Artikel 204, KB/WIB 92

Art. 204, 4°, b en b/1 (opgeheven), zijn van toepassing vanaf 01.01.2022 (art. 2 en 3, 2de lid, KB 19.12.2022 - B.S. 22.12.2022; Numac: 2022034498)


Inkomsten van het in de artikelen 199 tot 203 vermelde belastbare tijdperk zijn:

1° inkomsten van gebouwde of ongebouwde onroerende goederen die op dat tijdperk betrekking hebben;

2° inkomsten en opbrengsten van roerende goederen en kapitalen die overeenkomstig de artikelen 261, 2°, 263, eerste lid, en 267 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 aan de roerende voorheffing onderworpen zijn en tijdens dat tijdperk aan de belastingplichtige zijn betaald of toegekend;

3° beroepsinkomsten, bestaande uit:

a) vastgestelde of vermoede winst of baten, andere dan vergoedingen tot gedeeltelijk of volledig herstel van een tijdelijke derving van winst of baten, van dat tijdperk;

b) tijdens dat tijdperk aan de belastingplichtige betaalde of toegekende bezoldigingen en vergoedingen tot gedeeltelijk of volledig herstel van een tijdelijke derving van winst of baten;

c) tijdens dat tijdperk aan de belastingplichtige betaalde of toegekende pensioenen, renten en toelagen;

4° diverse inkomsten, bestaande uit:

a) vastgestelde of vermoede winst of baten van dat tijdperk, vermeld in artikel 90, eerste lid, 1°, van hetzelfde Wetboek;

b) tijdens dat tijdperk aan de belastingplichtige betaalde of toegekende sommen vermeld in artikel 90, eerste lid, 1°bis tot 7°, van hetzelfde Wetboek;

b/1) (...)

c) vastgestelde of vermoede meerwaarden van dat tijdperk vermeld in artikel 90, eerste lid, 8°, van hetzelfde Wetboek;

d) meerwaarden vermeld in artikel 90, eerste lid, 9°, van hetzelfde Wetboek;

e) vastgestelde of vermoede meerwaarden van dat tijdperk vermeld in artikel 90, eerste lid, 10°, van hetzelfde Wetboek;

f) de vergoedingen bedoeld in artikel 90, eerste lid, 11°, van hetzelfde Wetboek;

g) de vergoedingen bedoeld in artikel 90, eerste lid, 12°, van hetzelfde Wetboek.

5° de kosten, bijdragen, pensioenen, renten en toelagen vermeld in artikel 222 en 223, 1° en 2°, van hetzelfde Wetboek, die door de belastingplichtige tijdens dat tijdperk zijn betaald of toegekend.