze onroerende goederen geen woningen waarvan de eerste ingebruikneming ten minste vijf jaar voorafgaat aan de aanvang van de isolatiewerken van het dak. Ze kunnen geen recht geven op de belastingvermindering voor deze isolatiewerken.
VI. BEDOELDE WERKEN
145^47/25
Technische voorwaarden
Het gebruikte isolatiemateriaal moet een thermische weerstand R hebben die gelijk is aan of groter is dan 2,5 vierkante meter Kelvin per watt (art. 63^18/15, KB/WIB 92).
145^47/26
Type bedoelde kosten
Art. 145^47, WIB 92 betreft de isolatie van daken en art. 63^18/15, KB/WIB 92, vermeldt de technische voorwaarden waaraan het gebruikte isolatiemateriaal moet voldoen.
Voornoemde teksten hebben dus betrekking op de uitgaven voor het isolatiemateriaal zelf of de plaatsing ervan (loonkost). Bovendien komen de uitgaven die noodzakelijk zijn voor de plaatsing, zoals bijvoorbeeld de installatie van materialen om het isolatiemateriaal te bevestigen (bv. lijm of plaatsing van profielen of een houten kader om het isolatiemateriaal vast te hechten), eveneens in aanmerking voor de belastingvermindering.
145^47/27
De maatregel heeft tot doel om energie te besparen en dit met name door een betere dakisolatie en niet om een belastingvermindering te verlenen voor vernieuwingswerken aan het dak.
De uitgaven die geen betrekking hebben op het isolatiemateriaal, of de uitgaven die niet strikt noodzakelijk zijn voor de plaatsing, worden niet bedoeld.
Worden niet bedoeld, de uitgaven voor andere materialen zoals in het bijzonder:
- de materialen die naast het isolatiemateriaal worden geplaatst (dakpannen, roofing, leien, zink, …), bovenop dit isolatiemateriaal, om de dichtheid van het dak te verzekeren
- het verwijderen of de vervanging van niet draagkrachtige (zwakke), vermolmde of verrotte balken of gebinten
- de plaatsing van latten en golfplaten voor de ondersteuning van de dakbedekking
- de plaatsing van materialen voor de afwerking om de dakisolatie te bedekken: gipskarton of vezelplaten, lattenplafond, …
Noch de uitgaven die bedoeld zijn voor:
- de vervanging van dakpannen of van elementen van het dakgebinte bij isolatie van buitenaf,
- de vervanging van decoratie– of afwerkingselementen bij isolatie aan de binnenzijde.
145^47/28
Isolatie van de zolder
In principe is de belastingvermindering beperkt tot de uitgaven voor de isolatie van het dak. Voor onbewoonbare zolders wordt evenwel aanvaard dat de isolatie van de vloer van de zolder (of de isolatie van het plafond van de bovenste verdieping) ook voor de belastingvermindering in aanmerking komt.
Of er al dan niet sprake is van een onbewoonbare zolder moet worden beoordeeld op basis van feitelijke omstandigheden eigen aan elk geval.
In de volgende gevallen is er sprake van een onbewoonbare zolder:
- wanneer in de zolder geen nutsvoorzieningen zijn aangebracht, zoals bijvoorbeeld elektriciteit, water of verwarming
- wanneer de hoogte van de zolder of de structuur van het dakgebinte een normale bewoning onmogelijk maakt
- wanneer de zolder niet ingericht of afgewerkt is en niet bestemd of gebruikt wordt als leefruimte.
Wanneer de zolder daarentegen effectief is ingericht en als dusdanig de functie vervult van een leefruimte zoals bijvoorbeeld een slaapkamer, hobbykamer, … kan die zolder niet als onbewoonbaar worden beschouwd. De belastingvermindering kan dan niet toegekend worden voor de isolatie van de vloer van de zolder (of voor de isolatie van het plafond van de bovenste verdieping).
145^47/29
Isolatie van de vloer van een onbewoonbare zolder door het inblazen van cellulosevezels
De isolatie van de vloer van een zolder door inspuiting van cellulosevezels in houten roosters bovenop de vloer, kan voor de belastingvermindering in aanmerking komen wanneer het een onbewoonbare zolder betreft (zie 145^47/28).
