Artikel 323/2, WIB 92

Art. 323/2, § 1 en § 2, treedt in werking voor alle of bepaalde categorieën van houders van een ondernemingsnummer, evenals voor natuurlijke personen, op een datum respectievelijk te bepalen door de Koning, en ten laatste op 01.01.2028 (art. 26 en 222, W 12.05.2024 - B.S. 30.05.2024; Numac: 2024003880)


§ 1. Wanneer een instantie als bedoeld in artikel 145^35, tweede lid, 3°, een attest aflevert met het oog op het bekomen van de belastingvermindering voor kinderoppas, deelt zij de administratie jaarlijks (...) de gegevens mee die daarop betrekking hebben.

§ 2. De instanties bedoeld in artikel 145^35, tweede lid, 3°, zijn vrijgesteld van de jaarlijkse verplichting om de mededeling bedoeld in paragraaf 1 te voldoen zolang zij niet beschikken over de nodige geïnformatiseerde middelen om aan deze verplichting te voldoen.

§ 3. De in paragraaf 1 vermelde mededeling geschiedt binnen de termijn en in de vorm die door de Koning wordt bepaald.

De Koning bepaalt eveneens de gegevens die moeten worden meegedeeld.

§ 4. Met als enig doel paragraaf 1 toe te passen, hebben de betrokken instanties de toelating om het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen te verzamelen, te verwerken en mee te delen.

Wanneer het voormeld identificatienummer reeds voor andere doeleinden in het bezit is van de betrokken instanties, mag het gebruikt worden voor de toepassing van de paragraaf 1.