Parlementaire vraag nr. 105 van de heer de Clippele van 14.02.1990


Bull. nr. 697, pag. 2529

Onroerende leningen. - Aftrek.

De programmawet van 1988 beperkt de aftrek van de rente van een lening tot het inkomen uit een onroerend goed wanneer die lening betrekking heeft op een welbepaald goed.

De lening moet bij notariële of bij onderhandse akte vastgesteld worden.

Sommige controleurs eisen nu dat de onderhandse akte geregistreerd wordt, tegen betaling van het vast forfaitaire recht van 750 frank.

Van die eis is er geen spoor te vinden in de wet, noch in de parlementaire bespreking van het ontwerp.

Gaarne kende ik uw standpunt ter zake.

ANTWOORD

Het geacht lid weet ongetwijfeld dat de wijzigingen die door artikel 9 van de wet van 7 december 1988 houdende hervorming van de inkomstenbelastingen en wijziging van de met het zegel gelijkgestelde taksen, zijn ingevoerd met betrekking tot de aftrek van interesten van leningen, slechts van toepassing zijn met ingang van het aanslagjaar 1990.

Het lijkt mij dan ook ondenkbaar dat sommige belastingcontroleurs zouden handelen zoals hij het aanstipt, te meer omdat de administratie der Directe Belastingen nooit van een belastingplichtige heeft geëist dat hij de registratieformaliteit zou vervullen wanneer hij de aftrek van interesten van een niet-hypothecaire lening vraagt.

Het spreekt evenwel vanzelf dat een dergelijke registratie als bewijsmiddel kan dienen, bijvoorbeeld wat de datum en de bestemming van de lening betreft.