145^47/30
De uitgaven voor de constructie van roosters die het isolatiemateriaal omsluiten zijn begrepen in de uitgaven die aanvaardbaar zijn voor de belastingvermindering wanneer het gaat om de plaatsing van een houten structuur of profielen die noodzakelijk zijn om het isolatiemateriaal vast te hechten (nr. 85 van circ. AAFisc 11/2011, Ci.RH 331/605.643, 22.02.2011).
Voor het inblazen van de cellulosevezels in houten roosters bovenop de bestaande vloer, is gebleken dat de constructie van genoemde roosters een uitgave is die noodzakelijk is voor de bevestiging van het isolatiemateriaal dat onder druk moet worden ingespoten in een gesloten ruimte. De materialen die worden gebruikt voor de constructie van genoemde roosters moeten evenwel strikt noodzakelijk zijn voor de vasthechting van het isolatiemateriaal. In dit geval komen de uitgaven in aanmerking voor de belastingvermindering.
145^47/31
Roofing, dakpannen
Het leggen van roofing alleen of het louter vervangen van dakpannen voldoet niet aan de gestelde voorwaarden.
Bij plaatsing van isolerende roofing en voor zover de roofing en het isolerende materiaal als een onlosmakelijk geheel kunnen worden beschouwd en op voorwaarde dat de isolerende roofing samen met de eventuele bestaande isolatie een thermische weerstand R heeft die gelijk is aan of groter is dan 2,5 vierkante meter Kelvin per watt, kunnen de uitgaven voor de plaatsing van isolerende roofing op een dak in aanmerking komen voor de belastingvermindering.
Indien het echter gaat om afzonderlijke isolatie die wordt geplaatst onder eenvoudige roofing, komen enkel de uitgaven voor de plaatsing van de isolatie in aanmerking voor de belastingvermindering.
145^47/32
Plaatsing van bijkomende isolatie aan een reeds geïsoleerd dak
De uitgaven voor de plaatsing van bijkomende isolatie aan een reeds geïsoleerd dak kunnen in aanmerking komen voor de belastingvermindering op voorwaarde dat de nieuwe en de bestaande isolatie samen een thermische weerstand hebben die gelijk is aan of groter is dan 2,5 vierkante meter Kelvin per watt. In die gevallen dient de volgende vermelding op de factuur (of de bijlage) worden aangebracht:
'De aannemer bevestigt dat het gebruikte isolatiemateriaal een thermische weerstand R heeft die gelijk is aan of groter dan 2,5 vierkante meter Kelvin per watt, namelijk R van het bestaande isolatiemateriaal = … en R van het nieuwe toegevoegde materiaal = … m.a.w. in totaal R = …'.
145^47/33
Onderdak
In principe komen de uitgaven voor het plaatsen van een onderdak niet in aanmerking voor de belastingvermindering. Wanneer het evenwel gaat om de bijkomende plaatsing van isolatie d.m.v. een onderdakplaat die bestaat uit isolerende materialen, zodat het totaal van het gebruikte isolatiemateriaal (isolatie en isolerende onderdakplaat) een thermische weerstand R heeft die gelijk is aan of groter is dan 2,5 vierkante meter Kelvin per watt, kunnen de uitgaven hiervoor in aanmerking worden genomen voor de belastingvermindering.
145^47/34
Plaatsing van een houten structuur of profielen
De houten structuur of profielen kunnen slechts in aanmerking komen voor de belastingvermindering op voorwaarde dat zij nodig zijn om de isolatie vast te hechten.
145^47/35
'Alles-in-één' sandwichpanelen
Het plaatsen van sandwichpanelen komt in pricipe niet in aanmerking voor de belastingvermindering.
De uitgaven voor deze panelen kunnen echter voor hun totaliteit in aanmerking komen voor de belastingvermindering onder de volgende voorwaarden:
- de aannemer moet bevestigen dat de isolerende sandwichpanelen ('alles-in-één' sandwichpanelen) waarop af fabriek reeds tengellatten zijn aangebracht, voldoen aan de voornoemde technische voorwaarden inzake thermische weerstand (een thermische weerstand R die gelijk is aan of groter is dan 2,5 vierkante meter Kelvin per watt)
- en het isolerend materiaal moet onlosmakelijk met de panelen verbonden zijn.
