Artikel 301, WIB 92

Art. 301 (vervanging) treedt in werking met ingang vanaf 01.01.2028 (art. 87 en 89, 1ste lid, W 05.07.2022 - B.S. 15.07.2022; Numac: 2022032714; art. 89, 1ste lid, gewijzigd door art. 39, W 22.12.2023 - B.S. 29.12.2023; Numac: 2023048700)

[De Koning kan een inwerkingtreding voorafgaand aan de in het eerste lid vermelde datum vastleggen (art. 89, 2de lid, W 05.07.2022 - B.S. 15.07.2022; Numac: 2022032714)]


Ten name van de in artikel 227, 1° en 3°, vermelde belastingplichtigen wordt de belasting van niet-inwoners met betrekking tot de in artikel 228, § 2, 9°, g en i, vermelde meerwaarden die geen betrekking hebben op in artikel 44, § 2, vermelde ongebouwde onroerende goederen, berekend tegen de tarieven en volgens het onderscheid bepaald in artikel 171, 1°, b en 4°, d en e, door het bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, en geïnd door de bevoegde dienst van de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering, bij de registratie van de overdracht onder bezwarende titel van onroerende goederen of zakelijke rechten met betrekking tot deze goederen, ter gelegenheid waarvan de meerwaarden bedoeld in artikel 228, § 2, 9°, g en i, worden gerealiseerd, of bij de registratie van een verklaring waarbij deze overdracht wordt vastgesteld.

Wanneer blijkt dat de belasting niet-inwoners bedoeld in het eerste lid, geheel of gedeeltelijk, niet werd geïnd overeenkomstig het eerste lid, wordt de belasting gevestigd door de bevoegde dienst van de administratie belast met de vestiging van de inkomstenbelastingen, en geïnd en ingevorderd door de bevoegde diensten van de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering.

De Koning regelt de uitvoering van dit artikel.