Artikel 78, WIB 92

Art. 78, § 2, vijfde lid, is van toepassing op de natuurrampen die vanaf 01.07.2021 hebben plaatsgevonden (art. 8 en 10, 1ste lid, W 26.12.2022 - B.S. 13.01.2023; Numac: 2022043494)


§ 1. Vorige beroepsverliezen worden achtereenvolgens van de beroepsinkomsten van elk volgend belastbare tijdperk afgetrokken.

§ 2. In afwijking van paragraaf 1, wordt op vraag van een belastingplichtige die voldoet aan de in het vierde lid bedoelde criteria het gedeelte van de beroepsverliezen, dat toe te schrijven is aan schade aan landbouwteelten die werd veroorzaakt door ongunstige weersomstandigheden, en werd geleden in een gewest waarmee een in het derde lid bedoeld protocol werd gesloten, achtereenvolgens afgetrokken van de beroepsinkomsten van de drie belastbare tijdperken voorafgaand aan het belastbare tijdperk waarin die schade definitief is vastgesteld, te beginnen met het oudste. Het gedeelte van deze beroepsverliezen dat niet in aftrek kan worden gebracht van deze beroepsinkomsten, is aftrekbaar overeenkomstig paragraaf 1.

Het gedeelte van de beroepsverliezen dat toe te schrijven is aan de in het eerste lid omschreven schade, stemt overeen met het bedrag van de beroepsverliezen achtereenvolgens beperkt tot het bedrag van het beroepsverlies uit de in artikel 23, § 1, 1°, bedoelde beroepswerkzaamheid van de belastingplichtige en tot het bedrag van deze schade die door het Gewest binnen de grenzen van artikel 25 van verordening (EU) Nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard in het belastbare tijdperk definitief werd vastgesteld. De Koning kan, na raadpleging van de Interministeriële Conferentie voor het Landbouwbeleid, op nadere wijze het tijdstip omschrijven waarop de schade definitief is vastgesteld.

De in het eerste lid omschreven achterwaartse verliesaftrek kan enkel worden toegepast indien de in het eerste lid bedoelde schade werd geleden op het grondgebied van een gewest dat met de federale overheid een in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt protocol heeft gesloten op grond van artikel 8 van het samenwerkingsakkoord van 18 juni 2003 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij, met het oog op de uitwisseling van informatie die nodig is voor de gezamenlijke naleving van de cumulatieregels zoals bedoeld in artikel 8 van de voormelde verordening (EU) Nr. 702/2014.

Deze paragraaf is enkel van toepassing indien de belastingplichtige:

- een middelgrote onderneming is; en

- een onderneming uitbaat die de productie van landbouwproducten tot doel heeft die zijn opgenomen in bijlage I bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waarbij deze landbouwproducten geen verdere bewerking ondergaan die de aard van deze producten wijzigt;

- geen onderneming in moeilijkheden was op het ogenblik dat de schade werd geleden; en

- geen bevel tot terugvordering heeft uitstaan ingevolge een besluit van de Commissie die een door België verleende steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt heeft verklaard.

Voor de toepassing van deze paragraaf en van artikel 206, § 4, wordt onder ongunstige weersomstandigheden de weersomstandigheden verstaan die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld, zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 16, van de voormelde verordening (EU) Nr. 702/2014, die formeel door een gewest als ramp worden erkend en waarvan die erkenning in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt. Natuurrampen zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 9, van diezelfde verordening, kunnen voor de toepassing van deze paragraaf en artikel 206, § 4, evenwel niet aangemerkt worden als ongunstige weersomstandigheden.

De beroepsverliezen waarvoor de toepassing van de achterwaartse verliesaftrek wordt gevraagd, worden afgetrokken na aftrek van de beroepsverliezen van vorige belastbare tijdperken bij toepassing van paragraaf 1.

De belastingplichtige vraagt de toepassing van de achterwaartse verliesaftrek aan de hand van een formulier, waarvan het model door de Koning wordt vastgelegd en dat uitwerking heeft op de gevestigde aanslagen die betrekking hebben op de drie belastbare tijdperken die voorafgaan aan het belastbare tijdperk waarin de in het eerste lid bedoelde schade definitief is vastgesteld. Deze aanvraag is definitief en onherroepelijk. De Koning bepaalt de indieningsmodaliteiten van dit formulier.