Artikel 376/1, WIB 92

Art. 376/1 is van toepassing op de inkomsten die vanaf 01.01.2018 worden betaald of toegekend (art. 115 en 116, 2de lid, progW 25.12.2017 - B.S. 29.12.2017; Numac: 2017032136)

Wanneer een in artikel 227, 1°, bedoelde niet-inwoner, artikel 21, eerste lid, 14°, wenst toe te passen voor dividenden waarvoor in toepassing van artikel 261 roerende voorheffing is ingehouden en die werden betaald of toegekend in een belastbaar tijdperk waarin hij geen inkomsten heeft verkregen die hij overeenkomstig de artikelen 232 en 248, §§ 2 en 3, moet regulariseren in een aangifte in de belasting van niet-inwoners, vraagt hij de terugbetaling van die roerende voorheffing aan de door de Koning aangewezen ambtenaar. Deze vraag tot terugbetaling wordt uiterlijk op 31 december van het jaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de dividenden werden verkregen, ingediend en wordt gestaafd met een attest van het statuut van niet-inwoner en bewijsstukken.

De Koning bepaalt hoe het in het eerste lid bedoelde bewijs wordt geleverd. De Koning bepaalt tevens de nadere modaliteiten van de aanvraag en de terugbetaling.