De uitgaven voor de afbraak van het bestaande dak geven echter geen recht op de belastingvermindering.
145^47/36
Plaatsing van een dampscherm
De uitgaven voor een dampscherm kunnen in aanmerking komen voor de belastingvermindering op voorwaarde dat dit dampscherm samen met het isolatiemateriaal dat voor de belastingvermindering in aanmerking komt, wordt geplaatst.
145^47/37
Isolatie van buitenaf: bouwstelling, goederenlift, wegnemen en terugplaatsen van dakpannen en latten
Wanneer de isolatie van het dak van buitenaf gebeurt, kan de uitgave voor de plaatsing van een bouwstelling (en de onderdelen ervan) evenals de uitgave voor de plaatsing van een goederenlift beschouwd worden als een noodzakelijke uitgave voor de plaatsing van de isolatie. Deze uitgave kan in aanmerking komen voor de belastingvermindering.
Het tijdelijk wegnemen van bestaande dakpannen en van bepaalde delen van het dakgebinte, evenals het terugplaatsen op het einde van de werken, is eveneens een noodzakelijke uitgave voor de plaatsing van de isolatie en komt in aanmerking voor de belastingvermindering.
145^47/38
Levering en plaatsing van een container
De uitgaven voor de vervanging van de dakelementen, en dus voor het afvoeren ervan, geven geen recht op de belastingvermindering.
VII. UITGESLOTEN UITGAVEN
145^47/39
De belastingvermindering voor dakisolatie is niet van toepassing voor uitgaven die:
- in aanmerking komen als werkelijke beroepskosten voor (het deel van) de woning gebruikt door de belastingplichtige voor het uitoefenen van zijn beroepswerkzaamheid
- recht geven op de investeringsaftrek bedoeld in artikel 69, WIB 92, voor (het deel van) de woning gebruikt door de belastingplichtige voor het uitoefenen van zijn beroepswerkzaamheid
- betrekking hebben op werken verricht aan een woning waarvan de eerste ingebruikneming minder dan vijf jaar voorafgaat aan de aanvang van die werken (zie hieronder nr. 47)
- in aanmerking komen voor de belastingvermindering voor uitgaven van vernieuwing van woningen gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid (art. 145^25, WIB 92)
- in aanmerking komen voor de belastingvermindering voor uitgaven van vernieuwing van tegen een redelijke huurprijs in huur gegeven woningen (art. 145^30, WIB 92)
- in aanmerking komen voor de belastingvermindering voor uitgaven ter beveiliging van woningen tegen inbraak of brand (art. 145^31, WIB 92)
- in aanmerking komen voor de belastingvermindering voor onderhoud en restauratie van beschermde monumenten en landschappen (art. 145^36, WIB 92).
De uitsluiting is enkel van toepassing in de mate dat één van de voormelde voordelen werkelijk is verkregen. Niets belet dat de uitgaven die het voorwerp uitmaken van dezelfde factuur voor een gedeelte recht geven op de vermindering voor dakisolatie en voor een ander gedeelte op de aftrek als beroepskosten of op de investeringsaftrek.
VIII. IN AANMERKING GENOMEN UITGAVEN
145^47/40
Algemeen
Er wordt een belastingvermindering verleend voor de uitgaven (gefactureerde bedragen inclusief btw) die tijdens het belastbaar tijdperk werkelijk door de belastingplichtige zijn gedragen (of betaald) zonder rekening te houden met het ogenblik van de uitvoering van de werken of de datum van de factuur.
Wanneer de belastingplichtige een voorschot heeft gestort aan een aannemer, moet op grond van de specifieke bepalingen van het aannemingscontract worden bepaald of dit voorschot al dan niet definitief is verworven door de aannemer. Het voorschot moet worden beschouwd als betaald op het moment dat het definitief verworven is door de aannemer in overeenstemming met de artikelen 1235 tot 1248 van het Burgerlijk Wetboek.
