Artikel 7, KB/WIB 92
Art. 7, § 6, is van toepassing vanaf 01.01.2018 en vanaf aanslagjaar 2019 (art. 4 et 19, 2de lid, KB 20.12.2020 - B.S. 29.12.2020 - Numac: 2020044549)
§ 1. De bijdragen en sommen vermeld in artikel 6, 1°, worden afgetrokken van de inkomsten waarop zij betrekking hebben.
§ 2. De andere werkelijke beroepskosten die met een bepaalde beroepswerkzaamheid verband houden, worden van de inkomsten van die beroepswerkzaamheid afgetrokken.
§ 3. Wanneer de belastingplichtige uit eenzelfde beroepswerkzaamheid inkomsten behaalt in verschillende landen, worden de ermede verband houdende werkelijke beroepskosten, per land, afgetrokken van de inkomsten waarop zij betrekking hebben.
§ 4. Werkelijke beroepskosten die gemeen zijn aan verschillende beroepswerkzaamheden of die tegelijkertijd op in verschillende landen behaalde inkomsten drukken, worden op een verantwoorde wijze omgedeeld.
§ 5. De niet in § 1 vermelde werkelijke beroepskosten worden, per beroepswerkzaamheid en per land, eerst afgetrokken van de beroepsinkomsten die niet vermeld zijn in artikel 171 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en vervolgens evenredig van de beroepsinkomsten waarvan sprake in hetzelfde artikel 171.
§ 6. Wanneer de belastingplichtige verschillende werkzaamheden uitoefent waarvan de inkomsten tot eenzelfde in de artikelen 24 tot 27 en 31 tot 33, van hetzelfde Wetboek vermelde inkomstencategorie behoren, worden de ermede verband houdende forfaitaire beroepskosten berekend op het geheel van de uit die werkzaamheden voortkomende inkomsten, maar met uitzondering van de vergoedingen waarvan sprake in artikel 51, eerste lid, van hetzelfde Wetboek.
§ 7. De overeenkomstig § 6 vastgestelde forfaitaire beroepskosten worden evenredig afgetrokken van de verschillende bestanddelen van het inkomen, die de berekeningsgrondslag van het forfait hebben gevormd.
§ 8. Wanneer de beroepskosten in verband met één of meer bestanddelen van het inkomen overeenkomstig artikel 51 van hetzelfde Wetboek forfaitair worden bepaald, worden de in artikel 52, 7° van hetzelfde Wetboek vermelde sociale bijdragen die niet zijn ingehouden, in afwijking van § 5, evenredig afgetrokken van die bestanddelen van het inkomen.
§ 9. De investeringsaftrek vermeld in de artikelen 68 tot 77 van hetzelfde Wetboek komt eerst in mindering van de winst of de baten van Belgische oorsprong die niet vermeld zijn in artikel 171 van hetzelfde Wetboek en vervolgens evenredig in mindering van de beroepsinkomsten waarvan sprake in hetzelfde artikel 171.