Artikel 515quater, WIB 92
Art. 515quater, § 1, eerste lid, b) en c), is van toepassing op de uitkeringen die worden betaald of toegekend vanaf 01.01.2009 (art. 129, 1° en 2°, W 22.12.2008 - B.S. 29.12.2008; Numac: 2008021119 - err. B.S. 10.02.2009)
§ 1. Wat de pensioentoezeggingen betreft, ingesteld door een collectieve arbeidsovereenkomst, een pensioenreglement of een pensioenovereenkomst gesloten voor de datum van inwerkingtreding van artikel 86 van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid of die voortvloeien uit de verlenging van een voor die datum gesloten collectieve arbeidsovereenkomst zijn, in afwijking van de artikelen 130 tot 168, afzonderlijk belastbaar, behalve wanneer de aldus berekende belasting, vermeerderd met de belasting betreffende de andere inkomsten, meer bedraagt dan die welke zou voortvloeien uit de toepassing van de vermelde artikelen op het geheel van de belastbare inkomsten:
a) tegen een aanslagvoet van 33 %: kapitalen en afkoopwaarden als vermeld in c, in zover zij door persoonlijke bijdragen als vermeld in artikel 145^1, 1°, zijn gevormd en niet worden vereffend in omstandigheden als bedoeld in c;
b) tegen een aanslagvoet van 10 %: kapitalen en afkoopwaarden als vermeld in c, die worden vereffend in omstandigheden als bedoeld in c, in zover zij met persoonlijke bijdragen als vermeld in artikel 145^1, 1°, zijn gevormd of in zover het kapitalen betreffen die door werkgeversbijdragen of bijdragen van de onderneming zijn gevormd en bij leven ten vroegste bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd worden uitgekeerd aan de begunstigde die minstens tot aan die leeftijd effectief actief is gebleven of worden uitgekeerd bij overlijden na het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd en de overledene tot die leeftijd effectief actief is gebleven;
c) tegen een aanslagvoet van 16,5 %: niet volgens artikel 169, § 1, belastbare kapitalen en afkoopwaarden als bedoeld in artikel 34, § 1, 2°, eerste lid, a tot c, in zover die kapitalen of afkoopwaarden niet zijn gevormd door persoonlijke bijdragen als vermeld in artikel 145^1, 1°, of in zover het geen kapitalen betreffen die door werkgeversbijdragen of bijdragen van de onderneming zijn gevormd en bij leven ten vroegste bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd worden uitgekeerd aan de begunstigde die minstens tot aan die leeftijd effectief actief is gebleven of worden uitgekeerd bij overlijden na het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd en de overledene tot die leeftijd effectief actief is gebleven, en wanneer die kapitalen of die afkoopwaarden tot uiterlijk 31 december 2009 aan de rechthebbende worden uitgekeerd:
1. wat de kapitalen en afkoopwaarden van een verzekeringscontract betreft:
- bij het normale verstrijken van het contract;
- bij het overlijden van de verzekerde;
- naar aanleiding van de pensionering of brugpensionering van de verzekerde;
- in een der 5 jaren voor het normaal verstrijken van het contract;
- op de normale leeftijd waarop de verkrijger zijn beroepswerkzaamheid uit hoofde waarvan het kapitaal is gevormd, volledig en definitief stopzet;
2. wat de andere kapitalen en afkoopwaarden betreft:
- ten vroegste naar aanleiding van zijn pensionering op de normale datum of in één van de 5 jaren die aan die datum voorafgaan;
- naar aanleiding van zijn brugpensionering;
- naar aanleiding van het overlijden van de persoon van wie hij de rechtverkrijgende is;
- op de normale leeftijd waarop de verkrijger zijn beroepswerkzaamheid uit hoofde waarvan het kapitaal is gevormd, volledig en definitief stopzet.
Het vorige lid is tevens van toepassing op de niet volgens artikel 169, § 1, belastbare kapitalen en afkoopwaarden van aanvullende pensioentoezeggingen die voor de inwerkingtreding van het artikel 86 van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid zijn gesloten ten gunste van bedrijfsleiders als bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1°, die bezoldigingen hebben genoten waarop de wetgeving betreffende de sociale zekerheid van de zelfstandigen is toegepast en die daardoor niet onder het toepassingsgebied van de genoemde wet vallen.
§ 2. In afwijking van § 1 worden voor de pensioentoezeggingen ingesteld door een collectieve arbeidsovereenkomst, een pensioenreglement of een pensioenovereenkomst gesloten gedurende zes maanden vanaf de datum van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, in artikel 171, 4°, f, de woorden 'naar aanleiding van zijn pensionering of vanaf de leeftijd van 60 jaar of naar aanleiding van het overlijden van de persoon van wie hij de rechtverkrijgende is' tot en met 31 december 2009 vervangen door de woorden 'naar aanleiding van zijn pensionering of vanaf de leeftijd van 58 jaar of naar aanleiding van het overlijden van de persoon van wie hij de rechtverkrijgende is'.