145^47/41
Bepaling van het belastbaar tijdperk
Het in aanmerking te nemen belastbaar tijdperk is het jaar waarin de belastingplichtige de bedoelde betalingen heeft uitgevoerd en niet het jaar waarin de bankinstelling van de begunstigde deze bedragen effectief ontvangen heeft of deze effectief ter beschikking van deze laatste heeft gesteld.
In geval van betaling met een bankoverschrijving is het dus de datum waarop deze betaling effectief in mindering is gebracht van de rekening van de belastingplichtige die in aanmerking moet worden genomen. In geval van verschil tussen de werkelijke debetdatum en de valutadatum, moet de werkelijke datum behouden worden.
Bijvoorbeeld: storting van een voorschot op 31.12.2014 (datum waarop de rekening wordt gedebiteerd). Indien alle voorwaarden zijn vervuld, kan dit voorschot in aanmerking worden genomen voor de belastingvermindering van toepassing op de inkomsten van het jaar 2014, zelfs indien het bedrag pas begin 2015 op de rekening van de aannemer staat.
145^47/42
Voorschot
De betaling van een voorschotfactuur voor energiebesparende werken kan in aanmerking komen voor de belastingvermindering op voorwaarde dat het voorschot definitief door de aannemer is verworven en op voorwaarde dat de werken zijn uitgevoerd op het ogenblik van de indiening van de aangifte in de inkomstenbelastingen.
Indien de werken op dat ogenblik nog niet zijn uitgevoerd, mag de belastingplichtige voor het voorschot dat hij voor de uitvoering van deze werken betaalde geen belastingvermindering aanvragen.
Hij kan evenwel een rechtzetting van zijn belastingaangifte vragen nadat de werken zijn uitgevoerd en de documenten bedoeld in art. 63^18/15 KB/WIB 92, werden opgesteld en uitgereikt. Een dergelijke rechtzetting kan evenwel slechts gebeuren binnen de beroepstermijnen die zijn opgenomen in het WIB 92.
145^47/43
Gemeenschappelijke aanslag
Wanneer een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd, is het feit dat de factuur is opgesteld op naam van één van beide echtgenoten of van beide of nog dat de betaling is gedaan door één van beide echtgenoten zonder belang (zie nr. 48 hieronder).
145^47/44
Financiële tussenkomst van andere overheden
Het feit dat deze uitgaven het voorwerp hebben uitgemaakt van een financiële tussenkomst (premie, subsidie, terugbetaling, …), naargelang het geval van de gewestelijke of gemeentelijke overheden, heeft geen enkele weerslag op de toepassing van de belastingvermindering.
145^47/45
Betaling met ecocheques
De betaling van energiebesparende uitgaven met ecocheques is geen beletsel voor de toepassing van de belastingvermindering.
145^47/46
Beheer van een gebouw
Wanneer de werken zijn uitgevoerd in een appartementsgebouw door tussenkomst van de beheerder van het gebouw, zijn het de betalingen die door de beheerder werden gedaan die in aanmerking komen, zelfs wanneer deze werden gedaan door middel van een gemeenschappelijk fonds, gestijfd door bijdragen van de eigenaars.
145^47/47
Betaling van de aannemer door de bank
De uitgaven voor de isolatie van het dak kunnen in aanmerking komen voor de belastingvermindering wanneer de belastingplichtige een groene lening heeft afgesloten (zoals bedoeld in artikel 2 van de economische herstelwet van 27.03.2009 (BS 07.04.2009) en de bank de energiebesparende werken rechtstreeks betaalt aan de aannemer, op voorlegging van de factuur op naam van de belastingplichtige.
De bank treedt bijgevolg op in naam en tot kwijting van de belastingplichtige. Deze betaling wordt beschouwd als een betaling in de zin van artikel 1236 van het Burgerlijk Wetboek en kan bijgevolg in aanmerking worden genomen voor de belastingvermindering ten name van de belastingplichtige. Het is m.a.w. niet vereist dat de bank de geleende bedragen eerst op de rekening van de belastingplichtige overschrijft.
