Parlementaire vraag nr. 207 van de heer Van Thillo van 08.05.1989
VRAAG 89/207
Bull. nr. 690, pag. 171
Autokosten - Hervormingswet 1988
Een vennootschap in de dienstensector, hierna genoemd A, laat een gedeelte van haar werkzaamheden uitvoeren in onderaanneming door een firma, hierna genoemd B. B factureert haar prestaties aan A. Bovendien brengt B aan A kosten in rekening voor gedane verplaatsingen met de auto.
Twee mogelijkheden doen zich voor :
1. | Ofwel volgens nadere specificatie van voor iedere klant gedane kilometers; |
2. |
Ofwel een forfaitaire som per maand.
Volgende vragen rijzen :
|
1. | Zijn in beide voorgaande gevallen deze kosten in hoofde van A beperkt aftrekbaar ten belope van 75 pct. en dit rekening houdend met het feit dat deze beperking reeds speelt in hoofde van B ? |
2. | Indien het antwoord ontkennend is, zijn deze gerecupereerde vergoedingen dan in hoofde van B slechts voor 75 pct. belastbaar ? |
ANTWOORD
Ik verwijs het geachte lid - wat de principes van beperking van aftrekbaarheid van de in zijn vraag bedoelde autokosten betreft - naar het antwoord in verband met de aftrek van restaurantkosten op de vraag nr. 199 van 21 april 1989, gesteld door de heer senator Laverge (Bulletin Vragen en Antwoorden nr. 37, zitting 1988-1989, van 27 juni 1989, blz. 1891) (B. 689).
In het concrete geval dat het geachte lid aanhaalt, wordt het volgende standpunt ingenomen.
De beperking van de aftrekbaarheid van de autokosten wordt toegepast op de belastingplichtige die die uitgaven in zijn beroepskosten opneemt, in dit geval de onderneming B.
De door A aan B gestorte sommen zijn een vergoeding van een dienstverlening en - voor A - geen autokosten.