Artikel 364ter, WIB 92
Art. 364ter, eerste lid, is van toepassing vanaf aanslagjaar 2019 (art. 65 en 66, W 18.02.2018 - B.S. 30.03.2018; Numac: 2018011529)
Wanneer kapitalen of afkoopwaarden die gevormd zijn door in artikel 52, 7°bis, of in artikel 145^1, 1° of 1°bis, vermelde persoonlijke bijdragen, door werkgeversbijdragen of door bijdragen van de onderneming, door de verzekeringsonderneming, de voorzorgsinstelling of de instelling voor bedrijfspensioenvoorzieningen waarbij ze zijn gevestigd, ten bate van de begunstigde of van zijn rechtverkrijgenden worden overgedragen naar een soortgelijke pensioentoezegging of pensioenovereenkomst, wordt deze verrichting niet als een betaling of toekenning aangemerkt, zelfs als die overdracht op verzoek van de begunstigde geschiedt, onverminderd het recht van belastingheffing bij de latere betaling of toekenning door de instellingen of ondernemingen aan de begunstigde.
Het eerste lid is niet van toepassing bij overdracht van het kapitaal of de afkoopwaarde naar een buiten de Europese Economische Ruimte gevestigde voorzorgsinstelling, verzekeringsonderneming of instelling voor bedrijfspensioenvoorzieningen.