IX. GEMEENSCHAPPELIJKE AANSLAG
145^47/48
In geval van een gemeenschappelijke aanslag wordt de belastingvermindering evenredig omgedeeld in functie van het overeenkomstig artikel 130 belaste inkomen van elk van de echtgenoten ten opzichte van de som van de overeenkomstig artikel 130 belaste inkomens van de beide echtgenoten (d.w.z. toegepast op het belastbare inkomen van elke belastingplichtige).
Dit betekent dat de belastingvermindering wordt omgedeeld tussen beide echtgenoten, zelfs wanneer slechts één van de gezamenlijk belaste echtgenoten eigenaar is van de woning waarin de werken worden uitgevoerd.
X. TUSSENKOMST VAN EEN AANNEMER
145^47/49
De levering en de plaatsing van de materialen moet worden uitgevoerd door een aannemer die waarborgt dat het voor de isolatie van het dak gebruikte isolatiemateriaal een thermische weerstand R heeft die gelijk is aan of groter is dan 2,5 vierkante meter Kelvin per watt.
Wanneer de belastingplichtige zijn materialen zelf aankoopt en ze daarna door een aannemer laat plaatsen, kunnen alleen de uitgaven voor de plaatsing voor de belastingvermindering in aanmerking komen. Dit administratief standpunt wordt evenwel bekritiseerd door sommige rechtbanken (REA Bergen, 20.04.2009 en REA Hasselt, 26.09.2012).
145^47/50
Art. 401, WIB 92, dat de registratie als aannemer regelde, werd opgeheven (art. 18 van de wet van 07.11.2011 houdende fiscale en diverse bepalingen, BS 10.11.2011, Ed. 3) omdat het Europees Hof van Justitie oordeelde dat de registratieplicht strijdig was met het beginsel van het vrije verkeer van diensten. Deze opheffing is in werking getreden op 01.09.2012 (art. 2, KB 03.08.2012, BS 10.08.2012).
XI. VERMELDINGEN OP DE FACTUUR OF OP DE BIJLAGE ERVAN
145^47/51
De door de aannemer uitgereikte factuur of de bijlagen ervan moet de woning aangeven waar de werken worden uitgevoerd en moet, desgevallend, de verdeling van de kosten van de werken opgeven tussen de werken voor dakisolatie en andere werken.
Ze moet daarenboven de volgende formule bevatten:
'Verklaring met toepassing van artikel 63^18/15, van het KB/WIB 92 betreffende de uitgevoerde werken die zijn bedoeld in artikel 145^47, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Ik, ondergetekende .................., bevestig dat het voor de isolatie van het dak gebruikte isolatiemateriaal een thermische weerstand R heeft die gelijk is aan of groter is dan 2,5 vierkante meter Kelvin per watt en dat de werken voor dakisolatie zijn uitgevoerd in een woning die, volgens de informatie verstrekt door (naam van de personen vermeld op de factuur), sedert ten minste vijf jaar in gebruik is genomen als woning op (datum van de aanvang van de werken).
(datum)
(naam)
(handtekening)'.
145^47/52
Verklaringen vóór 01.09.2014
Voor facturen uitgereikt uiterlijk 31.08.2014, moet de volgende formule op de factuur of op de bijlage ervan worden vermeld:
'Verklaring met toepassing van artikel 63/11, van het KB/WIB 92, betreffende de uitgevoerde werken die zijn bedoeld in artikel 145/24, § 1, eerste lid, 1° tot 6°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Ik, ondergetekende ....., bevestig dat:
............ (per maatregel de vermeldingen overnemen die worden opgelegd door bijlage IIbis, van het KB/WIB 92);
de werken zijn uitgevoerd in een woning die, volgens de informatie verstrekt door (naam van de personen vermeld op de factuur), sedert ten minste vijf jaar in gebruik is genomen als woning op (datum van de aanvang van de werken). (verplicht op te nemen vermelding indien werken als vermeld in artikel 145/24, § 1, eerste lid, 1° en 4° tot 6°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 zijn uitgevoerd).
(datum)
(naam)
(handtekening)'.