Artikel 340, WIB 92

Art. 340, derde lid, is van toepassing 10 dagen na publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad (04.04.2022) (art. 12, W 17.03.2022 - B.S. 25.03.2022; Numac: 2022020530)


Ter bepaling van het bestaan en van het bedrag van de belastingschuld alsook ter vaststelling van een overtreding van de bepalingen van dit Wetboek of van de ter uitvoering ervan genomen besluiten, kan de administratie alle door het gemeen recht toegelaten bewijsmiddelen aanvoeren, met inbegrip van de processen-verbaal opgesteld door de ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Financiën, maar met uitzondering van de eed.

De processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

Onverminderd de toepassing van artikel 327, § 1, tweede lid, kunnen de bewijselementen die door de fiscale ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Financiën zoals bedoeld in artikel 338quater, § 1, worden verzameld tijdens hun medewerking aan een gemengd multidisciplinair onderzoeksteam zoals bedoeld in artikel 338quater, § 2, worden gebruikt ter bepaling van het bestaan en van het bedrag van de belastingschuld alsook ter vaststelling van een overtreding van de bepalingen van dit Wetboek of van de ter uitvoering ervan genomen besluiten.