Artikel 138, WIB 92

Art. 138, derde lid, is van toepassing met ingang van het aanslagjaar 2009 (art. 121, W 22.12.2008 - B.S. 29.12.2008; Numac: 2008021119 - err. B.S. 10.02.2009- err. B.S. 24.12.2009)

Een in het belastbare tijdperk overleden kind wordt geacht deel uit te maken van het gezin van de belastingplichtige op 1 januari van het aanslagjaar, op voorwaarde dat het reeds voor het vorige aanslagjaar te zijnen laste was of het tijdens het belastbare tijdperk geboren en overleden is.

Een doodgeboren kind of een kind verloren bij een miskraam na ten minste 180 dagen zwangerschap wordt eveneens geacht op 1 januari van het aanslagjaar deel uit te maken van het gezin van de belastingplichtige op voorwaarde dat de gebeurtenis zich gedurende het belastbaar tijdperk heeft voorgedaan.

Een in de loop van het belastbaar tijdperk vermist of ontvoerd kind dat op 1 januari van het aanslagjaar de leeftijd van 18 jaar niet heeft bereikt, wordt geacht op die datum deel uit te maken van het gezin van de belastingplichtige, op voorwaarde dat het reeds voor het vorige aanslagjaar te zijnen laste was of het tijdens het belastbare tijdperk geboren is en werd vermist of is ontvoerd en op voorwaarde dat de belastingplichtige aantoont dat hij de verdwijning of ontvoering uiterlijk op 31 december van het belastbaar tijdperk heeft aangegeven bij de politie of ter zake een klacht heeft ingediend bij het parket of bij de Belgische overheden die bevoegd zijn inzake ontvoeringen van kinderen.