Parlementaire vraag nr. 57 van mevrouw Barbara Pas van 05.11.2020

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2019-2020, QRVA 55/032 d.d. 21.12.2020, blz. 316

Ter beschikkingstellen van woningen voor buitenlandse werknemers.

VRAAG (van de vrouw Pas)

De circulaire nr. Ci.RH.624/325.294 van 8 augustus 1983 (Bull. 620, blz. 2061) die handelt over het bijzonder aanslagstelsel voor buitenlandse kaderleden beschrijft in nr. 142/3.4 de terugbetalingen die aan de werkgever of aan de vennootschap eigen zijn, welke bestemd zijn tot het dekken van de uitgaven en lasten, die hetzij van eenmalige, hetzij van regelmatig wederkerende aard zijn.

In de praktijk komt het regelmatig voor, dat de werkgever/vennootschap appartementen huurt om haar buitenlandse kaderleden in onder te brengen. De huur omvat vaak reeds zowel de algemene nutsvoorzieningen (water, verwarming, elektriciteit, enz.) als schoonmaak op regelmatige basis.

In bepaalde gevallen worden deze gebruikt voor een korte periode, in andere gevallen tot het einde van hun arbeidsovereenkomst.

1. Uit bepaalde bronnen is vernomen dat de eerste drie maanden van bewoning kan worden beschouwd als in hoofde van de werkgever/vennootschap aftrekbare kosten eigen aan de werkgever en aldus geen voordeel van alle aard (VAA) uitmaakt voor het buitenlands kaderlid.

a) Kunt u bevestigen dat vernoemde circulaire in die zin dient te worden geïnterpreteerd? Indien neen, dient het VAA tegen de werkelijke waarde te worden opgenomen als bezoldiging bij het buitenlands kaderlid of dient de kost te worden verworpen bij de werkgever/vennootschap?

b) Geeft dit enig verschil in benadering voor buitenlandse kaderleden die werden tewerkgesteld onder een bruto- of nettocontract?

c) In geval van opname als VAA bij de genieter (buitenlands kaderlid), is de vrijstelling van 11.250,00 euro of 29.750,00 euro eveneens verrekenbaar op dit VAA?

2. In de praktijk komt het eveneens vaak voor dat de werkgever/vennootschap, al dan niet direct of indirect, de kosten draagt voor het voorbereiden, invullen en opvolgen van de aangifte (in geval van fiscale controle) in de personenbelasting/belasting niet-inwoners die het buitenlands kaderlid in België dient in te dienen.

a) Kan deze kost worden beschouwd als een aftrekbare kost eigen aan de werkgever in hoofde van de werkgever/ vennootschap? Indien neen, dient dit bedrag dan als VAA te worden toegevoegd aan de bezoldiging van het buitenlands kaderlid of dient de kost te worden verworpen bij de werkgever/vennootschap?

b) Geeft dit enig verschil in benadering voor buitenlandse kaderleden die werden tewerkgesteld onder een bruto- of nettocontract?

c) In geval van opname als VAA, is de vrijstelling van 11.250,00 euro of 29.750,00 euro eveneens verrekenbaar op dit VAA?

ANTWOORD (van de Minister van Financiën)

1. a) De terugbetalingen van uitgaven die aan de werkgever eigen zijn, behoren niet tot de belastbare bezoldigingen van buitenlandse kaderleden en vorsers die van het bijzonder aanslagstelsel, als voorzien in de Circulaire nr. Ci.RH.624/325.294 van 8 augustus 1983, genieten.

Als uitgaven van die aard worden beschouwd, de terugbetalingen die bestemd zijn om "meeruitgaven" te dekken welke rechtstreeks het gevolg zijn van de detachering of tewerkstelling in België. Onder "meeruitgaven" worden verstaan, de hogere kosten en lasten die de kaderleden moeten uitstaan wegens hun verblijf in België ten opzichte van de kosten die zij zouden hebben uitgestaan indien zij in hun land van herkomst tewerkgesteld gebleven waren.

Deze eigen kosten van de werkgever worden opgedeeld in twee categorieën: de eenmalige uitgaven en de regelmatig weerkerende uitgaven.

De uitgaven en lasten die voortvloeien uit de verhuizing naar België worden beschouwd als eenmalige uitgaven. De eenmalige uitgaven moeten behoorlijk verantwoord zijn en redelijk overkomen, maar kennen geen beperking tot 11.250 euro of 29.750 euro, zoals dit het geval is voor regelmatig weerkerende uitgaven en lasten.

In de praktijk wordt de terugbetaling door de werkgever van de tijdelijke huisvestingskosten, met inbegrip van de daarmee verband houdende kosten, in afwachting dat het buitenlands kaderlid een gepaste woning vindt, beschouwd als een terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever die voortvloeien uit de verhuizing naar België. Als tijdelijk wordt beschouwd, een periode van maximum drie maanden na aankomst in België.

Naar analogie wordt in de praktijk aanvaard dat de tijdelijke terbeschikkingstelling van een appartement/woning door de werkgever aan het buitenlands kaderlid in afwachting dat deze laatste een gepaste woning vindt, geen voordeel van alle aard uitmaakt. Ook hier wordt als tijdelijk beschouwd, een periode van maximum drie maanden na aankomst in België.

Voorgaande geldt echter niet wanneer de terugbetaling van de huisvestingskosten of de terbeschikkingstelling van een appartement/woning een periode van meer dan drie maanden na aankomst in België omvat.

b) De hiervoor uiteengezette regels gelden, ongeacht of het buitenlands kaderlid werd tewerkgesteld onder een bruto- of een nettocontract.

c) De voordelen van alle aard verkregen uit hoofde of naar aanleiding van het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid maken deel uit van het belastbare bedrag van de bezoldigingen van het buitenlands kaderlid.

In toepassing van het bijzonder aanslagstelsel voor buitenlandse kaderleden als voorzien in de circulaire van 8 augustus 1983 worden vervolgens de door de detachering naar België van het buitenlands kaderlid veroorzaakte werkelijke en redelijke meeruitgaven die de werkgever ten laste neemt, uit de belastbare bezoldigingen gesloten.

2. a) De uitgaven met betrekking tot het voorbereiden, invullen en opvolgen van de Belgische belastingaangifte kunnen niet als kosten eigen aan de werkgever worden aangemerkt. Dergelijke persoonlijke uitgaven die door de werkgever ten laste worden genomen worden volgens de werkelijke waarde als een voordeel van alle aard bij het kaderlid aangemerkt.

b) De hiervoor uiteengezette regel geldt, ongeacht of het buitenlands kaderlid werd tewerkgesteld onder een brutoof een nettocontract.

c) Het antwoord op deze vraag is hetzelfde als het antwoord in punt 1. c).